Om het stuwmeer aan openstaande strafzaken weg te werken, wil het Openbaar Ministerie meer zaken buiten de rechter afdoen. Dat is onwenselijk, vindt Gerlof Leistra.
Normaal gesproken gaat de officier van justitie bij strafzaken over de eis en de rechter over de straf. Maar het gebeurt steeds vaker dat het Openbaar Ministerie (OM) voor eigen rechter speelt. Het OM mag een strafbeschikking opleggen voor overtredingen en voor misdrijven waarop maximaal zes jaar gevangenisstraf staat. Het OM wijst op de voordelen van de ‘OM-afdoening’. Die bespaart tijd en mankracht. Vervolgings- en zittingscapaciteit, soms ook opsporingscapaciteit, kunnen dan aan andere zaken worden besteed.
Meer van Gerlof Leistra over dit onderwerp: Reeks blunders dwingt justitie tot aanpak eigen organisatie
Dat komt goed uit, want de nood is hoog. Bij politie en justitie liggen tienduizenden zaken op de plank. Er is onvoldoende capaciteit om al die zaken tijdig af te doen. Door de coronacrisis zijn er ruim 28.500 zaken bijgekomen.
‘Uitzonderlijke omstandigheden’
De Raad voor de Rechtspraak – het overkoepelend orgaan van alle gerechten – heeft gezien de huidige ‘uitzonderlijke omstandigheden’ begrip voor de OM-afdoening als tijdelijke maatregel om een deel van de plankzaken weg te werken. Maar er gaat veel mis.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?