Verlies van decorum gaat samen met verslonzing van bestuurscultuur

02 juni 2021Leestijd: 3 minuten
rutte prik

Dat premier Mark Rutte (VVD) ongedwongen op de fiets kan stappen in zijn sportkloffie is een soort lakmoesproef voor een gezonde, ‘Nordic’ democratie, schrijft Constanteyn Roelofs. Maar met die verslonzing gaat ook wat verloren.

Hoe het gekomen is weet ik niet, maar ik bouw de laatste tijd op social media een aardig tweede leven op als kledingcriticus. Niet dat ik zo’n goed gevulde kast of verfijnde smaak heb, maar een paar valse opmerkingen over de pakjes van de mensen op de televisie maken je in dit land van gezondheidsschoenen dragende blinden al snel Koning Eenoog.


Constanteyn RoelofsWekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

De consternatie in mijn WhatsApp was dan ook groot toen onze premier zich liet vaccineren en het plaatje liet verspreiden op social media. Mark Rutte was namelijk gekleed in iets wat met het gebruikelijke eufemisme kan worden omschreven als ‘vrijetijdskleding’. Een T-shirtje, een verwassen pet, dito spijkerbroek…

Van der Steur ergerde
zich aan kleding in de trein

Waarheen, ons vaderland, vroegen mijn correspondenten – uit alle hoeken van het politieke kompas – zich af. ‘Joh, hou die pet anders even op binnen,’ schreef iemand. De zaak leent zich tot allerlei grappigheden in de lijn van de gevallen minister Ard van der Steur (VVD), die ooit tot zijn groot chagrijn de trein moest nemen en daar werd geconfronteerd met allerlei mensen in sportkleding die duidelijk niet van plan waren om te sporten. Toch zit er nog een aantal diepere lagen in de zaak die zich voor nader onderzoek lenen.

Aan de ene kant is het natuurlijk ergens mooi dat we in een land leven waar de hoogste burger zich gewoon ongedwongen op de fiets kan bewegen. Het is een soort lakmoesproef voor een gezonde, ‘Nordic’ democratie dat je als ambtsdrager zonder rigide protocol of uitgebreide motorcade door het leven kan, omdat er immers geen gewelddadige rebellen, jihadisten of Rode Brigades zijn die weleens heel andere ideeën zouden kunnen hebben over de lengte van je ambtstermijn.

Zo lekker gewoon gebleven

Zo’n premier van ‘je’ en ‘jij’ hoeft zich ook niet te verschuilen achter dure pakken en kan gewoon voor het oog van de publieke opinie op sneakers naar buiten. Gelukkig maar, denkt de burger dan: de belangrijkste meneer van het land is zo lekker gewoon gebleven.

Van de andere kant moest ik bij deze zaak denken aan het inzicht waar de aardige en kundige onderzoeker Josse de Voogd ooit mee kwam, namelijk dat het verleidelijk is om de working class voor te stellen als een stel ondergetatoeëerde dikkers in bontbedrukte sportkleding en dat je de befaamde kloof met het klootjesvolk dus kunt overbruggen als je zelf ook sneakers en een smakeloos sporthemd aantrekt – maar dat is niet de volledige realiteit.

Groot deel van de dag in uniform

De meeste werkende mensen brengen een groot deel van hun dag door in uniform. Kassameisjes, installateurs, agenten, BOA’s, (een groot deel van het) horecapersoneel – allemaal veranderen ze in hun baan als ze hun pak aantrekken. Uniformen regelen in die zin in belangrijke mate ook het sociale verkeer en er kleven allerlei gedrags- en beleefdheidscodes aan. Mark wordt pas premier Rutte als hij eruitziet als een premier.*

Enfin, we kunnen natuurlijk allemaal wel doen alsof de jaren zestig ons hebben bevrijd van dwingende sociale normen en dat het gaat om de mens en zijn ideeën, niet om de pakkies die we aantrekken. Wij van de reactie zijn echter niet van mening dat de zedenverwildering van de jaren zestig een goed idee was en zien ons gesterkt door de observatie dat het verlies van decorum samengaat met verslonzing en corrumpering van de bestuurscultuur. Uiterlijkheden als pakken, eretekens en totemische voorstellingen van functies binnen een hiërarchie blijven belangrijk, ook al is de sosjale tejorie daartegen: Sinterklaas zonder zijn mijter is immers ook maar gewoon de buurman van drie huizen verderop.

*: Populistische politici danken in de ogen van De Voogd overigens een flink deel van hun populariteit aan het feit dat ze nog wel de pakkies aantrekken die we associëren met macht en vertrouwen. De feiten lijken dit te onderschrijven: Wilders zul je nooit zonder pak zien en met Fortuyn en Hiddema hebben we nog meer bewijs voor de stelling dat juist extravagante pakken het goed doen bij de shagrokende joggingbroekdragers. Jort Kelder trok persoonlijk nog de outfit van Baudet recht toen hij naar het Haagse toneel ging. Geen academische slodderpakken meer!