Onze nieuwste nationale gekte: geschiedenis

28 september 2021Leestijd: 3 minuten
V.l.n.r. De historici Herman Pleij, Geert Mak en Maarten van Rossem. Foto's: ANP.

Op 1 oktober begint de Maand van de Geschiedenis. Het verleden is booming business: in de boekhandel, op tv, op de radio en op de bladenmarkt, constateert Roelof Bouwman. Hoe heeft het zover kunnen komen?

Als één groep Nederlanders het dertig jaar geleden zwaar te verduren had, dan waren het wel de geschiedenisliefhebbers.

Roelof Bouwman (1965) is historicus en journalist. Hij schrijft wekelijks over politiek, geschiedenis en media.

Wie destijds een beetje bij wilde blijven over wat er zoal over de historie van ons land werd gepubliceerd, kwam algauw uit bij het kwartaalblad van het Nederlands Historisch Genootschap. Veel andere smaken waren er niet.

Het periodiek, met de verbijsterende titel Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden (BMGN), was vormgegeven volgens de beste Noord-Koreaanse tradities en stond vol met horkerig geschreven detailstudies over onderwerpen als ‘Nederlandse textiel in het achttiende-eeuwse Perzië’ en ‘Industrialisatie en inkomensverdeling in Overijssel, 1750-1875’.

Ook werden in BMGN historische boeken gerecenseerd. Helaas doorgaans zo’n drie of vier jaar na verschijning.

Veel historici zijn slome, in zichzelf gekeerde droogstoppels

Nederlandse geschiedvorsers, zo leek BMGN te willen bewijzen, zijn slome, in zichzelf gekeerde droogstoppels, wier fingerspitzengefühl voor relevante historische thema’s omgekeerd evenredig is aan de omvang van hun notenapparaten.

Kende Nederland dertig jaar geleden ook historici die vermaardheid genoten bij het grote publiek?

Lees ook de spraakmakende blog die Roelof Bouwman vorige week schreef: Stop de heiligverklaring van Angela Merkel

Ja, eentje: Loe de Jong. Tussen 1969 en 1988 publiceerde hij vrijwel jaarlijks een nieuw deel van zijn magnum opus Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. De boeken vonden gretig aftrek.

De meeste historische titels die in Nederland de aandacht trokken waren echter geschreven door buitenlandse auteurs (Sebastian Haffner, Alan Bullock, Eric Hobsbawm, Jacques Le Goff, Emmanuel Le Roy Ladurie), zelfs als het boeken betrof over ons eigen verleden. Zoals de bestseller Overvloed en onbehagen. De Nederlandse cultuur in de Gouden Eeuw (1988) van de Britse historicus Simon Schama.

De afgelopen decennia is vitale historische subcultuur ontstaan

Wat een contrast met 2021. De afgelopen decennia is in ons land een vitale historische subcultuur ontstaan, met overal vertakkingen.

In 1991 verscheen het eerste nummer van Historisch Nieuwsblad. Hoewel het blad de laatste jaren is weggezakt, fungeerde het lange tijd als aanjager van historische debatten en als platform voor een nieuwe, zelfbewuste generatie historici.

Wilt u boeken en speciale edities van EW over (vaderlandse) geschiedenis bestellen? Dat kan hier in onze webshop

Op de radio begon in 1992 het geschiedenisprogramma OVT. Voor een trouwe schare luisteraars is het een vast onderdeel van de zondagochtend geworden.

Op tv begon in 2000 Andere Tijden. Vanwege ‘de opmerkelijke manier waarop een nieuwe televisievorm is gevonden voor het behandelen van de historie in de context van het heden’ won het programma al een jaar na de start de Zilveren Nipkowschijf.

Revolutionair: aan lopende band historische Nederlandse bestsellers

Ronduit revolutionair was een andere ontwikkeling: vanaf halverwege de jaren negentig verschenen opeens aan de lopende band historische bestsellers van eigen bodem.

Het begon met Een dorp in de polder (1994) van A.Th. van Deursen, Hoe God verdween uit Jorwerd (1996) van Geert Mak en het in 1998 gepubliceerde eerste deel van de Wilhelmina-biografie van Cees Fasseur.

Vervolgens slaagden ook auteurs als Annejet van der Zijl, Ad van Liempt, Annegreet van Bergen, Herman Pleij, Frits van Oostrom en Jolande Withuis erin een groot lezerspubliek aan te boren. Voor Amerika-deskundige Maarten van Rossem – aanvankelijk een historicus waar buiten de Universiteit Utrecht niemand van had gehoord – bleek zelfs een rol als tv-persoonlijkheid weggelegd. Ook kreeg hij in 2008 een eigen tijdschrift, met de titel Maarten!

Ter bekroning van het beste historische boek uit het Nederlandse taalgebied bestaat sinds 2007 de prestigieuze Libris Geschiedenis Prijs. Ongeveer tegelijkertijd zag de Canon van Nederland het levenslicht: een chronologisch overzicht van onze geschiedenis in 50 thema’s, opgesteld in opdracht van de minister van Onderwijs. In 2020 presenteerde historicus James Kennedy een nieuwe, politiek correcte versie.

De al sinds 2004 bestaande ‘Week van de Geschiedenis’ maakte in 2011 een doorstart als ‘Maand van de Geschiedenis’. Honderden musea, bibliotheken, boekhandels en andere culturele organisaties doen mee, zowel op locatie als online. Op vrijdag 1 oktober begint de nieuwste editie.

Geschiedenis is in Nederland booming business en dat lijkt inmiddels heel vanzelfsprekend. Maar juist wie de historie een beetje kent, weet beter.