‘Aandelen lijken momenteel zo onzeker. Ik wacht gewoon tot de markt tot rust komt, en dan word ik weer actief.’ Veel beleggers denken dat dit logisch is — wachten tot de marktvolatiliteit wegebt, of tot een correctie of bearmarkt ten einde komt, voordat je je geld weer in aandelen belegt.
Maar wat is nu precies het signaal waar beleggers op wachten? Als u wacht op een duidelijk signaal dat de volatiliteit in aandelen is afgenomen en de koersen geleidelijk gaan stijgen, wacht u mogelijk tot sint-juttemis. Aandelen zijn van nature volatiel, en zelfs hun volatiliteit kan volatiel zijn. Dankzij de volatiliteit en het risico kunnen aandelenrendementen groeien zoals ze van oudsher zijn gegroeid. Wie lagere volatiliteit op korte termijn wil, kan doorgaans een lager rendement op lange termijn verwachten. Als u wacht tot de volatiliteit verdwijnt, zou u wel eens heel lang kunnen wachten!
Sommige van de meest volatiele dagen voor aandelen kunnen zich voordoen wanneer een bearmarkt of correctie een dieptepunt bereikt. Het kan verstandig lijken om te wachten tot de bearmarkt voorbij is en de nieuwe bullmarkt een feit is voordat u meer geld in de markt investeert. Als u nu beleggingen heeft, vraagt u zich misschien af: moet u uw beleggingen van de hand doen en vervolgens weer instappen als de volatiliteit voorbij is? Hoe weet u wat het juiste moment is om weer in te stappen?
Niemand kan het tijdstip van koerswijzigingen op markten perfect voorspellen. Natuurlijk kunt u geluk hebben! Maar u kunt een strategie niet ophangen aan geluk. Hoe pijnlijk de fluctuaties in de eindfase van een bearmarkt ook moge zijn op korte termijn, de start van een nieuwe bullmarkt wilt u niet missen. De rendementsstijging op een nieuwe bullmarkt is namelijk snel en spectaculair, en kan de neerwaartse volatiliteit in de eindfase van een bearmarkt vrijwel volledig compenseren.
Een typische bearmarkt werkt als een veer. Hoe sterker de veer wordt ingedrukt, hoe groter de opvering. Bearmarkten kunnen tweemaal een dieptepunt kennen, maar dat doet niets af aan het effect van de opvering. En na verloop van tijd kunnen deze W-vormige ‘bodems’ meer een V-vorm aannemen.
Aan de daling van een bearmarkt liggen verslechterende fundamentals ten grondslag. Mensen denken dat bearmarkten plotsklaps ontstaan—maar meestal is dat niet zo. Correcties beginnen wel op die manier—een plotselinge, door sentiment ingegeven daling die vrijwel iedereen de stuipen op het lijf jaagt. Het zou veel eenvoudiger zijn als ook bearmarkten hun schaduw vooruit zouden werpen. “Opgepast! Zwaar weer op komst!” Maar in werkelijkheid piekt de bullmarkt geleidelijk, en zakt de nieuwe bearmarkt langzaam weg.
Een gestaag piekende bullmarkt kan misleidend zijn. Als er een grote, plotselinge aanwijzing was, zouden beleggers een bearmarkt kunnen zien aankomen en zonder al te veel verlies kunnen vermijden—maar dat is doorgaans niet het geval. Pas later in de bearmarkt doet zich een plotse “knal” voor. Verslechterende fundamentals werken een sombere stemming en liquiditeitsonttrekkingen in de hand, hetgeen kan leiden tot paniek.
Het is echter doorgaans het gebrek aan liquiditeit en de omslaande stemming die de paniek veroorzaken—niet de fundamentals. Aandelenkoersen zijn vaak geen getrouwe afspiegeling van de werkelijkheid meer. In deze paniekerige tijden is het buitengewoon lastig te voorspellen wanneer een bearmarkt zijn dieptepunt bereikt. Het is moeilijk te meten in hoeverre het sentiment aansluit op de werkelijkheid. En sentiment verandert snel. Daarom kan bij het begin van een nieuwe bullmarkt de rechterkant van de V-vormige bodem net zo snel gestalte krijgen.
In een vroeg stadium van een bullmarkt kan het zijn dat veel beleggers domweg niet geloven dat een bullmarkt is begonnen. Dit ongeloof kan jaren duren, maar is in het begin bijzonder diepgeworteld. Alles lijkt slecht te gaan.
En alles gaat waarschijnlijk ook vrij slecht. Aandelen kunnen gaan stijgen voordat de economie volledig het dieptepunt bereikt heeft. Maar aandelen stijgen niet omdat dingen beter gaan. De sterke opvering van aandelen vanaf het dieptepunt is mede te danken aan de omslag in het sentiment. Zelfs bij een licht verbeterend sentiment gekoppeld aan enorm lage waarderingen kunnen aandelen als een speer omhooggaan. En het beginstadium van de nieuwe bullmarkt is qua snelheid en vorm doorgaans vergelijkbaar met het einde van de bearmarkt—een V-vormig herstel (‘V-bounce’).
Dit is niet alleen in theorie zo: door de jaren heen heeft de ‘V-vorm’ zich meermalen gemanifesteerd. De figuren 1 t/m 4 tonen een aantal ‘V-bounces’ uit het recente verleden.
