De zakelijke borrel is een sociaal mijnenveld

14 juli 2021Leestijd: 3 minuten
Kantoorpersoneel van de Zuidas borrelt na afloop van de werkdag. Foto: ANP.

In oudtestamentische tijden werd al gekibbeld over de mores die horen bij een borrel. Dat is nooit veranderd: vooral het drinken van een drankje in werkgerelateerde sferen is tegenwoordig een sociaal mijnenveld, constateert Constanteyn Roelofs.

Ergens tussen de schatten van het British Museum ligt een kleitablet die qua formaat overeenkomt met een stapeltje bankpassen. Het is een brief en de ontvanger, ene Isi-anniya, zal er vast niet al te blij mee zijn geweest toen ie ergens in de jaren tussen 1200 en 1500 voor Christus op zijn Babylonische mat plofte. Het is namelijk een boze brief, zo lezen we in de vertaling die de Nederlandse onderzoeker dr. Elyze Zomer maakte.

De beest uithangen met een paar glaasjes te veel was er niet bij

Constanteyn RoelofsWekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

De reden dat de (onbekende) schrijver ontstemd was, is omdat hij het gevoel heeft dat Isi-anniya hem onbeschoft heeft behandeld. Niet alleen had hij tegen een andere kennis geroddeld over de schrijver (iets wat de stadsgod zeker zou afkeuren), maar vooral omdat hij de faux pas heeft begaan om hem nogal stiefmoederlijk te bedelen met de drank! Hoewel de klager wel in de kroeg was ontvangen, kreeg hij slechts een ‘decente’ hoeveelheid bier. Even lekker de beest uithangen en net even een paar vaasjes te veel achterover klokken, was er niet bij. Tot overmaat van ramp werd hij bij een tweede bezoek niet eens uitgenodigd voor een borrel! Onaardig, krast de beste man in het tablet, want toen er laatst een ondergeschikte van Isi-anniya bij mij op bezoek was, werd hij onthaald op een rijkelijk vloeiende tap.

Rare jongens, die Babyloniërs. Nu nemen wij in het Nederland van de 21ste eeuw het bier lang niet zo serieus als de bewoners van de Vruchtbare Halvemaan. Wij hebben bijvoorbeeld geen biergodinnen en wij zien het thuis brouwen van bier vooral als aardige hobby voor mannen met baardjes en buikjes, niet als essentiële vaardigheid van iedere goede huisvrouw. In de Wetten van Hammurabi staat niet voor niets dat iedere kroegbazin die haar stamgasten oplicht zonder pardon het water in wordt gesmeten.

Meer van Constanteyn Roelofs over dit onderwerp: Hygiënemaatschappij is voor echte, ‘vieze’ mens onleefbaar

Toch zijn er bepaalde patronen nog onveranderd gebleven: komen de mannen op bezoek, dan gaat de tap open. Het duurde dan ook niet lang toen we na de lange coronawinterslaap weer zakelijke borrels mochten organiseren voor het balboekje van des vaderlands professionals weer volliep – en er dus vast al weer menig glas (te veel) is geheven. Zulke tradities van duizenden jaren oud laten zich niet in de weg zitten door een virusje.

Het is beter zaken doen na een borrel, maar het risico is ook groot

Toch is het wel grappig dat zakelijk drinken ook in de wereld van het Oude Testament een sociaal mijnenveld was. Ook nu is het nog een hachelijke onderneming: aan de ene kant is het natuurlijk altijd beter zaken doen met iemand met wie je een rijkelijk gesmeerde sociale band hebt opgebouwd, maar van de andere kant is het risico op gênante ellende levensgroot.

Een schuine mop te veel, een stagiair die de borrel nog te studentikoos aanvliegt en die tot schande van het kantoor uit de kroonluchters moet worden gevist, per abuis gelekte zakelijke geheimen, een wat al te vrijpostige bepoteling van een aantrekkelijke zakenrelatie, de mensen die tot tranen toe een zakelijke borrel verwarren met een gelegenheid waarbij alle frustraties en emoties over het leven en de liefde naar buiten mogen treden… En, zoals dit geval wel aangeeft, de balans die de gastheren en vrouwen moeten zien te treffen tussen vulgair exces en zuunigheid! Lastig, lastig, vooral omdat je het sociale mijnenveld niet nuchter mag navigeren.