Geachte Mark Rutte: uw Zwarte Piet-speech was historisch

06 juni 2020Leestijd: 3 minuten
ART_20_vdvdwk_corona_roundup_206246_IMG_VVDWRutteANP-410330993

Publicist en communicatieadviseur Onno Aerden geeft wekelijks ongevraagd advies aan iemand in het nieuws. Deze week aan premier Mark Rutte (VVD): door uw veranderde standpunt over Zwarte Piet invoelbaar te maken, zette u de richting uit die van leiders wordt verwacht.

Belangrijke eigenschap van leiderschap is het vermogen om verandering in te zetten. Een goede leider beargumenteert zijn nieuwe gezichtspunt dusdanig dat hij zijn volgers meeneemt in de beweging.

Onno Aerden

Publicist en communicatieadviseur Onno Aerden geeft wekelijks ongevraagd communicatie-advies aan iemand (m/v) die de publiciteit haalde.

‘Ik ben anders gaan denken over Zwarte Piet,’ hield u donderdagavond de Tweede Kamer voor.

Die onverwachte ontboezeming, en de argumentatie die daarbij hoorde, is om verscheidene redenen uitzonderlijk knap.

Het juiste moment

Ten eerste: het podium. U stond te midden van de volksvertegenwoordiging, waardoor uw betoog het karakter kreeg van het afleggen van rekenschap aan het Nederlandse volk. Je moet het maar durven: juist op die plek erkennen dat je, hoe logisch ook, jaren een verkeerde inschatting hebt gemaakt van de gevoeligheid van je mening over Zwarte Piet voor Nederlanders van kleur.

Ten tweede: het moment. In de Verenigde Staten zijn duizenden Afro-Amerikanen de straat opgegaan om te protesteren tegen de gewelddadige dood van George Floyd, die voor velen een racistisch karakter heeft. Het land verkeert in chaos, president Donald Trump heeft zich verschanst in een gebarricadeerd Witte Huis.

Het debat donderdag in de Tweede Kamer ging over de demonstraties die in Nederland volgden op de betogingen in Amerika, demonstraties tegen racisme in ons eigen land. Racisme dat een herkenbaar gezicht heeft: de al jaren voortmodderende Zwarte Piet-discussie.

Ten derde: de toon. U was eerlijk en schuldbewust. U ging in op uw eigen oude opvatting: ‘Zwarte Piet is zwart.’ U verklaarde dit stellig in 2013 naar aanleiding van protest vanuit de Verenigde Naties tegen de Sinterklaastraditie: ‘Daar kan ik niets aan veranderen.’

Herkenbaar

Voor miljoenen Nederlanders was uw opstelling heel herkenbaar – ik ben er één van, tijdens mijn jeugd hoorde de ‘knecht van de Sint’ met zijn inktzwart geschminkte gezicht, rode lippen en bonte kleding simpelweg bij het feest. Maar, vervolgde u, u hebt sindsdien met mensen gepraat ‘met een donkere huidskleur die zeiden zich ongelofelijk gediscrimineerd te voelen omdat Zwarte Piet zwart was’. Dat zette u aan het denken, want: ‘Dat is het laatste wat je wilt bij een Sinterklaasfeest.’

Van uw persoonlijke opvatting schakelde u moeiteloos over naar de implicatie voor het land: de traditie verandert van onderop, betoogde u, daarbij past geen dwang. Om stellig te eindigen: ‘Over een aantal jaren zullen er bijna geen Pieten meer zwart zijn.’

Leiderschap

Ik heb met ontzag geluisterd. Er zijn weinig onderwerpen waarover het Nederlandse volk zo verdeeld lijkt als Zwarte Piet, niet in de laatste plaats door de hevigheid van de protesten van behoudzuchtigen aan de ene kant, en van activistische veranderaars aan de andere kant. Het vergt moed om in dat tumult richting aan te geven. Dan komt het aan op argumentatie die zo verpakt is dat zij herkenbaar is.

Ik herkende mijn eigen ongemak in uw woorden en zag mijn eigen verandering in denken daarin gereflecteerd. Ik weet zeker dat dat voor veel landgenoten geldt.

Dat verleent uw bijdrage aan het debat historische waarde.

U mag dan wel prat gaan op het feit dat u liever geen visies ontwikkelt, het geven van richting maakt premierschap tot leiderschap.