De hypocriete angst voor Russen op het Binnenhof

15 september 2020Leestijd: 3 minuten
CPN-voorzitter Paul de Groot - ANP

Toen het Kremlin in de jaren zeventig Nederlandse vredesdemonstranten financierde, was dat volgens links geen issue. Nu Russische inmenging onbewezen is, is het opeens een groot probleem. Roelof Bouwman vraagt zich af: hoe valt dat met elkaar te rijmen?

De helft van de Nederlanders, zo bleek onlangs uit een enquête van EenVandaag, denkt dat andere landen actief zullen proberen om in maart 2021 de Tweede Kamerverkiezingen te beïnvloeden. Daarbij zeggen de meeste ondervraagden Rusland en China op het oog te hebben.

Roelof Bouwman

Roelof Bouwman is historicus en journalist. Hij schrijft wekelijks over politiek, geschiedenis en media.

Het is een opvallende uitslag. Inmenging door toedoen van vooral Russen is al sinds haar aantreden een geliefd thema van minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66). Ze brengt het onderwerp keer op keer ter sprake, maar komt gek genoeg nooit met duidelijke voorbeelden of aanwijzingen. Die bestaan ook niet, stelde de Universiteit van Amsterdam in 2019 vast in het rapport Politiek en Sociale Media Manipulatie. Het heeft op de deelnemers aan de EenVandaag-enquête kennelijk weinig indruk gemaakt.

Er waren wel degelijk tijden van Russische beïnvloeding

Toch – laten we dat niet vergeten – waren er wel degelijk tijden dat Russische beïnvloeding van de Nederlandse politiek onomstotelijk vaststond. Dat was bijvoorbeeld zo in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Paul de Groot, de bejaarde erevoorzitter van de Communistische Partij van Nederland (CPN), kreeg toen hoog bezoek van de regerende zusterpartij uit Moskou. De twee Russische kameraden, lid van het Centraal Comité van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, deelden hem mee dat het Kremlin zeer bezorgd was over Amerikaanse plannen om de zogenoemde ‘neutronengranaat’ toe te voegen aan het nucleaire wapenarsenaal van de NAVO. Zou er niet een beweging op poten moeten worden gezet om de Nederlandse publieke opinie tegen het nieuwe wapen te mobiliseren?

‘Stop de Neutronenbom’ ontving honderdduizenden guldens

Op 20 augustus 1977 kwam de CPN in actie: op de voorpagina van partijdagblad De Waarheid verscheen een door een honderdtal zorgvuldig geselecteerde partijleden en sympathisanten ondertekende oproep om te komen tot ‘een brede beweging onder ons volk’ tegen ‘de neutronenbom’.

V.l.n.r. Marieke Lucas Rijneveld, Arjen Lubach, Jan Wolkers. Beeld: ANPLees ook van Roelof Bouwman: Schrijver met gereformeerde jeugd is beter af

De eerste grote manifestatie van de actiegroep was in maart 1978 in de Amsterdamse RAI, waar sprekers uit onder meer de Sovjet-Unie en de DDR een ‘internationaal forum tegen de neutronenbom’ opluisterden. Voor het initiatief had CPN-voorzitter Henk Hoekstra in november 1977, tijdens een bezoek aan Moskou, financiële en andere hulp toegezegd gekregen van de Russische partijbons Michael Soeslov; de Oost-Duitse partijsecretaris Hermann Axen bood steun namens de DDR. Ook regimes uit andere Oostbloklanden doneerden. In totaal ontving de actiegroep ‘Stop de Neutronenbom’ zo honderdduizenden guldens.

Over deze Russische inmenging geen grote zorg

Hoewel veel details pas later werden onthuld, was eind jaren zeventig algemeen bekend dat het Kremlin en de CPN bij het neutronenbomprotest onder één hoedje speelden. Toch bestond over deze Russische inmenging in Nederlandse aangelegenheden geen grote zorg.

Vooral in progressieve kring werden publicaties over Russische steun voor Nederlandse vredesdemonstranten graag afgedaan als ‘vijanddenken’ of ‘Koude Oorlogsretoriek’. Dat was gevaarlijk voor ‘de ontspanning tussen Oost en West’. De CPN, die wethouders leverde in onder meer Amsterdam en gedeputeerden in Noord-Holland en Groningen, dienden we te zien als een ‘normale’ politieke partij. PvdA-minister Ed van Thijn van Binnenlandse Zaken regelde zelfs dat de communisten in 1982 voor het eerst een burgemeester kregen en dat de CPN werd afgevoerd van de ‘objectenlijst’ van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD).

We mochten er van links niet bezorgd over zijn

Het is een merkwaardig beeld. Toen Russische inmenging in de jaren zeventig niemand kon ontgaan, mochten we er van links niet bezorgd over zijn. Nu Russische inmenging – veertig jaar later – zelfs in wetenschappelijke rapporten niet wordt geconstateerd, is het een zeer urgent probleem.

Sinds er geen communisten meer in het Kremlin bivakkeren, zijn Russen opeens heel gevaarlijk geworden – eigenlijk komt het daarop neer. Wat een prachtig staaltje politiek cabaret.