Politiek spektakel schaadt aanzien van het Hooggerechtshof

26 maart 2022Leestijd: 3 minuten
Ketanji Brown Jackson tijdens de verhoren. Foto: ANP

Met gemak doorstond Ketanji Brown Jackson de eerste hoorzittingen in de Senaat over haar benoeming als rechter in het Hooggerechtshof. Heel moeilijk werd het Jackson niet gemaakt. Senatoren zijn liever bezig met een politieke strijd, dan zich te verdiepen in de juridische kennis en opvattingen van Jackson, schrijft Victor Pak.

Victor Pak (1995) is redacteur bij EW. Wekelijks op zaterdag blogt hij over wat er speelt in de Amerikaanse politiek.

Vier dagen werd Jackson doorgezaagd door de Senaatscommissie Juridische Zaken in Washington. Tijdens de hoorzittingen kunnen Senatoren vragen stellen over het gedachtegoed van de voorgedragen persoon. Tegenwoordig is het meer een politieke show van Senatoren die een sneer willen scoren die het goed doet op sociale media.

Hoorzittingen van Hooggerechtshofrechters zijn politieke shows

Aan Democratische zijde was het zichtbaar bij Senator Cory Booker, die zichzelf verloor in een gepassioneerd betoog over het historische feit dat Jackson de eerste zwarte vrouwelijke rechter kan worden. De Republikeinen probeerden elkaar te overtreffen in verwijten aan Jackson.

Senator Lindsay Graham uit South-Carolina kon nauwelijks verbloemen dat hij Jackson vooral verweet dat Biden haar had genomineerd in plaats van
J. Michelle Childs, een zwarte, vrouwelijke rechter uit zijn thuisstaat. Senator Ted Cruz verweet Jackson dat ze als rechter niet hard genoeg strafte, in het bijzonder bij veroordelingen van kindermisbruikers. Toch steunde Cruz eerder rechters die door president Donald Trump waren voorgedragen en vergelijkbare straffen aan kindermisbruikers oplegden als Jackson.

Jackson koestert originalistische opvattingen

Tijdens de hoorzitting van Jackson bleek even hoe waardevol het is om te vragen naar haar juridische opvattingen. Zo verklaarde Jackson dat de opvattingen in de Amerikaanse Grondwet vaststaan. ‘Ik geloof dat het gepast is om naar de originele bedoeling te kijken’. Dat is een originalistische opvatting, die traditioneel vaker voorkomt bij conservatieve rechters. Toch wist dat maar weinig Senatoren lang te boeien.

Het is tegenwoordig kenmerkend voor de toon van dit soort hoorzittingen. Tijdens  de laatste, haastige benoeming van Amy Coney Barret waren het de Democraten die toneel speelden met vage vragen over gezondheidswetgeving. Het benoemen van Hooggerechtshofrechters is een politieke feestje geworden voor de partij die de macht in handen heeft.

Benoemingen in het Hooggerechtshof zijn recent gepolitiseerd

Met een nipt verschil worden Hooggerechtshofrechters tegenwoordig goedgekeurd door de Senaat, bijna geheel langs partijlijnen. Sinds de eeuwwisseling kon alleen opperrechter John Roberts op de steun rekenen van ten minste driekwart van de honderd Senatoren. Hij kreeg 78 stemmen.

Het is een aanzienlijke verschuiving. In de jaren tachtig kregen voorgedragen Hooggerechtshofrechters, zoals Antonin Scalia en Anthony Kennedy geen enkele tegenstem nadat zij waren voorgedragen door Ronald Reagan. Ruth Bader Ginsburg – een voordracht van Bill Clinton – kreeg slechts drie stemmen tegen.

Steun voor het Hooggerechtshof keldert

Dat soort unanieme steun is tegenwoordig ondenkbaar, en dat schaadt het aanzien van het almachtige Hooggerechtshof. Rond de eeuwwisseling kon de manier waarop het Hof zijn werk deed, rekenen op de goedkeuring van 62 procent van de Amerikaanse bevolking. Slechts 29 procent keurde het Hof en zijn werkwijze af. Sindsdien is die afkeuring aanzienlijk toegenomen. In 2021 stond het op 53 procent, een negatief record.

Zo neemt de politisering van het Hooggerechtshof verder toe. Een probleem voor een instituut dat nog altijd de laatste stem heeft over waar de grenzen van de wet liggen in de Verenigde Staten.