Lachen om de dood is een mensenrecht

05 februari 2020Leestijd: 3 minuten
Een Chinees met een masker in Peking op 5 februari 2020 - EPA

De Chinese ambassadeur wil spotprenten in westerse kranten verbieden. Die reactie is typerend voor de totalitaire omgang met de uitbraak van het coronavirus in China. Gelukkig wordt in vrije landen nog wel gelachen om de dood, schrijft Constanteyn Roelofs.

De Chinese ambassadeur durft wel, zeg, schrijft Constanteyn Roelofs. Hij vertegenwoordigt een land dat complete bevolkingsgroepen in kampen stopt voor politieke ‘heropvoeding’, organen rooft van geëxecuteerde criminelen, überhaupt criminelen als beesten afschiet. Een land bovendien dat hard op weg is naar een perfect panopticon van AI-gestuurde sociale controle. Toch durft meneer Xu Hong Nederland van mensenrechtenschendingen te betichten, in een interview in de Volkskrant.

Waar bestaan die schendingen precies uit? Cartoons over de coronavirusuitbraak zijn volgens hem een directe aanval op één land één volk en dientengevolge een schending van de mensenrechten. Klopt natuurlijk niets van, want als de pandemie in Mexico was uitgebroken, was het natuurlijk helemaal bal met de coronagrapjes en ook over inheemse uitbraken van Q-koorts, varkenspest en andere virologische ellende zijn vergelijkbare cartoons gemaakt.

Constanteyn Roelofs

Constanteyn Roelofs verkent wekelijks de tragikomische tegenstelling en tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Het lijkt me eerder een prachtig voorbeeld van de gezonde staat van de mensenrechten in dit land dat wij hier een vrije pers hebben en dat we hier cartoonisten hebben die níet de cel in worden gegooid als ze hun taak uitvoeren, namelijk de maatschappij en de machtigen een lachspiegel voorhouden. Op een enkele uitzondering na, natuurlijk, want de vaderlandse mandarijnen hebben het stiekem ook niet zo op cartoonisten. Ze hebben alleen doorgaans het fatsoen om niet te veel toe te geven aan deze totalitaire impulsen.

Flauwe humor is al eeuwenoud

Het belangrijkste wat deze affaire laat zien, is ongetwijfeld een totalitaire samenleving en een burgerlijke samenleving verschillend  omgaan met een ziekte en de dood als die zich epidemisch manifesteren. In een totalitaire samenleving gaan de media op slot, worden hele wijken afgesloten en is het gissen naar de werkelijke omvang van de ellende. De communicatie gaat op zwart. In een burgerlijke samenleving ontstaat gek genoeg juist een vrolijke tegenbeweging: flauwe mopjes, carnavalskrakers en spotprenten – of de democratische internetvorm, de memes – die de vergankelijkheid van het leven en het onrecht van de voortijdige ziektedood omzetten in galgenhumor.

Lees ook het commentaar van Robbert de Witt: Chinese ambassadeur verdient een vlijmscherpe spotprent

Dat is al heel oud. Je kan veel van de Zwarte Dood en de andere pestilentiën zeggen, maar ze hebben door de eeuwen heen geleid tot golven van cynische humor en hedonisme. Neem nu het prachtige genre van de dance macabre, of de cartoons die er in de negentiende eeuw werden gemaakt over de verschrikkelijke cholera-epidemieën. Die laatstgenoemde cartoons waren bovendien een krachtige aanklacht tegen de lakse aanpak van de gevestigde orde op het gebied van de volksgezondheid en vormden een belangrijk middel in de strijd voor gezondere steden.

Lachen om de dood is pas een mensenrecht

Kennelijk is humor de enige manier voor een relatief vrije samenleving om met de dood om te gaan en zijn totalitaire regimes er daarom juist als de kippen bij om deze neiging te onderdrukken. Toch moet het mogen. Wat ons mens maakt en ons van de dieren scheidt, is dat wij ook tijd kunnen waarnemen en abstract kunnen verwerken en ons leven van begin tot eind overzien – we leven daarom voortdurend in de schaduw van onze eigen sterfelijkheid. Deze verschrikkelijke wetenschap bestrijden we met geloof, hoop, liefde en flauwe grapjes met stereotyperende culturele elementen. Lachen om de dood is pas een mensenrecht, voortkomend uit de diepste menselijke instincten om te mogen lachen over de dood. De dood lacht immers altijd het laatst.