Figuur 1: Een echte ‘V-bounce’—1942
Bron: Global Financial Data, Inc., per 31/12/2018, S&P 500 Total Return Index (maandgegevens) van 30/06/1941 tot 31/12/1943. Weergegeven in Amerikaanse dollar. Schommelingen in de wisselkoers tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen. Voor het rendement van de S&P 500 Price Index over de voorgaande 5 jaren verwijzen we u naar Figuur 6.[i]
Figuur 2: Een echte ‘V-bounce’—1974
Bron: Global Financial Data, Inc., per 31/12/2018, S&P 500 Total Return Index (maandgegevens) van 30/09/1973 tot 31/03/1976. Weergegeven in Amerikaanse dollar. Schommelingen in de wisselkoers tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen. Voor het rendement van de S&P 500 Price Index over de voorgaande 5 jaren verwijzen we u naar Figuur 6.[ii]
Figuur 3: Een echte ‘V-bounce’—2002
Bron: Global Financial Data, Inc., per 31/12/2018, S&P 500 Total Return Index (maandgegevens) van 31/05/2002 tot 31/03/2004. Weergegeven in Amerikaanse dollar. Schommelingen in de wisselkoers tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen. Voor het rendement van de S&P 500 Price Index over de voorgaande 5 jaren verwijzen we u naar Figuur 6.[iii]
Figuur 4: Een echte ‘V-bounce’—2009
Bron: Global Financial Data, Inc., per 31/12/2018, S&P 500 Total Return Index (maandgegevens) van 30/09/2008 tot 31/10/2010. Weergegeven in Amerikaanse dollar. Schommelingen in de wisselkoers tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen. Voor het rendement van de S&P 500 Price Index over de voorgaande 5 jaren verwijzen we u naar Figuur 6.[iv]
Wat gebeurt er als u wacht op “duidelijkheid” alvorens weer in te stappen? Dan kunt u de kans mislopen om een groot deel van eerdere verliezen in de bearmarkt goed te maken. Het enorme rendement bij een ‘V-bounce’ laat niet lang op zich wachten. Uzelf beschermen tegen mogelijk aanhoudende neerwaartse volatiliteit kan in eerste instantie goed voelen. Maar het kan beleggers de royale rendementen ontnemen die we doorgaans behalen bij de ‘V-bounce’ in de vroege bullmarkt en die u mogelijk helpen bij het inzetten van herstel.
Rond het dieptepunt van de ‘V-bounce’ weet u wellicht niet welke volatiliteit u parten speelt—die van de late bearmarkt of de vroege bullmarkt. Maar als u dit vroege rendement misloopt, krijgt u daar spijt van. Figuur 5 laat zien hoe spectaculair dit vroege rendement kan zijn—gemiddeld 21,8% in de eerste 3 maanden en 44,8% in de eerste 12 maanden. Het gemiddelde jaarrendement van een bullmarkt bedraagt 21%[v]—maar het gemiddelde rendement in het eerste jaar van een bullmarkt is ruim twee keer zo hoog!
Figuur 5: Eerste 3 en 12 maanden van een nieuwe bullmarkt—S&P 500
Bron: Global Financial Data, Inc., per 31/12/2018, gemiddelde S&P 500 Price Index wordt berekend voor alle bullmarktperioden die eindigen op 09/10/2007. Weergegeven in Amerikaanse dollar. Schommelingen in de wisselkoers tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen. Voor het rendement van de S&P 500 Price Index over de voorgaande 5 jaren verwijzen we u naar Figuur 6.
Bijna de helft van dit eerstejaarsrendement wordt vaak behaald in de eerste drie maanden. Beleggen aan het begin van de ‘V-bounce’ betekent doorgaans een hoog rendement.
Onthoud dat de opvering door het onregelmatige karakter ervan niet altijd direct te herkennen is als een opvering. Maar gaandeweg krijgt de V-vorm gestalte. U moet dus wel een heel goede reden hebben om te denken dat aandelen niet vanaf het dieptepunt zullen opveren. Aandelen zijn veerkrachtig. Dat is geen mythe.
Figuur 6: Rendement S&P 500 Price Index, 2011-2018
Bron: FactSet, situatie op 24/07/2018. Rendement S&P 500 Price Index, van 03/01/2011 tot 02/01/2018. Weergegeven in Amerikaanse dollar. Schommelingen in de wisselkoers tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.
Fisher Investments Nederland is het Nederlandse bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited. Fisher Investments Nederland is ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel onder nummer 57731446. Als Nederlands bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited staat Fisher Investments Nederland onder toezicht van de Britse toezichthouder FCA en, op basis van kennisgeving, van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Fisher Investments Europe Limited is geautoriseerd en gereguleerd door de Britse toezichthouder Financial Conduct Authority (FCA-nummer 191609). Het is geregistreerd in Engeland (ondernemingsnummer 3850593). Fisher Investments Europe Limited heeft als maatschappelijke zetel: 2nd Floor, 6-10 Whitfield Street, London, W1T 2RE, Verenigd Koninkrijk.
Fisher Investments Europe Limited besteedt het portefeuillebeheer uit aan zijn moedermaatschappij, Fisher Asset Management, LLC, dat opereert onder de naam Fisher Investments, gevestigd is in de VS en onder toezicht van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission staat.
Beleggen op de beurs brengt het risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie of betrouwbare indicatie van toekomstig rendement. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.
[i] De S&P 500 Total return Index is gebaseerd op de berekeningen van GFD van het totaalrendement vóór 1971. Dit zijn schattingen van GFD voor de berekening van de waarden van de S&P Composite vóór 1971 en zijn geen officiële waarden. GFD heeft tot 1970 gegevens van de Cowles Commission en van S&P zelf gebruikt voor de berekening van het totaalrendement van de S&P Composite aan de hand van de S&P Composite Price Index en dividendrendement, van 1971 tot 1987 officiële maandcijfers en sinds 1988 officiële dagelijkse gegevens.
[ii] Ibid.
[iii] Ibid.
[iv] Ibid.
[v] Global Financial Data, Inc., per 31/12/2018, koersrendement van de S&P 500