Rutte belichaamt inhoudelijke leegte die Nederlandse politiek al sinds Kok kenmerkt

23 oktober 2021Leestijd: 5 minuten
Rutte op eerste dag EU-top. Foto: ANP

De Nederlandse politiek heeft geen hoger doel meer, schrijft Zihni Özdil. Zelfs de schending van kinderrechten is minder belangrijk dan beeldvorming.

‘De kinderen zijn nog niet gered’, was wat de slachtoffers van het Toeslagenschandaal mij telkens vertelden sinds ik er in 2019 over begon te schrijven. De meesten deden dat in achtergrondgesprekken. Maar sommigen, zoals Kristie Rongen, spraken ook in het openbaar.

Zihni Özdil (1981) is historicus. Hij schrijft elke zaterdag een column voor ewmagazine.nl.

Evenwel kon ik over die kinderen niet veel opschrijven, want het kabinet weigerde – ondanks verscheidene verzoeken van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt – in kaart te brengen hoeveel kinderen precies zijn afgepakt van de slachtoffers van het Toeslagenschandaal.

Deze week bleek uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat ten minste 1.115 kinderen van gedupeerden van het Toeslagenschandaal sinds 2015 door de Nederlandse staat uit huis zijn geplaatst. Let wel: het Toeslagenschandaal begon in 2004. Het werkelijke aantal ligt dus veel hoger dan 1.115.

Algoritme-gedreven postmoderne razzia

Kunt u het zich voorstellen? Terwijl u niks verkeerd doet, begint de staat een nietsontziende jacht op u en trapt u zo de schuldenproblematiek in. En gaat vervolgens, omdat u schulden hebt gekregen dankzij diezelfde staat, ook nog eens uw kinderen van u afpakken.

Laat ik het hier maar ronduit opschrijven: er is minstens vijftien jaar een algoritme-gedreven postmoderne razzia gevoerd tegen onschuldige ouders die kinderopvangtoeslag ontvingen. Toen ouders hun recht wilden halen, ging de staat willens en wetens nepbewijs produceren in de rechtbank. Of doen alsof de stukken die de ouders steeds opstuurden nooit waren aangekomen. En sinds deze week weten we dus dat de Nederlandse staat ook nog eens kinderen heeft geroofd.

De premier is in Brussel, niet in Nederland

In een democratie verdient zo’n buitengewoon schokkend bericht natuurlijk een reactie van de regeringsleider. Sander van Hoorn (NOS) was de eerste journalist die het lukte Mark Rutte te bevragen. De demissionaire VVD-premier was op een Europese top in Brussel om, nota bene, Polen keihard de les te lezen over hun rechtsstaat. Rutte liep op de top voorop met dreigementen Polen miljarden euro’s uit Brussel te onthouden zolang de rechtsstaat daar niet op orde is.

Lees verder onder de video

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Van Hoorn: ‘De Poolse regering zegt dat Nederland en u weinig recht van spreken hebben, omdat er in Nederland ook het een en ander mankeert aan de rechtsstaat.

Rutte: ‘Ongetwijfeld is er in allerlei landen een hoop te repareren. Maar de onafhankelijkheid van rechters is in Nederland goed geborgen.’

Wie niet goed luistert, is snel overtuigd door Rutte – mede door de geruststellende toon waarop hij Van Hoorns vraag beantwoordt.

Rutte trekt het begrip ‘rechtsstaat’ kunstmatig uit elkaar

Maar wat zegt Rutte eigenlijk? Ik spreek Polen aan op de onafhankelijkheid van rechters, en dat specifieke punt is in Nederland op orde, dus Polen kan mij niet betichten van hypocrisie, is zijn redeneertrant. Dus alleen als er in Polen net zo’n Toeslagenschandaal als in Nederland zou spelen, zou Polen Nederland mogen bekritiseren over zijn rechtsstaat?

Infantiele onzin natuurlijk. De peuter van een vriendin van mij had ooit knikkers gejat van een vriendje op school. Toen hij werd betrapt, zei hij stellig: ‘Ik heb niet gestolen. Ik heb de knikkers eerlijk gevonden in zijn broekzak!’ Net als een peuter duikt Rutte de papieren werkelijkheid in en trekt hij het begrip ‘rechtsstaat’ kunstmatig uit elkaar.

