Politici niet meer verslaafd aan de fles, maar aan het scherm

15 december 2021Leestijd: 3 minuten
Champagne bij D66. Foto: ANP

Den Haag drinkt minder en zit meer op sociale media. Maar is de nieuwe verslaving beter dan de oude, vraagt Constanteyn Roelofs zich af.

Net toen ik een diepgravende column vol fijnzinnige inzichten wilde schrijven over de huidige stand van de Haagse politiek, bliepte mijn telefoon. Een clubgenoot stuurde een filmpje door van een in pak gestoken manspersoon die voor het tijdelijke Tweede Kamergebouw een poging tot een dansje deed. Zonder te veel op de stoel van de blaastest te willen gaan zitten, durf ik wel te stellen dat er wellicht iets te veel sherry in het spel was. Jammer, Mark Rutte en de nieuwe bestuurscultuur moeten even wachten, we gaan het vandaag hebben over drank in Den Haag.

Constanteyn Roelofs

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Het is gevoeglijk bekend dat het politieke systeem in Den Haag dreef op hectoliters drank: borrels hier, borrels daar, Kamerleden die hun hoge werkstress smoren in de fles, medewerkers van partijen die hun ondersteunende functies vervullen op bier en cocaïne… Legendarische drinkers die zelfs bodes whisky lieten brengen in theepotten, het hoort er allemaal bij.

Hoewel? In deze neopuriteinse tijden waarin roken al verbannen is en vlees eten steeds minder sociaal acceptabel wordt, gaat ook de drank voor de bijl. Ministers hebben tegenwoordig geen buikjes meer, maar staan met strakke Gymshark-shirtjes elke dag een uur in de sportschool. De cafécultuur is met de corona afgeschaft. Frits Wester ging zelfs de strijd aan met zijn slechte gewoontes en kwam triomferend boven. Ik hoorde laatst iemand klagen dat sinds de Tweede Kamer in het nieuwe gebouw zit het zo ver lopen is naar een goed café – dat was naast het Plein wel anders.

Nieuwe verslaving is het scherm

Is Den Haag daarom minder verslaafd? Nee natuurlijk. Men zit in plaats van de hele dag aan de fles de hele dag aan het scherm. Polls. Relletjes. Speculaties. Grappige filmpjes van blunderende collega’s. Flintertjes debat die breed  worden gedeeld omdat de tegenstanders eens even flink op de mat worden gelegd. In plaats van een legertje barmannen hebben politici tegenwoordig een legertje social-mediaspecialisten die de hele dag maar zo guitig mogelijke content moeten maken om de mensen in het nieuws te krijgen. Een goede avond lijkt tegenwoordig niet meer twintig bier achteroverslaan op de fractieborrel, maar een filmpje hebben dat ‘viraal’ gaat op Twitter. De scoringsdrift en de noodzaak tot profileren, verkleinen natuurlijk het domein van de dossiervreters ten faveure van de oproerkraaiers.

Lees ook van Constanteyn Roelofs: de zakelijke borrel is een sociaal mijnenveld

Regeren onder invloed van Twitter

De nieuwe verslaving is daarom maar slecht te rijmen met de oude. Dé nachtmerrie van elk sociaal medium is om op te duiken in benevelde toestand op de sociale media – zoals het filmpje van vanochtend wel weer bewijst. Het leidt zo af en er zit natuurlijk een roddeltante in ons allemaal die niets liever doet dan de hele dag op dit soort sensatiedingen te klikken. Maar helaas is de barrière om domme dingen te gaan twitteren na een paar glazen boven de draagkracht bijzonder laag (ik ben inmiddels gestopt met Twitter, dank voor uw betrokkenheid) – en is menige politicus wel eens wakker geworden met barstende hoofdpijn, net iets te veel notificaties van de apps en de dringende wens om zo snel mogelijk een alcoholslot op de telefoon te installeren.

Enfin, de grote vraag is natuurlijk of het landsbestuur ervan opgeknapt is nu er wordt geregeerd onder invloed van Twitter in plaats van de weduwe Bols. Met het oog op de resultaten van de laatste tijd vraag ik me sterk af of dat het geval is.