De lessen van de stoïcijnen doen het ook nog prima in de 21ste eeuw

05 september 2022Leestijd: 3 minuten
Oud-schaatser Mark Tuitert schreef een boek over de Stoïcijnen. Foto: Bastiaan Heus/ANP

De klassieke talen zijn terug, schrijft Constanteyn Roelofs. Niet in het klaslokaal, maar in de sportschool. Een nieuwe generatie mannen grijpt terug op Marcus Aurelius en Seneca voor een rijk en zinvol leven in de 21ste eeuw.

Gewezen olympisch kampioen Mark Tuitert is al eventjes gestopt met schaatsen en legt zich nu toe op… het promoten van de stoïcijnse filosofie. Hij bracht het boek DRIVE. Train je stoïcijnse mindset uit en post nu geregeld inspirerende citaten van filosofen als Seneca en Marcus Aurelius op social media.

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Tuitert is niet de enige. Internet loopt over van podcasts, boeken en social media-accounts die de wijsheid van de Oudheid uitdragen. Podcasts als The Daily Stoic bijvoorbeeld, met miljoenen luisteraars. Op een of andere manier heeft de wereld van de klassieke talen – die we in de populaire cultuur vooral associëren met rijtjes opdreunen in stoffige klaslokalen en niet al te fitte docenten in mottige jasjes – de sprong gemaakt naar de blokjesbuiken van de fitnessgoeroe’s op Instagram.

De uitvinders van het zelfhulpboek

Waarom zijn de stoïcijnen zo populair? Niet om het een of het ander, maar je kunt met een gerust hart stellen dat de Ouden de uitvinders waren van het zelfhulpboek, en in verwarrende tijden waarin door culturele transities alle normen en waarden onder druk staan, is het mooi als er een bundeling is van deugden met een hoop praktische tips voor het dagelijks leven. De lessen van de stoa (laat je niet gek maken, vervul de verplichtingen aan de mensen om je heen, blijf lezen en sporten) doen het ook nog prima in de 21ste eeuw.

Lees ook dit interview met Mark Tuitert over het stoïcisme: ‘Ik wil een rijkelijk stromend leven leiden’

De stoa wordt in zijn huidige vorm ook expliciet gepositioneerd tegenover de gefeminiseerde woke-cultuur, waarin het leven vooral wordt gezien in termen van onderdrukking en repressie met de staat als de grote gelijkmaker, een levenshouding waarbij de oorzaken en oplossingen voor het levensgeluk vooral buiten het individu liggen en waar excellentie en competitie in het verdomhoekje zitten. Het blijkt dat een hoop mannen behoorlijk ongelukkig worden van deze passieve slachtofferhouding. Geen wonder dus dat er een mondiale beweging ontstaat rond een klassiek mannelijkheidsideaal waarin pompen in de sportschool gecombineerd wordt met de ontplooiing van de stoïcijnse deugden, tot grote hoogte opgestuwd door social media.

De klassieken hebben ook relevantie hebben buíten het gymnasium

De wederopstanding van de stoa roept ook belangrijke vragen op over de manier waarop ons onderwijssysteem is ingericht en wat het voor zoiets als de klassieke talen betekent dat iedereen met een internetverbinding met Seneca kan kennismaken (en Latijn kan leren met een app). Het fenomeen lijkt lijnrecht tegen de tijd in te gaan waarin het gymnasium als schooltype wordt verguisd en de klassieken worden weggezet als elitaire, irrelevante teksten van dode witte mannen die niet aansluiten bij de multiculturele realiteit van nu.
Sterker nog, het laat juist zien dat de klassieken ook relevantie hebben buíten het gymnasium. Door de populair-wetenschappelijke hertalingen van Marcus Aurelius en Seneca kunnen ook veel mensen die naar heel andere schooltypen gaan (ook in landen zonder gymnasia, bijvoorbeeld) kennismaken met de Oudheid. En over de witheid gesproken: wie een blik in de sportscholen des vaderlands werpt, ziet meteen dat gym culture een zeer kleurrijk, internationaal fenomeen is.
Enfin, het blijft een wonderlijk fenomeen dat de zogenaamd dode talen nog zo vitaal blijken te zijn dat er nog tientallen miljoenen mensen bezig zijn met Zeno en Seneca. Het lijkt er dus op dat de teksten uit de klassieke Oudheid ook deze ronde van ‘Verschlimmbesserung’ door de zogenaamde onderwijsdeskundigen blijken te overleven. En dat, lieve lezers, is een prachtige stoïcijnse gedachte.