Coronadebat of niet? Asscher krijgt troostprijs

Politiek is ook een strijd om procedures en dat was afgelopen week te merken. Centrale figuur was PvdA-leider Lodewijk Asscher die amechtig probeerde een debat over de coronacrisis te agenderen. Hij stuitte op een onwillige coalitiemuur, schrijft Carla Joosten. Wat Asscher wilde, met spoed een debat, lukte hem niet. Wat kreeg hij wel voor elkaar?

Asscher had zijn vakantie er al wat eerder opzitten dan de leden van het kabinet en de PvdA-fractievoorzitter trof bij terugkeer een verweesd land aan dat te kampen had met oplopende besmettingen. Asscher raakte er steeds meer van overtuigd dat de afwezige regering de ernst van de zaak onderschatte.

Het kabinet zag blijkbaar niet dat de opgelaaide coronacrisis schreeuwde om nieuwe maatregelen en alertheid, vond Asscher. En met kabinet doelde hij niet op de goedwillende minister van Justitie en Veiligheid Ferdinand Grapperhaus (CDA), die het fort bewaakte.

Het straalde allemaal te weinig urgentie uit vond Asscher, die ook het parlement kapittelde. De Tweede Kamer dicht, het kabinet afwezig en burgemeesters die de regie lijken te hebben overgenomen. Zie de gang van zaken rond de mondkapjes. Het kabinet had die discussie laten lopen en de burgemeesters van Rotterdam en Amsterdam namen toen maar zelf de regie. Een blamage vond de PvdA-leider. Dus moest er ook eerder een debat komen dan het op 12 augustus geplande algemeen overleg.