Vrije woord in gevaar door censuur en correctheid

(Foto: Getty)

Dubieuze vervolgingen, een strijd tegen ‘desinformatie’, politieke correctheid, agressieve moslims: de vrijheid van meningsuiting loopt duidelijk gevaar, schrijft Gerry van der List.

‘Rijkeluiszoontjes als Zuckerberg en Musk beknotten onze vrijheid en maken onze democratieën kapot!’ Deze noodkreet slaakte Barbara Kathmann op 7 januari op X. Het Kamerlid van GroenLinks-PvdA riep op ‘keihard op te treden tegen de ‘verdienmodellen’ van de eigenaar van het digitale platform voor vrije gedachtenwisseling, Elon Musk, en diens conculega en geestverwant Mark Zuckerberg.

De laatstgenoemde heeft volgens Kathmann iets heel verkeerds gedaan. De baas van Meta, het moederbedrijf van Facebook en Instagram, wil namelijk de censuur op zijn platforms terugdringen. Hij maakt een eind aan de samenwerking met zogeheten factcheckers en schrapt regels voor taalgebruik over zaken als gender en migratie. Zeker in Europa wordt deze stap uitgelegd als een knieval voor de aanstaande president van de Verenigde Staten, Donald Trump.

Dat het afschaffen van de interventies van censoren, die onvermijdelijk oordelen op grond van eigen politieke voorkeuren, de vrije meningsuiting bevordert, wil er bij Kathmann niet in. Wellicht mede omdat tal van – conservatieve – uitingen op internet in strijd zijn met haar eigen progressieve opinies.

Het tamelijk felle debat over de maatregel van Zuckerberg toont aan dat de verschillen van mening over de vrijheid van meningsuiting aanzienlijk zijn. Het lijkt erop dat de behoefte toeneemt om de verspreiding van onwelgevallige informatie, uitdrukkingen en opvattingen in te perken. Op diverse fronten zijn ontwikkelingen zichtbaar die de liefhebber van het vrije woord zorgen – zouden moeten – baren. Zeker ook in Nederland.

Bijzondere besluiten

Allereerst doen sommige besluiten van het Openbaar Ministerie en vonnissen van de rechter wenkbrauwen fronsen. Een recent voorbeeld is de veroordeling van Pepijn van Houwelingen. Het voormalige FVD-Kamerlid had in 2022 een bewerkte foto op Twitter geplaatst met daarop de toenmalige ministers Ernst Kuipers (D66) en Karien van Gennip (CDA) die een nazivlag hesen. Het ging om een verwijzing naar een foto waarop zij vrolijk met een vlag van de SDG’s (Sustainable Development Goals) in de weer waren.

Nadat de officier van justitie had betoogd dat de tweet van Van Houwelingen ‘onnodig grievend’ zou zijn geweest en olie op het vuur zou hebben gegooid, veroordeelde de rechter de FVD’er tot een voorwaardelijke boete. Tot teleurstelling van de beklaagde, die had uitgelegd dat zijn post politiek onhandig was, maar absoluut geen ‘nazitweet’. Het nazisme werd immers niet gepropageerd, het hakenkruis op de foto diende om het vermeende totalitaire karakter te illustreren van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.

Dat klonk best zinnig. Sowieso is het bestraffen van polariserende tweets, hoe overdreven en onsympathiek deze ook overkomen, juridisch ­dubieus. Het is gevaarlijk als politici in een intimiderend proces via het strafrecht tot de orde worden geroepen omdat ze onrust in de samenleving zouden aanwakkeren.

Van Houwelingen sprak van een ‘politiek gemotiveerde vervolging’ en van meten met twee maten. Toen NRC hem als een bruinhemd tekende en daartegen aangifte werd gedaan, seponeerde het Openbaar Ministerie de zaak omdat politici tegen een stootje zouden kunnen. Maar dat geldt dan ook voor de ministers Kuipers en Van Gennip, merkte de FVD’er terecht op.

Vage gronden voor vervolging ondermijnen het vrije woord

Van Houwelingen heeft de indruk dat het OM het vooral heeft voorzien op zijn intellectuele bondgenoten. Dat is niet heel vreemd. Als opiniemakers aan de rechterzijde van het politieke spectrum aangifte doen omdat ze bijvoorbeeld weer eens voor fascist zijn uitgemaakt, komt het OM praktisch nooit in actie. En de rapper Akwasi mocht ongestraft uiting geven aan zijn gewelddadige voornemen om Zwarte Piet ‘hoogstpersoonlijk in zijn gezicht te trappen’.

Probleem is ook dat sommige gronden om tot vervolging en veroordeling over te gaan, nogal vaag zijn. De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut. Het is goed dat de rechter kan ingrijpen als sprake is van aantasting van de goede naam door laster en smaad. Het oproepen tot geweld is eveneens terecht strafbaar. Maar ‘groepsbelediging’ als misdrijf biedt volop gelegenheid voor het volgen van eigen politieke voorkeuren. Zo schijnen Nederlanders, blanke mannen en christenen volgens rechters minder vaak strafbaar te worden beledigd dan moslims en migranten.

Vrije woord in gevaar: Tweesnijdende zwaarden

Pegida-voorman Edwin Wagensveld kreeg in november 2023 bijvoorbeeld een taakstraf omdat hij moslims had vergeleken met aanhangers van Adolf Hitler. Nu is dit zeker geen genuanceerde visie, maar in een vrij land zou daar toch ruimte voor moeten bestaan.

Net zoals voor de bewering dat Jodenhaat ‘bijna onderdeel vormt van de cultuur’ van islamitische landen. Het is dan ook heel goed dat vicepremier Mona Keijzer (BBB) een juridische procedure begon nadat zij door het OM werd beticht van groepsbelediging na deze, feitelijk goed te onderbouwen, constatering.

Een tweesnijdend zwaard is politieke correctheid. Het tegengaan van het discrimineren en beledigen van minderheden heeft zonder meer een beschavende werking. Maar zoals de Australische kunstcriticus Robert Hughes al in 1993 in Culture of Complaint betoogde, kan het ook een huilerig slachtofferschap stimuleren, waarbij onredelijke, luid geformuleerde eisen van zich achtergesteld en onderdrukt voelende groeperingen al te makkelijk worden ingewilligd.