Alleen de media vinden Nederlandse literatuur nog interessant

De tijden dat schrijvers als Harry Mulisch, Maarten ’t Hart, Adriaan van Dis en Connie Palmen de bestsellerlijsten domineerden, zijn voorbij. Uit de jongste cijfers over de boekenmarkt blijkt dat Nederlandse literatuur een kaboutersector is geworden, constateert Roelof Bouwman.

Sinds 1997 maakt de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek bij de start van het nieuwe jaar de ‘CPNB Top 100 bestverkochte boeken’ bekend. Voor fanatieke lezers of mensen die het – om wat voor reden dan ook – interessant vinden om de boekenmarkt te volgen, is het een niet te missen informatiebron.

Met z’n allen, zo berekende de CPNB, kochten we vorig jaar 41 miljoen boeken (plus 4 procent) met een totale waarde van 597 miljoen euro (plus 6 procent). De afzet, die in 2019 met bijna 4 procent kromp, is daarmee terug op het niveau van de jaren 2016-2018.

Is dat goed nieuws? Het is maar net hoe je het bekijkt. In 2008, toen Nederland ruim 1 miljoen inwoners minder telde dan nu, gingen er nog 50 miljoen boeken over de toonbank.

Fysieke boekenverkoop kromp flink

Als direct gevolg van de coronacrisis explodeerden de omzetcijfers van de onlineboekenverkoop: plus 27 procent. Het fysieke verkoopkanaal daarentegen kromp met 11 procent. Dat had vooral te maken met de tweede, ‘harde’ lockdown waarbij ook boekwinkels hun deuren moesten sluiten in de doorgaans zeer lucratieve laatste weken van het jaar.

Nog interessanter is de CPNB-informatie op titelniveau. We zien dan dat van de tien bestverkochte boeken in 2020 er zes op naam staan van Lucinda Riley. Met Zon – het zesde deel in de bestsellerserie ‘De Zeven Zussen’ – bezet ze ook de nummer-één-positie in de lijst. Van dat boek zijn vorig jaar 227.000 exemplaren verkocht.