Over het tonen van een goede inborst zonder consequenties

26 april 2020Leestijd: 4 minuten
Een ngo-medewerker plaatst een mondkapje bij een kind in opvangkamp Moria op Lesbos - AFP

Oud-politici als Job Cohen willen dat het kabinet solidariteit toont in Europa, ook met kinderen op de vlucht. Deze casus is vergelijkbaar met die van de financiële steun aan Zuid-Europa waarin Nederland de rol van rijke hardvochtige natie heeft gekregen. Voor het gemak worden al die miljarden vergeten die naar het Zuiden zijn gestroomd. In het geval van de vluchtelingenkinderen wordt ‘vergeten’ dat Nederland zijn partij op dit vlak behoorlijk heeft meegeblazen, schrijft Philip van Tijn.

Van 1998 tot 2002 was Job Cohen (in Wikipedia prof. mr. dr. dr. h.c., maar ‘zeg maar Job’) staatssecretaris van Justitie. Hij ontwierp een nieuwe Vreemdelingenwet en presteerde het daarop de kritiek te krijgen van beide coalitiepartners, VVD en PvdA (de derde, D66, had toen nog niet het kenmerk van stoorzender). Later zei de PvdA dat haar bewindspersoon in 1999 een heel strenge Vreemdelingenwet had gefabriceerd – in situaties waarin de PvdA als soft werd beschouwd. Daarbij werd ‘vergeten’ dat de Raad van State al in 1999 van mening was dat de ‘ontheemdenregeling’ (een essentieel onderdeel van de wet) een ‘aanzuigende werking’ zou kunnen hebben – waarmee duidelijk is dat dit hoge adviescollege het auteursrecht heeft op dit begrip en niet Geert Wilders of zelfs Pim Fortuyn.

Philip van TijnPhilip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.

Het is dus niet verbazingwekkend dat de eerste ondertekenaar van een paginagrote Oproep aan het kabinet (23 april) luistert naar de naam Job Cohen. Hij wordt gevolgd door een ratjetoe aan ex-politici, hoog- en iets minder hooggeplaatsten, de alom aanwezige dr. Herman Wijffels, een enkele auteur en Denker des Vaderlands en héél veel (vertegenwoordigers van) ngo’s, goede doelenorganisaties en ongeveer alle kerkgenootschappen die ons land telt. En nog een aantal gemeenten, van Amsterdam tot Aa en Hunze.

Kortom, allemaal een goede inborst en nul verantwoordelijkheid.

Nederland laat zich in niet-solidaire hoek drukken

Wat willen al dezen? ‘Kabinet: toon solidariteit in Europa, ook met kinderen op de vlucht’. Het gaat om ‘2.500 kinderen die zonder familie vastzitten in de overvolle vluchtelingenkampen in Griekenland. Deze kinderen – uit Afghanistan en Syrië – zijn zeer kwetsbaar en hebben een veilige plek nodig.’ Die veilige plek is onder andere Nederland, maar ‘wij’ zijn natuurlijk weer niet solidair, anders dan ‘elf Europese landen’. Deze worden niet benoemd, behalve Luxemburg en Duitsland en dat zijn er twee.

Eigenlijk is deze casus vergelijkbaar met die van de financiële steun aan Zuid-Europa. Nederland heeft daarin de rol gekregen van rijke, hardvochtige natie die geen poot uitsteekt als anderen in nood zijn. Voor het gemak worden al die miljarden vergeten die in voorbije jaren naar het Zuiden zijn gestroomd (met weinig opwekkende resultaten) en ook lijkt het er in deze visie op dat Nederland – waar zoals u weet nog geen enkel geval van corona is geconstateerd en waar alles as usual gaat – super, egoïstisch en super – deloyaal is.

In het geval van de oproep vluchtelingenkinderen op te nemen, wordt ‘vergeten’ dat Nederland de afgelopen jaren zijn partij op dit terrein behoorlijk heeft meegeblazen. Zowel vóór als na het jaar van Wir schaffen das zijn honderdduizenden in ons land opgenomen, zij het niet allemaal onder de naam vluchtelingen, maar ook als migranten, nareizigers, gezinsherenigden en wat er verder nog allemaal is bedacht. Ik noem geen getallen, want elk getal is even (on)juist, dat is deel van het probleem. Maar het zou mij absoluut niet verbazen als Nederland per vierkante kilometer de afgelopen decennia de meeste ‘mensen met een niet-westerse achtergrond’ heeft opgenomen.

Onze Grondwet is een andere dan die in Turkije of Libanon

Er komen nog twee interessante aspecten bij. Ten eerste wordt vaak de vergelijking getrokken met Turkije en Libanon, die miljoenen vluchtelingen hebben opgenomen. Daarbij wordt, alweer, vergeten dat Turkije medeverantwoordelijk is voor de vluchtelingenstroom. En ook wordt eraan voorbijgegaan dat het begrip ‘opnemen’ in Nederland een totaal andere betekenis heeft. In Turkije en Libanon betekent opnemen de opvang in kampen in niet al te beste omstandigheden, een goedkope huishoudelijke hulp (Libanon) of chantagemiddel (Turkije). Voor ons beschaafde West-Europese land betekent het: recht op medische zorg, onderwijs, vrijheid van godsdienst(uitoefening), een uitkering en als het even wil op den duur een huis.

Terecht, want wij hebben een Grondwet waarin die gelijke behandeling een hoeksteen is. Maar ten onrechte worden hier dus vergelijkingen getrokken.

Ook wordt ‘vergeten’ dat Nederland wereldkampioen kinderpardons is, eentje in de zes of zeven jaar. Dus welke status die dertig of driehonderd kinderen uit de Griekse kampen aanvankelijk krijgen, het wórdt ooit anders.

Lees ook het commentaar van René van Rijckevorsel nog eens terug: Stop criminele asielzoekers aan buitengrens én versober opvang

Kinderpardons en gezinshereniging als consequenties

Ten slotte wordt nog iets essentieels vergeten. Die kinderen in de Griekse kampen zijn niet op eigen initiatief komen lopen uit Kabul of Kandahar, uit Homs of Aleppo.

Zijn zijn in de meeste gevallen – dat is vrij uitvoerig gedocumenteerd – vooruitgestuurd om het betere leven te vinden en, wie weet, kwartier te maken. Geen woord kwaad daarover; u en ik zouden dat ook doen als we in zulke omstandigheden verkeerden. Maar het betekent dat je in ons beschaafde land, als we kinderen uit die kampen opnemen, niet alleen kunt wachten op het volgende kinderpardon, maar ook op de gezinshereniging.

Betekent dit dat ik tegen ‘een veilige plek’ voor die kinderen ben? Ben ik hardvochtiger dan Jurjen de Groot, directeur Kerk in Actie, of de gemeente Tytsjerksteradiel? Ik vermoed van niet. Wel vind ik dat je over consequenties moet nadenken voordat je je naam onder zo’n oproep zet. Ik mag toch hopen dat Ed Nijpels, Jan Terlouw, Jan Pronk, mr. A.A.M. van Agt, prof. mr. Laurens Jan Brinkhorst, Job Cohen e tutti quanti dat hebben gedaan toen ze ons land bestuurden. Hoewel twijfel mij bekruipt.