Is cabaret eigenlijk nog wel leuk in 2020?

30 december 2020Leestijd: 2 minuten
Youp van 't Hek - ANP

Morgen gaat bij Constanteyn Roelofs de champagne om twaalf uur open, niet omdat 2021 begint, maar omdat 2020 voorbij is. Het was een jaar om maar weer vlug te vergeten. Valt er dan nog wel wat te lachen bij de Oudejaarsconference?

Liefdesverdriet, dichte kroegen, sterfgevallen, weer geen boek geschreven… Nog heel even de Oudejaarsconferences uitzitten en dan is het weer voorbij. Hoewel? Is dat eigenlijk nog wel leuk in 2020, cabaret, en dan vooral satire?

Constanteyn Roelofs
Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

In het identitaire sociale-media-tijdperk waarin we allemaal zo lekker onszelf mogen zijn en dat 24 uur per dag kunnen uitzenden, is er bijna niet meer tegenop te boksen, die malle typetjes.

De realiteit is nog veel grappiger dan de professionele grappenmakers kunnen verzinnen. Geen grap, ik had het laatst hierover met iemand die hier echt heel erg goed in is, en die wist het ook niet meer.

Moeilijk om te zien wat typetje of ‘identiteit’ is

Het is soms ook moeilijk te zien wat nou ernst, grap, typetje of ‘identiteit’ is, in 2020. Neem nou zo’n Ilja Leonard Pfeiffer, die met een slecht gestrikte vertegenwoordigersdas en Happy Socks een zwierige dandy met verstand van het goede leven en de klassieke herenmode speelt. Lachen! Of was dat niet de bedoeling?

Oh, en het koningshuis. Karikaturen maken wordt steeds lastiger. Vroeger kon je nog een beetje goede sier maken in het café door met een lijzig Duits stemmetje grappen te maken over elefantjes en frauleins boiten de tuur, nu verzorgen ze zelf gewoon het comic relief.

Constantijn in de voetsporen van Prince Harry

Startup-prins Constantijn staat namelijk bij elke gelegenheid gewoon met droge ogen te vertellen dat het maar eens afgelopen moet zijn met privilege – weg met de witte man en lang leve de diversiteit! Net als zijn Britse collega-prins Harry ziet hij het als zijn taak om als prins van den bloede (man, rijk, hetero) te vertellen dat erfelijk geluk in het leven iets van vroeger is. Privilege verplicht. Als je het zou verzinnen als cabaretier, gelooft het publiek dat natuurlijk nooit, maar toch gebeurt het allemaal echt.

Kortom, om wat te lachen te hebben, hebben we die gesloten theaters helemaal niet nodig. De regering heeft in al haar wijsheid besloten om cabaretiers en andere narren die de burgers spiegels voorhouden, niet als essentieel beroep te verklaren, en dat is volledig terecht. Als liefhebber van leuke typetjes kunnen we volgend jaar gewoon weer de bal het werk laten doen: camera aan, BN’er ervoor en kijken wat er gebeurt. Gratis vertier, kom er nog eens om in een economische recessie.