Antiracisten danken veel aan Verlichters die zij uit curricula willen verbannen

16 september 2020Leestijd: 3 minuten
ANP

Wie was er belangrijker voor de universitaire traditie?, vraagt Constanteyn Roelofs zich af. Is het de grondlegger van het empirisme, de vader van de wetenschappelijke methode en een groot voorvechter van de vrijheid van onderzoek, David Hume? Of is het een junk met een verdrietig leven dat eindigde in een confrontatie met de politie: George Floyd?

Constanteyn Roelofs

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Op het oog lijkt dat geen moeilijke vraag, maar omdat het 2020 is, is het dat wel. De universiteit van Edinburgh heeft namelijk de naam van een van de grootste Schotten aller tijden verwijderd van een universiteitsgebouw als gevolg van de ophef rond George Floyd, omdat Hume ‘problematisch’ zou zijn door zijn opvattingen over de slavernij.

Curricula zuiveren van witte mensen

De zaak laat de complexe verhouding zien tussen Verlichting en hedendaags antiracisme en past in de trend om curricula en uiterlijkheden van de universiteit te zuiveren van witte mensen, onder het mom van ‘dekoloniseren’. De Verlichters zijn immers dode witte mannen en dode witte mannen zijn allemaal slecht.

Toch wringt er iets: zonder de Verlichting geen vrije pers, geen democratisch gekozen regering en geen (sociale) wetenschap. Toch doen de politiek correcten in pers, linkse partijen en sociale wetenschap er alles aan om de sporen en fundamenten van de Verlichting zoveel mogelijk uit te wissen. Het is een beetje neurotische zelfbeschadiging of puberale voorvaderhaat, deze anti-Verlichtingstendens, maar we zitten er al tijden mee en het gedoe vlamt door de rassenrellen in Amerika weer in alle hevigheid op.

Verlichting speelde rol bij emancipatie van mensen van kleur

Deze anti-Verlichting doet bovendien helemaal geen recht aan de rol die de Verlichting heeft gespeeld bij de emancipatie van mensen van kleur. Historisch gezien was de tandem van Verlichting en Revolutie juist de grote driver achter opstand en dekolonisatie.

Het schoolvoorbeeld is de Haïtiaanse Revolutie: de slaven en achtergestelde mensen van kleur in de kolonie zagen hoe de Franse burgers hun Ancien Régime omverwierpen en dachten: en nu wij. Het is echt niet toevallig dat een van de beste boeken over koloniale geschiedenis The Black Jacobins heet.

Verlichting was bedreiging koloniale bezetting

Koloniale machten wisten zéker dat de Verlichting van thuis hun koloniale bezitting overzee bedreigden. Toen in Nederlands-Indië de vraag opkwam of er ook hoger onderwijs moest worden gegeven, waren de conservatieven tegen. Ze waren als de dood dat als de ‘inlanders’ Voltaire, Montesquieu en, eh, Hume zouden lezen, ze meteen democratie en zelfbeschikking zouden eisen. Ze kregen gelijk: de nieuwe hoogopgeleide klasse Indonesiërs ontdekte subiet de Verlichtingsdenkers, ontwikkelden allerlei politieke ideeën en zo werd Indonesia binnen enkele decennia een Republik.

Antiracisme draait helemaal niet om Zwarte Piet, personen van kleur in televisiereclames, schuldige straatnamen, foute naambordjes of ander rancuneus, symbolisch incrowdgedoe van overgesubsidieerde beroepsactivisten. Het draait om de vraag of de Verlichting en de Revolutie (en de afgeleiden: democratie, wetenschap, onderwijs, intellectuele vrijheid) voor iederéén geldt en niet slegs vir blankes is. De Verlichting is de scheiding tussen ons en de toestanden van ongelijke standen, theocratie, onwetenschappelijkheid, kolonialisme en raciale segregatie. Zonder Verlichting geen Liberté, Egalité en Fraternité. De antiracisten moeten dus maar voorzichtig zijn bij het neerhalen van Hume en zijn geestverwanten.