Erdogans populariteit smelt weg en ruzie maken met het buitenland helpt dan vaak. De westerse landen waarvan de ambassadeurs de Turkse president nu dreigt uit te zetten, moeten daarom kalm blijven en toch stug mensenrechtenschendingen in Turkije blijven aankaarten, schrijft Robbert de Witt.
Gemakkelijk is het niet, maar de Turkse minister van Binnenlandse Zaken wist zijn baas Recep Tayyip Erdogan te overtreffen wat betreft op hol geslagen retoriek tegenover Europa en de Verenigde Staten. ‘Laat ze met geweren komen, laat ze met kanonnen komen. Ze kunnen de Turkse natie geen haar krenken,’ zei Süleyman Soylu over de snel ontvlammende diplomatieke rel tussen Turkije en tien westerse landen, waaronder Nederland.
Lees ook deze column van Afshin Ellian: Erdogan en moordenaar van Samuel Paty delen dezelfde waarden
Tien ambassadeurs in Turkije hadden het gewaagd een brief te schrijven waarin zij de Turkse regering oproepen de Turkse filantroop Osman Kavala vrij te laten. Kavala wordt vastgehouden sinds 2017, omdat hij betrokken zou zijn geweest bij de mislukte staatsgreep tegen de regering van Erdogan. Dat is, zoals iedereen weet, al jaren een goed excuus om critici op te sluiten.
Een eerste stap naar uitzetting
Maar Erdogan is woedend, spreekt van inmenging in binnenlandse aangelegenheden en dat horen ambassadeurs niet te doen. Dus verklaart hij de tien diplomaten tot ‘ongewenste personen’– een eerste stap naar uitzetting. Let wel: het gaat hier om ambassadeurs van landen die net als Turkije deel uitmaken van de NAVO. Bondgenoten dus.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?