De groeiende steun voor Taiwan

19 september 2021Leestijd: 3 minuten
De Taiwanese vlag wordt gehesen op de voormalige Chinese ambassade in Litouwen. Foto: EPA.

In de zich ontwikkelende machtsstrijd tussen het Westen en China zijn er wel vier redenen om te voorkomen dat Taiwan wordt opgeslokt door de Chinese Communistische Partij van Xi Jinping, schrijft Edouard Prisse in een ingezonden opinie. Samen vormen deze vier een sterk argument om Taiwan koste wat het kost te beschermen, in plaats van weg te kijken en de dingen maar te laten gebeuren.

Allereerst is er het lot van 23 miljoen Taiwanezen. Wij wensen hun de dictatuur van Peking natuurlijk niet toe. Dan is er het signaal dat opslokken geeft aan kleinere landen in de regio over de macht van China, ten derde is er het feit dat wij een goedgeleide democratie niet zo maar in  handen willen laten vallen van de harde dictatuur, want dan verliezen wij ook ons geloof in onszelf. Ten slotte is er de wereldwijde schaarste aan computerchips, terwijl Taiwan zowel qua productievolume als technisch bij de wereldtop hoort. Bij opslokken zou dat enorme industriële belang naar onze grootste industriële en politieke tegenstrever gaan. Ook zakelijk zou dat dus een ramp zijn en ook dat is bepaald niet de bedoeling.

Edouard Prisse (1938) is schrijver, consultant en voormalig zakenman. Hij schreef het boek Is China Taking Over? over de relatie tussen China en het Westen.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

Taiwan is sinds 1971 geen lid van de Verenigde Naties (VN), en haar burgers zijn uitgesloten van alle VN- gebouwen wereldwijd. Taiwan doet nu een aanvraag om als vertegenwoordiger, of op zijn minst als waarnemer voor haar 23 miljoen inwoners, te worden betrokken bij vergaderingen, mechanismen en activiteiten als bijdrage aan de internationale gemeenschap. Dit in overeenstemming met de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, de Sustainable Development Goals (SDG’s, duurzame ontwikkelingsdoelen).

In Europa is kentering zichtbaar: Litouwen opende kantoren in Taiwan

China zal dat met man en macht willen tegenhouden. Maar er is in Europa een kentering zichtbaar, de zaakkomt in beweging. Op 20 juli besloot Litouwen een ‘Taiwan Representative Office’ in Vilnius te openen en op 7 augustus besloot het ook in Taipei een handelskantoor te vestigen. Ook zou daarbij de naam Taiwan worden gebruikt en niet zoals eerder slechts de naam van de stad Taipei, wat een mate van erkenning door Litouwen inhoudt. China was meteen woedend, haalde zijn ambassadeur terug, stuurde de ambassadeur van Litouwen naar huis en legde de handel met Vilnius stil.

In Europa raakt men geïrriteerd over dit Chinese gebruik van handel als politiek dwangmiddel. Nu Slovenië voor zes maanden president van de Raad van Europa is, heeft zijn premier Janez Jansa dan ook per brief aan de regeringen van alle 27 lidstaten gevraagd om ‘achter elk lid van de Europese Unie te staan als dat onder druk wordt gezet’. En er is meer.

Hoe meer landen Taiwan (indirect) erkennen, hoe beter

Afgelopen woensdag 17 september heeft het Zwitserse parlement met grote meerderheid een motie aangenomen tot versterking van de banden met Taiwan, zowel op zakelijk, politiek, wetenschappelijk als cultureel gebied. Ook daarin zit indirect een erkenning van het recht van bestaan van Taiwan. Hoe meer landen daarin meegaan, des te duidelijker wordt China teruggefloten en des te minder kan China handelstegenmaatregelen nemen, want als dat groot zou worden, zou Peking zichzelf gaan benadelen. De vraag is nu: laat onze Tweede Kamer van zich horen of blijven wij stil?