Geachte Gerard Blankestijn, uw optreden was onheus en onwaardig

21 november 2020Leestijd: 3 minuten
Gerard Blankestijn tijdens het verhoor. Foto: ANP

Publicist en communicatieadviseur Onno Aerden geeft wekelijks ongevraagd advies aan iemand in het nieuws. Deze week aan de voormalige baas van de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst, Gerard Blankestijn. Ging u nu werkelijk de schuld afschuiven? Boetedoening was vereist.

Onno Aerden

Publicist en communicatieadviseur Onno Aerden geeft wekelijks ongevraagd communicatie-advies aan iemand (m/v) die de publiciteit haalde.

U stond erbij en keek ernaar, terwijl een van de grootse schandalen uit de recente geschiedenis van Nederland zich ontrolde. De ‘toeslagenaffaire’: eufemisme voor het belazeren van duizenden doorgaans normale, belastingbetalende burgers. Maar wacht: werd u deze week niet verhoord door de parlementaire ondervragingscommissie naar die puinhoop omdat u daarvoor verantwoordelijk was? Met name SP-Kamerlid Renske Leijten, die samen met CDA-collega Pieter Omtzigt aan de basis staat van het blootleggen van uw wanbeleid, vroeg door.

Onbegrepen werkmachine

En wat zei u? ‘Dat doet pijn, dat heeft veel leed veroorzaakt.’ Maar ja, het lag allemaal aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘Wij voeren alleen maar uit, mevrouw. In dat geval ben ik ook klein, ik ben niet in staat om die wet te veranderen.’ En ja, natuurlijk zag u ook dat de goeden onder de kwaden leden. Sterker, dat het hele systeem niet deugde, maar ‘we kregen geen gehoor in Den Haag’.

Dat was het? De directeur als onbegrepen werkmachine? Leijten legde u uit dat u – eindverantwoordelijk voor de uitvoering – een eigenstandige bevoegdheid had. Maar ja, antwoordde u, die werkdruk hè. En u had ook wel andere dingen aan uw hoofd. Plotseling was u weer de grote meneer die zich niet al te veel persoonlijk kon bemoeien met details als het onterecht vastlopen van duizenden Nederlanders in een financieel moeras.

Belastingdienst geen gemakkelijke club

Ik zal de laatste zijn die de Belastingdienst een gemakkelijke club noemt. Zo was er een falende staatssecretaris (Frans Weekers), die uw mensen persoonlijk aanspoorde om ‘alles op alles’ te zetten om fraude met toeslagen te voorkomen.

En een bizarre vertrekregeling die tot een braindrain heeft geleid, een enorm verlies aan kennis en ervaring. Plus al te complexe wet- en regelgeving, een bedroevend imago (‘beerput van ellende’). Je zult er maar de baas zijn.

Maar dat wás u, zeven jaar lang, precies toen de boel uit de hand liep. Dat vergt, ik zeg het hier wel vaker, leiderschap. En leiderschap vergt weer eerlijkheid. Waarom zei u deze week niet tegen Leijten, tegen de onderzoekscommissie en vooral ook tegen al die gedupeerden: ja, het systeem was verrot. En ja, ik had moeten ingrijpen. Ik had mijn mensen natuurlijk moeten aansporen om beter te kijken naar alle individuele gevallen. Ik heb gefaald, ook al lag het niet alleen aan mij.

Een verhoor kan een persoonlijke catharsis zijn: gemeende woorden, recht uit het hart. Woorden die aankomen, die reinigen.

Aanleiding wegnemen

Het beeld dat nu is ontstaan: dit is de zoveelste bestuurder die zijn eigen straatje schoonveegt, de schuld bij anderen neerlegt en voor de vorm nog wat excuses maakt voor de stinkende puinhoop die hij achterliet.

Een buitengewoon slecht staaltje communicatie. Het valt te hopen dat uw opvolger het beter doet. Maar nog meer te hopen is dat er geen aanleiding meer zal zijn voor zo’n hoe dan ook beschamend optreden.