Bedrijven weten nog steeds niet of ze van Rutte IV op aan kunnen

Het vertrek van Shell had een wake-up call kunnen zijn voor Rutte IV om het vestigingsklimaat weer hoog op de politieke agenda te zetten. Maar dat is niet gebeurd, schrijft Joris Heijn.

Het vertrek van Shell had een waarschuwing kunnen zijn voor het kabinet-Rutte IV om het vestigingsklimaat weer hoog op de agenda te zetten. Dat is niet gebeurd. Toch zijn polderclubs VNO-NCW en MKB-Nederland blij met het Regeerakkoord. En natuurlijk, bedrijven profiteren volop van de tientallen miljarden die worden uitgetrokken als smeermiddel om klimaat- en stikstofproblemen aan te pakken. Maar op wat holle frases na, doet het kabinet niets aan het weer op de rit krijgen van het afgetakelde vestigingsklimaat.

Nieuw zwaard van Damocles boven bedrijfsleven

Rutte IV hangt zelfs een nieuw zwaard van Damocles boven het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven krijgt 1 miljard euro lastenverzwaring voor de kiezen, te betalen door ‘belastingontwijkers’. Nederland staat daarbij weer eens vooraan bij het implementeren van internationale afspraken, zoals in de Europese Unie, of in dit geval in rijkelandenclub OESO. Je weet als bedrijf tegenwoordig: Nederland draait als eerste de duimschroeven aan, terwijl er ook tal van landen blijven die wat lakser met de nieuwe internationale regels omgaan.

Concreet betekent de belangrijkste maatregel dat als een dochteronderneming in een ander land minder dan 15 procent winstbelasting heft, Nederland het verschil tot 15 procent gaat afromen. Het is een radicale breuk met de wereldwijde belastingheffing tot nu toe en de gevolgen voor bedrijven zijn nog niet goed te overzien.