Van de ongeveer 2,2 miljoen gepensioneerden die naast hun AOW-uitkering een andere pensioenuitkering krijgen, merkt een deel pas bij de aangifte voor de inkomstenbelasting dat zij fors moeten bijbetalen. Volgens de staatssecretaris van Financiën valt daaraan niets te doen, behalve ‘betere communicatie’ door de betrokken partijen, schrijft Jeroen van Wensen.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB), pensioenfondsen en verzekeraars weten niet van elkaar aan wie zij een pensioenuitkering verstrekken. En dat leidt tot fouten bij het vaststellen van het juiste bedrag aan loonheffing dat zij inhouden op de uitkering. Bij de berekening van de in te houden loonbelasting, gaan zij namelijk alleen uit van het pensioen dat zij zelf aan gepensioneerden uitkeren. Met als gevolg dat de SVB en pensioenfondsen vaak met een te laag belastingtarief rekenen, waar eigenlijk een hoger tarief van toepassing is. Dat is snel het geval bij meerdere pensioenuitkeringen.
Overleg met de staatssecretaris
Het gevolg is dat gepensioneerden met meerdere inkomensbronnen in ongeveer 40 procent van de gevallen moeten bijbetalen.
In juni 2020 stipte belastingadviseur Henk Bluemink dit probleem aan in EW . Daarop begon de Tweede Kamer met een schriftelijk overleg met staatssecretaris Hans Vijlbrief (D66) van Financiën over de naheffingsaanslag voor gepensioneerden. Met vrijdag 5 februari de (terechte) conclusie dat alleen de gepensioneerde dit probleem kan oplossen. Die zou namelijk bij meerdere pensioenuitkeringen altijd een voorlopige aanslag moeten aanvragen bij de Belastingdienst.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout
Uw sessie is verlopen
Wilt u opnieuw inloggen