RIVM moet hameren op die o zo belangrijke 1,5 meter afstand

20 maart 2020Leestijd: 3 minuten
Mark Rutte en Hugo de Jonge tijdens een personferentie op 19 maart (Foto: ANP)

In zijn persconferentie donderdagavond benadrukte premier Mark Rutte het belang van 1,5 meter afstand in de strijd tegen het coronavirus. Terecht, want die boodschap lijkt nog altijd niet voldoende doorgedrongen, schrijft Bram Hahn.

De strategie die het kabinet heeft gekozen om het coronavirus te bestrijden, is zowel in de media als in de Tweede Kamer uit-en-te-na besproken. Met goede redenen kiezen RIVM en kabinet niet voor een totale lockdown, maar voor een minder stringente variant. Zo kan de economie blijven draaien, zij het in de laagste versnelling, en blijven cruciale diensten en winkels als supermarkten en gemeentehuizen actief.

Onzekere variabele in het strijdplan

De voorwaarde die daarbij hoort, is dat burgers hun activiteiten buitenshuis zo veel mogelijk terugschroeven en als ze toch de deur uitgaan 1,5 meter afstand tot elkaar bewaren. Dat is en blijft een hoogst onzekere variabele in het strijdplan. Want een complete lockdown mag veel nadelen hebben, duidelijk is zo’n aanpak wel. Iedereen blijft binnen, tenzij je een aantoonbare uitzondering bent.

Het huidige regime is doordacht, maar laat ruimte voor interpretatie en vergt veel van de discipline en verantwoordelijkheid van 17 miljoen mensen.

Verwarring over groepsimmuniteit

Enige verwarring is waarschijnlijk in de hand gewerkt door de onduidelijkheid die ontstond over het thema groepsimmuniteit. Idee daarachter is dat een groot percentage van de bevolking het virus krijgt, er nauwelijks last van heeft en vervolgens immuun is. Dat hebben sommigen, vooral onder de vijftig, geïnterpreteerd als: nou, laat maar komen dat virus, dan hebben we dat gehad.

Ook de berichten dat kinderen weinig te duchten hebben van het virus en dat ze weinig bijdragen aan de verspreiding, spelen een rol. Het feit dat ze geen risicogroep vormen, maakte dat het kabinet lang twijfelde met het dichtgooien van de scholen, waar kinderen urenlang vlak naast en boven op elkaar zitten. En dan een dag later moeten ze ineens 1,5 meter afstand houden? Dat is een lastige boodschap. Op tal van plekken zijn dan ook groepen kinderen en jongeren te zien die op sportvelden (die officieel alle gesloten moeten zijn) en in parken samendrommen.

Hoog tijd voor een campagne om de boodschap over te brengen

Het RIVM heeft bij het bepalen van de strategie ongetwijfeld rekening gehouden met de eigenwijze dan wel laconieke aard van de Nederlander en een zeker percentage onwelwillenden ingecalculeerd. Maar het heeft er alle schijn van, gezien de licht wanhopige oproep van de premier, dat men dat aantal wat heeft onderschat.

Informatie moet naar de mensen toe, niet andersom

Communicatie is cruciaal, zeker in tijden van crisis. Gelukkig zijn de twee gezichten van de strijd  tegen de crisis, Mark Rutte en Jaap van Dissel, beiden uitstekende sprekers, maar er is meer nodig. De overheid verwijst op internet hier en daar al met pop-upvensters naar de site van het ministerie of het RIVM, maar dat is te vrijblijvend.

De informatie moet naar de mensen toe, niet andersom. Die 1,5 meter afstand moet er – naast het handen wassen – dagelijks tot in den treure via een (advertentie)campagne op tv, radio, kranten, weekbladen, YouTube, Facebook, Instagram en elk ander denkbaar kanaal worden ingeramd.