Hygiëne hoort niet in het domein van staatscontrole

12 augustus 2020Leestijd: 3 minuten
Een bord om bezoekers aan een speelterrein te attenderen op de basis coronamaatregelen. Foto: ANP

Er is een hoop te doen om de mondkapjesplicht en de handhaving van de anderhalvemetersamenleving. Een gelegenheidscoalitie van aluhoedjes, antivaxers en Alom Bekende Nederlanders keert zich tegen de boa’s en Haagse betutteldrift. Het is makkelijk om deze mensen weg te zetten als gekkies en lezers van verkeerde informatie op de giftige sociale media, maar ze hebben stiekem wel gewoon een punt, schrijft Constanteyn Roelofs.

Constanteyn Roelofs

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Hygiëne hoort niet in het domein van de wet- en regelgeving of staatscontrole, maar bij de mores en gedragingen in het spectrum dat geregeerd wordt door burgerlijke deugden die resulteren in een innerlijke beschaving, niet door de wet.

Sociale druk werkt afdoende

Handjes wassen, tandenpoetsen, deodorant op. We doen het allemaal dagelijks, als het goed is. En als we dat niet doen, staat er geen ambtenaar op om ons 95 euro boete te geven. Mensen die dat niet doen, vinden we vies: die sluiten we uit, voeden we op of blaffen we af. Dat soort handhaven werkt prima. Sociale druk en opvoeding – de twee pijlers onder de beschaving – zijn afdoende. Het is zo vanzelfsprekend dat niemand op het idee komt om met een protestbord vol uitgeprinte Facebookteksten op een plein te gaan staan om te protesteren tegen tandenpoetsen of vochtige babydoekjes.

Dat dit niet altijd het geval was, is evident. Pas toen we in de lange negentiende eeuw meer inzicht kregen in het bestaan en de werking van bacteriën, virussen en ander microtuig, begonnen we ons massaal te wassen en te ontsmetten. Het was nodig ook: de overvolle steden waren een hel van cholera en tyfus. Niet door middel van de wet (op wat voorschriften na in beroepsmatige contexten, denk daarbij aan de regels voor de operatiekamers of voedselveiligheid), maar door de cultuur te veranderen.

Reinheid

Reinheid werd door een generatie van volksopvoeders, onderwijshervormers en mediamakers gekoppeld aan de belangrijke burgerlijke deugden van vroomheid en (economische) welstand. Cleanliness next to Godliness  – met een dergelijke slogan in de hand werd de samenleving een heel stuk schoner en kwamen grote zeep- en cosmetica-industrieën op – het welriekende deel van de Industriële Revolutie.

Zoals de handzeep en het voortdurende boenen en schrobben deel waren van de negentiende-eeuwse antibacteriële beschaving, zijn mondkapjes, lichamelijk afstand houden en voortdurend ontsmetten met gelletjes dat van de 21ste eeuw.

Het koninkrijk van de burgerlijke deugd is echter niet populair, dus een herijking van onze deugdethiek met antivirologisch gedrag zal in Nederland moeilijk worden. Volgens de liberalen zijn de methoden van de deugdethiek betuttelend en nodeloos beperkend voor de vrijheid. En bovendien is de weg van de deugd inferieur aan de weg van de ratio – men gaat er vanuit dat als je het virus maar goed genoeg uitlegt, mensen er vanzelf naar gaan handelen.

Deugdethiek

Volgens modern links is handelen vanuit de deugdethiek ook slecht, omdat die ethiek uiteraard wordt gekoppeld aan een bepaalde heersende witte klasse: de hele bevolking de hygiënische regels opleggen van de witte upper middle class is om verschillende redenen problematisch. Er zijn hele bibliotheken volgeschreven over de koloniale en imperialistische aard van zeep. Volgens stijfkoppige Hollanders is alles waarmee ze niet zijn opgegroeid, onzin. Kortom, dit wordt nog lastig.

Toch is het veranderen van zeden en gewoontes de enige manier. Willen Rutte c.s. echt wat doen aan de verspreiding van het coronavirus of überhaupt wat doen aan het virologische klimaat dat onze steeds warmere en vollere stedennetwerken creeëren. We moeten onze cultuur hacken, en een tweede golf van hygiënische beschaving doorvoeren. We moeten er met z’n allen inrammen dat je een smeerpoets bent en een voor het maatschappelijk verkeer ongeschikt mens als je geen mondkapje draagt, consent vraagt voor handjes en knuffels en niet voortdurend handgelt.

Het is misschien truttig, het is misschien stom en het is zeker betuttelend, maar het werkt helaas wel. Extern opgelegde beperkingen werken immers veel minder goed dan intern gesitueerde hygiënische beschaving. Helaas is dit reactionaire standpunt inmiddels bijna zo ouderwets als groene zeep.