Wilders krijgt geld uit Amerika. So what?

19 januari 2021Leestijd: 3 minuten
Hoger beroep Wilders om Marokkanen-zaak. Foto: ANP.

PVV-leider Geert Wilders gebruikt geld van een Amerikaanse stichting om zijn advocatenkosten te betalen. Moet de overheid hem dwingen meer openheid te geven over zijn financiën? Nee, dat is nergens voor nodig, schrijft Roelof Bouwman.

Roelof Bouwman

Roelof Bouwman is historicus en journalist. Hij schrijft wekelijks over politiek, geschiedenis en media.

Sinds Geert Wilders in 2006 de Partij voor de Vrijheid (PVV) oprichtte, heeft hij veel kritiek te verduren. Meestal heeft die kritiek betrekking op zijn standpunten. Veel opponenten van Wilders zijn van mening dat hij opvattingen heeft die het predicaat ‘xenofoob’ en/of ‘islamofoob’ verdienen. Ook is de PVV-leider er al vaak van beschuldigd dat hij een racist of – nog erger – een fascist zou zijn.

Merkwaardig verwijt

Hoewel deze verwijten vaak niet uitstijgen boven het niveau van een scheldpartij, zou je met een beetje goede wil kunnen spreken van inhoudelijke kritiek.

Maar vaak blijft het daar niet bij. Naast verkeerde standpunten heeft de PVV volgens veel critici ook een verkeerd organisatiemodel. De PVV is namelijk geen democratische ledenpartij, maar een vereniging met besloten karakter – met Wilders als enige lid.

Het is een wat merkwaardig verwijt. Want natuurlijk is niet het toelatingsbeleid voor leden bepalend voor het democratische gehalte van een politieke organisatie, maar de doelen die worden nagestreefd.

Precies om die reden stond bijvoorbeeld de NSB van Anton Mussert te boek als een ondemocratische partij, hoewel iedereen er lid van kon worden. Idem dito bij de voormalige CPN: leden waren daar van harte welkom en vergaderden er lustig op los. Maar omdat de marxistisch-leninistische beginselen van de partij haaks stonden op de fundamenten van ons parlementaire bestel, werden communisten slechts zelden aangemerkt als democraten.

Ledenpartijen waren er niet bij ontstaan parlementaire democratie

Bovendien: wie een ledenpartij beschouwt als het summum van democratische gezindheid, vergeet dat dergelijke partijen nog helemaal niet bestonden toen ons land halverwege de negentiende eeuw een parlementaire democratie werd.

Zo is Johan Rudolph Thorbecke, om maar eens een politieke grootheid uit die dagen te noemen, nooit lid geweest van een politieke partij. Aanvankelijk namen aan Tweede Kamerverkiezingen namelijk geen partijen deel, maar – verdeeld over kiesdistricten – uitsluitend individuele kandidaten met een eigen politiek program.

Wilders’ optreden past wel een beetje bij die parlementaire ‘oervorm’. Ledenpartijen werden in de negentiende eeuw niet gezien als bevorderlijk voor de democratie, maar juist als een potentieel gevaar. Volksvertegenwoordigers, zo werd gedacht, zouden dan het risico lopen partijvertegenwoordigers te worden.

Een ander verwijt dat Wilders om de haverklap wordt gemaakt, betreft de ondoorzichtige geldstromen bij de PVV. Ook vorige week kwam de kwestie weer in het nieuws. Het onderzoeksplatform Follow the Money (FTM) meldde dat het advocatenkantoor van Gert-Jan Knoops, dat Wilders bijstond in zijn ‘minder Marokkanen’-zaak, in 2017 213.686 dollar ontving van een Amerikaanse stichting. Deze stichting, de International Freedom Alliance Foundation (IFAF), is volgens FTM in 2014 opgericht door Wilders.

Meer openheid niet nodig

De PVV-leider reageerde op Twitter: ‘Ik sta al tien jaar voor de rechter in een politiek proces omdat ze me de mond willen snoeren. Dat kost tonnen aan advocaatkosten. Ben blij met de steun van velen uit binnen- en buitenland. Heb zelf nooit één cent ontvangen. Ga wat nuttigs doen @FTM_nl!’

Is de kous daarmee af of zou de overheid, zoals sommigen vinden, Wilders eigenlijk moeten dwingen tot meer openheid over zijn financiën?

Nee, dat laatste is helemaal nergens voor nodig. Om te beginnen heeft de staat – zolang de Belastingdienst maar niet wordt opgelicht – niets te maken met de wijze waarop leden van de Tweede Kamer geld inzamelen. In een parlementaire democratie controleren volksvertegenwoordigers de regering – niet andersom.

Behalve principieel onjuist, is overheidsingrijpen ook totaal overbodig. Want het mooie van onze democratie is dat de kiezers, mochten ze dat willen, de kwestie helemaal zelf kunnen oplossen.

Hoe? Heel simpel. Wie het zaakje niet vertrouwt en vindt dat de PVV te geheimzinnig doet over financiële giften, staat het bij verkiezingen, ook die van 17 maart, volkomen vrij om op een andere partij te stemmen.

Wat zijn dingen soms toch eenvoudig.