Dure sigaar uit eigen doos: Europa ‘geeft’ Noorden 438 miljoen euro

Friesland, Groningen en Drenthe krijgen 438 miljoen euro van de Europese Unie. Dat meldde staatssecretaris van Economische Zaken Mona Keijzer (CDA) afgelopen week. Dat is natuurlijk een beetje gek. Eigenlijk komt het geld gewoon van de Nederlandse belastingbetaler, maar wordt het op ingewikkelde en dure wijze via Brussel rondgepompt, schrijft Jelte Wiersma.

In Brussel staat het Huis van de Nederlandse Provincies. Dit is een gebouw van waaruit ambtenaren van de provincies bij de Europese Unie (EU) lobbyen om zoveel mogelijk geld voor hun opdrachtgever te bemachtigen. In Brussel deelt de Europese Commissie jaarlijks zo’n 145 miljard euro uit en daar willen de provincies graag een deel van. Ook is in Brussel de Nederlandse permanente vertegenwoordiging bij de EU gevestigd. Een deel van het werk van de diplomaten aldaar is Nederlands belastinggeld terug te halen naar Nederland. Nederland is immers per hoofd van de bevolking de grootste nettobetaler aan de EU. Jaarlijks gaat netto zo’n 6 tot 8 miljard euro naar Brussel. Of het 6 of 8 miljard is, hangt mede af van het succes van Nederland bij het terugclaimen en -krijgen van geld.

Curieuze geldrondpomperij

Vanuit het perspectief van de Nederlandse belastingbetaler is dat natuurlijk een nogal curieus gebeuren. Eerst betaalt de burger belasting, die wordt geïnd door met belastinggeld betaalde ambtenaren. Dan sluizen ambtenaren van het ministerie van Financiën dat geld door naar ambtenaren van de Europese Commissie. Daarna proberen politici zoals Mona Keijzer, Nederlandse diplomaten in Brussel en de met belastinggeld betaalde provinciale lobbyisten in Brussel een deel van dat Nederlandse belastinggeld weer terug te krijgen.