Gaza-conflict: waarom het veel sterkere Israël nooit kan winnen

13 mei 2021Leestijd: 3 minuten
PALESTINIAN - ISRAEL - CONFLICT - WBANK

Voor de zoveelste keer  is het oorlog tussen Hamas en Israël. Het tellen van de slachtoffers aan beide zijden is begonnen. De partij die de meeste mensen heeft gedood, wordt steevast gezien als de slechterik, schrijft Robbert de Witt. En dat is natuurlijk altijd weer Israël.

Wat moet je anders, als de Joden je huizen met geweld afpakken? Wat moet je anders, als de Palestijnen raketten laten regenen op je dorpen en steden?

Om met de eerste vraag te beginnen: de onteigening van huizen waar Palestijnen wonen, in de wijk Sjeik Jarrah in Oost-Jeruzalem, wordt door velen beschouwd als de steen des aanstoots voor de uitbarsting van Palestijnse woede. Critici van Israël zien hierin het bewijs dat Israël Oost-Jeruzalem wil afpakken van de Palestijnen, om zo een Palestijnse staat onmogelijk te maken.

Robbert de Witt (1978) is Buitenlandredacteur bij Elsevier Weekblad. Hij blogt wekelijks op donderdag over mondiale ontwikkelingen en de gevolgen ervan voor Nederland en Europa.

Onteigening plaatst Israël
voor een probleem

Maar je kunt het net zo goed zien als een particuliere kwestie: opeenvolgende Israëlische rechters hebben, met verwijzing naar eigendomspapieren, bepaald dat de huizen inderdaad eigendom zijn van andere mensen dan de bewoners. Wie meent dat dit een oneerlijke gang van zaken is, vertrouwt de onafhankelijke rechtspraak in Israël niet, of maakt er een etnisch-religieus conflict van door te suggereren dat de Joden Jeruzalem moslimvrij willen maken.

De onteigening plaatst de staat Israël wel voor een moreel-juridisch dilemma. Als Joden hun huis kunnen opeisen, mits zij kunnen aantonen dat zij of hun familie eigenaar waren van huizen waar nu Palestijnen wonen, dan zou dat andersom uiteraard ook moeten gelden. In zogenoemde vluchtelingenkampen in onder meer de Palestijnse Gebieden, Jordanië en Libanon, beweren miljoenen Palestijnen dat zij de sleutel hebben van een huis in Israël. Iedere Israëliër weet wat er met zijn land gebeurt als dit ‘recht op terugkeer’ wordt gehonoreerd: de bevolking van de staat Israël zal in meerderheid Arabisch worden.

Omgekeerd kun je zeggen dat als critici menen dat Israël de huizen van Palestijnen niet mag onteigenen, het recht op terugkeer dus ook niet geldt. Maar dat zullen de verdedigers van de Palestijnen dan vast weer niet willen.

Publieke opinie keert zich tegen Israël

Intussen is het geschil over de huizen in Oost-Jeruzalem alweer uit beeld verdwenen en gaat het over het gebruik van geweld door beide partijen. Zoals steeds, reageert de buiten Israël weinig populaire premier Benjamin Netanyahu keihard. En zoals steeds zal de publieke opinie buiten Israël zich opnieuw tegen zijn land keren, als er beelden van burgerslachtoffers in de Palestijnse Gazastrook naar buiten komen.

Maar dan is dus de vraag: wat moet Israël dan doen? Welk land zou zo’n rakettenregen – het gaat inmiddels om honderden per dag – op zich laten neerdalen? Iemand de andere wang toekeren als hij wordt geslagen, is een christelijk concept dat onder regeringen om begrijpelijke redenen weinig navolging krijgt.

Lees ook de speciale editie van EW Ons Israël

In de doolhof van de Gazastrook

Je houdt je hart vast als het IDF, toch een van de sterkste militaire machines die er zijn, de dichtbevolkte Gazastrook binnentrekt. De Israëliërs hebben dan wel geleerd van de felle kritiek op het aantal burgerdoden dat bij eerdere conflicten viel, maar ook alle hightech-middelen om onnodige slachtoffers te voorkomen, zullen nieuwe Palestijnse doden niet kunnen tegenhouden. Pamfletten strooien, tv- en radiozenders hacken om te waarschuwen voor een bombardement, bellen, en eerst onschuldige projectielen laten vallen (roof-knocking): het zal vast helpen.
Maar als een paar duizend gespannen soldaten te voet door de dichtbebouwde doolhof van de Gazastrook trekken, waar burgers niet meteen zijn te onderscheiden van militanten, dan kan het zomaar misgaan.

Het tellen van de slachtoffers is al begonnen

Het is een strijd dus die Israël militair wel kan winnen, maar die publicitair alleen maar te verliezen is. Want het tellen van slachtoffers aan beide zijden is al begonnen. De slechterik in het conflict is steevast degene die bij de ander de meeste mensen heeft gedood.

En dan vraag je je toch af: zou het ‘eerlijker’ zijn, of ‘proportioneler’, als Israël niet een hypermodern leger tot zijn beschikking heeft, maar ook een voorraad van een paar duizend, door Iran gefinancierde raketten om op willekeurige doelen af te vuren?