Coronacrisis raakt ook belastingparadijzen na historische draai Verenigde Staten

12 april 2021Leestijd: 3 minuten
De Amerikaanse president Joe Biden en minister van Financiën Janet Yellen. Foto: AFP.

Verandert de coronacrisis de Nederlandse economie  ingrijpend? Belastingontwijking door multinationals zou wel eens moeilijker kunnen worden, schrijft Marijn Jongsma.

Al jaren wordt er in de club van rijke industrielanden OESO gesproken over een wereldwijd minimum belastingtarief, om de race to the bottom te stoppen.

Grote, wereldwijde ondernemingen kunnen hun belastingdruk tot het minimum beperken door winsten zoveel mogelijk daar te laten neerstrijken waar de belastingdruk het laagst is – met als gevolg steeds verder dalende tarieven.

Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij EW. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.

Een Amerikaanse draai

De regering-Trump zag weinig in afspraken in OESO-verband, en zonder medewerking van de Verenigde Staten ligt het proces stil. Zijn opvolger Joe Biden zorgde vorige week voor een doorbraak. Zijn minister van Financiën Janet Yellen pleit nu voor een wereldwijd minimumtarief voor grote multinationals, in combinatie met (gedeeltelijke) heffing in de landen waar de activiteiten plaatshebben. Het geopperde tarief van 21 procent zit onder dat in Nederland, maar fors boven dat in een land als Ierland.

De uitwerking van afspraken zal allesbehalve eenvoudig zijn. Welke ondernemingen gaan onder zo’n internationaal minimumtarief vallen? Hoe hoog moet zo’n tarief precies zijn? En hoe verdeel je de belastinginkomsten tussen landen? Bij digitale diensten is de geografische herkomst van de inkomsten mistiger dan bij een koekjesfabriek.

Een wapen tegen de digitaks

Vanwaar de draai van Biden? Het zijn vooral de dominante Amerikaanse techbedrijven zoals Amazon, Facebook  en Google die zwaar onder vuur liggen om hun lage belastingbijdrage in de landen waarin ze actief zijn. Pakt een wereldwijd minimumtarief niet nadelig uit voor zijn eigen achterban?

Dat valt te bezien. De weerstand tegen de zwakke belastingmoraal van de Amerikaanse Big Tech-bedrijven groeit, en onder meer Frankrijk dreigde eerder met een digitaks. Brusselse plannen om in de gehele Europese Unie bedrijven als Google te belasten, zijn op de lange baan geschoven in afwachting van initiatieven in OESO-verband. Het is goed denkbaar dat de regering-Biden het schrappen van een ‘anti-Amerikaanse’ digitaks afdwingt in de onderhandelingen.

De rol van de pandemie

Welke rol speelt de coronacrisis hierin? Om te beginnen heeft de pandemie de digitalisering van de economie verder versterkt, en daarmee de rol van Amerikaanse techbedrijven. Hoe meer winst die maken, des te meer de relatief lage belastingdruk onder vuur komt te liggen.

Daarbij komt dat overheden door forse steunpakketten en lagere belastinginkomsten uit het midden- en kleinbedrijf hun schulden fors hebben zien oplopen. Onder leiding van Biden gaan de Verenigde Staten aan kop met een indrukwekkend investeringsprogramma.

Nou maken Amerikanen zich dankzij de dominante rol van de dollar niet snel druk over oplopende tekorten en staatsschuld. Maar Washington zal de grenzen van de mogelijkheden niet willen opzoeken. Het wereldwijde voorstel van Biden valt samen met plannen om de bedrijfsbelasting in het land zelf ook te verhogen. Om te voorkomen dat er daardoor belastingontvangsten weglekken, zijn afspraken over minimumtarieven in OESO-verband geen overbodige luze.

Een historische stap?

De vermaarde econoom Joseph Stiglitz, winnaar van de Nobelprijs voor de economie in 2001, stelt een eventueel mondiaal akkoord over een minimumtarief al gelijk aan het Klimaatakkoord van Parijs. Historisch van groot belang dus, al is de uitvoering niet eenvoudig. In een begin maart verschenen open brief aan Joe Biden noemt Stiglitz belastingontwijking ‘een van de meest giftige aspecten van de globalisering’, waardoor overheden jaarlijks 240 miljard dollar mislopen.

Het gaat in dit geval natuurlijk niet alleen om de opbrengsten, maar ook over de maatschappelijke onvrede die belastingontwijking meebrengt. De coronacrisis werkt daarbij als een katalysator: het geld is hard nodig, en de techbedrijven maken alleen maar meer winst.

Het is natuurlijk een illusie om te denken dat er daadwerkelijk een waterdicht mondiaal belastingsysteem mogelijk is. Tegenstanders ervan gebruiken dit zelfs als argument om er maar helemaal niet aan te beginnen. Met dat soort cirkelredeneringen komen we weinig verder.

Belastingparadijzen zien de bui al hangen

De belastingspecialisten die tegen hoge tarieven constructies opzetten om de belastingdruk zo laag mogelijk te houden, zien vergaande harmonisatie logischerwijs minder zitten. Tax Justice Network noemde eerder dit jaar Nederland als een van de belangrijkste draaischijven in belastingontwijking, onder meer mogelijk doordat we met een veelheid aan landen (en dus ook belastingparadijzen) belastingverdragen hebben gesloten.

Trumps voorganger Barack Obama omschreef Nederland in 2009 zelfs als een belastingparadijs. De OESO-strijd tegen belastingontwijking kost de bedrijven die dit faciliteren geld. Klagen daarover zal in OESO-verband weinig indruk maken.