Europa onderschat het strategisch belang van staal

10 juni 2021Leestijd: 3 minuten
Medewerker Tata Steel in IJmuiden. Foto: ANP

De Europese Unie heeft te weinig gedaan tegen te goedkope importen uit China en de ondoordachte verkoop van Hoogovens aan British Steel. Daardoor zit Tata Steel IJmuiden nu in het milieuverdomhoekje, schrijft Henk de Hullu in een ingezonden opinie.

Na de olie-industrie is de staalindustrie de grootste ter wereld. Staal is net als olie een belangrijke grondstof, basismateriaal voor tal van toepassingen. Daarom is staal te beschouwen als een strategisch materiaal. Daarvan is China zich zeer bewust, Amerika ook, maar Europa niet.

Henk de Hullu is metaalkundig ingenieur en werkte in diverse directiefuncties bij Hoogovens. Tegenwoordig is hij adviseur voor kleine zelfstandig ondernemers.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

De wereldwijde staalproductie is in de afgelopen 25 jaar toegenomen van 750 miljoen ton in 1995 tot circa 1.900 miljoen ton in 2019. China was tot het jaar 2005 importeur van staal. Sindsdien heeft de Chinese overheid ervoor gezorgd dat grote investeringen werden gedaan in de productie van staal. Inmiddels produceert China ongeveer 950 miljoen ton staal per jaar. Dat is de helft van de wereldproductie.

Staalprijzen staan onder druk

Het gevolg is dat er nu wereldwijd overcapaciteit is en er ook meer wordt geproduceerd dan er wordt gebruikt. Als gevolg van die overcapaciteit en overproductie, vooral in China, staan de staalprijzen onder druk. De prijzen op de wereldmarkt zijn onvoldoende om winstgevend te kunnen produceren.

China exporteert onder de kostprijs. Maar Europa voert nauwelijks antidumping-maatregelen in voor Chinees staal, terwijl Amerika dat wel doet. Gevolg is dat weinig landen exporteren naar Amerika, en dat deze landen, zoals Japan en Zuid-Korea, ook meer exporteren naar Europa. Met nog meer prijsdruk en nadelige gevolgen voor de Europese staalindustrie, ook voor Tata Steel (vroeger Hoogovens) in IJmuiden.

Hoge milieu-investeringen belemmeren verkoop

Een extra probleem voor het voormalige Hoogovens, is de verkoop in 1999 aan British Steel. British Steel stond erom bekend weinig te investeren in nieuwe technologie en vooral dividend te betalen aan aandeelhouders. Het laat zich raden dat de overname geen succes was, met als gevolg sluiting van uitgewoonde fabrieken in Engeland, gevolgd door de verkoop van Corus (de nieuwe naam van de combinatie British Steel en Hoogovens) aan het Indiase Tata.

De laatste maanden is gesproken over een mogelijke verkoop van Tata IJmuiden aan SSAB in Zweden. De Zweden zien er echter van af, en de reden is hoogstwaarschijnlijk de hoge milieu-investeringen die in IJmuiden moeten worden gedaan. De overname door SSAB zou mijns inziens niet stuiten op mededingingsregels. De marktaandelen van Tata IJmuiden en SSAB zijn klein.

Conclusie: het niet-handelen van de Europese Unie (waarvan Nederland voorstander was) tegen te goedkope importen uit China en de ondoordachte verkoop van Hoogovens aan British Steel, hebben eraan bijgedragen dat het bedrijf thans in het milieuverdomhoekje zit en niet winstgevend is. Dat wil niet zeggen dat bij beter antidumping-beleid Tata IJmuiden thans een brandschoon bedrijf zou zijn. Wel zou er aanzienlijk meer te besteden zijn geweest aan investeringen in schone technologie.