We zijn geen haar beter dan Polen

Bovendien is het niet waar wat Rutte zegt. Er was helemaal geen onafhankelijke rechtspraak in het Toeslagenschandaal. De afdeling Bestuursrecht van de Raad van State heeft dat inmiddels toegegeven. We zijn dus geen haar beter dan Polen.

Lees verder onder de tweet

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Sander van Hoorn vervolgt zijn vraaggesprek met Rutte: ‘1.100 kinderen die uit huis zijn geplaatst (…)’

Rutte onderbreekt hem, lichtelijk geïrriteerd: ‘Ja, maar ik ben hier in Brussel.’

Van Hoorn bijt door: ‘Ja, u bent hier in Brussel, maar daar hebben die 1.100 kinderen geen boodschap aan.’

Rutte buigt zijn hoofd, alsof hij erkent dat Van Hoorn hem klem heeft gezet in de beeldvorming. Twee keer weigeren een vraag over door de staat geroofde kinderen te beantwoorden, komt slecht over. Dat weet ook Rutte, die tien jaar voor Unilever heeft gewerkt.

Rutte vervolgt: ‘Ik zal bij hoge uitzondering iets zeggen over een binnenlandse politieke aangelegenheid in het geval van een Europese vergadering (…)’ – om daar een aantal zinnen met vage algemeenheden aan toe te voegen.

Ook hier kunnen we ons afvragen wat de logica is achter de stelling dat de Nederlandse minister-president niks over Nederland hoeft te zeggen als hij in Brussel is. ‘Een binnenlandse politieke aangelegenheid’ noemt Rutte heel technisch het leed van ruim 1.100 kinderen, alsof hij over een of ander ver land praat waarvoor hij geen verantwoordelijkheid draagt.

Wim Kok was precies hetzelfde als Mark Rutte

Het is makkelijk om boos te worden op premier Rutte. Veel critici maken van hem soms zelfs de verpersoonlijking van het kwaad. Die morele verontwaardiging vind ik een heilloze weg. Want wie de Nederlandse bestuurscultuur reduceert tot de persoon Rutte, miskent de bigger picture, het grotere geheel. En dat is dat de politiek sinds Ruud Lubbers (CDA) premier was stap voor stap is ontkleed van politiek. Politiek moet niet meer om politiek gaan, was sindsdien de nagenoeg unanieme consensus van zowel het kabinet als de meeste politiek commentatoren. Nee, politiek moest voortaan gaan om het technisch managen van beleidsvraagstukken.

We zijn het inmiddels vergeten, maar Kok was precies hetzelfde als Rutte. Als een kritische journalist hem vragen stelde over asociale bezuinigingsplannen, dook ook Kok de papieren werkelijkheid in, die hij kunstmatig creëerde. Woorden als: ‘Het gaat om het zorgvuldig afwegen van verschillende belangen, ook in het kader van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, waarbij het mijn ambitie is om daar waar mogelijk minima te ontzien.’ Geruststellend klinkende, doch nietszeggende woorden. Dat bleek ook, want elke keer trokken de minima ook bij Kok aan het kortste eind.

Niet echte politici, maar managers leiden ons land

Het probleem is, kortom, niet Rutte of welk ander individu ook. Het probleem is dat de Nederlandse politiek geen bezieling, geen visie, geen hoger doel meer kent. Niet echte politici, maar managers zoals Kok en Rutte leiden ons land, ook op andere ministeries. En managers zijn niet getraind om verantwoordelijkheid te nemen voor wat er gebeurt in de echte wereld. Dat zit niet in hun spreekwoordelijke DNA. Het enige wat in hun reflex zit, is processen managen via de papieren werkelijkheid, problemen klein maken tot op het infantiele af, en controle houden op de beeldvorming. Zelfs wanneer het gaat om de schending van de mensenrechten van ten minste 1.115 kinderen.

Hoe komen we hieruit? Eén ding weet ik zeker: als we al onze pijlen blijven richten op de persoon Rutte, zal die uitweg er nooit komen. Nee, het is hoog tijd voor een grondig debat over de politiekloze Nederlandse politiek die geen hoger doel meer heeft.