Duitse vaccinatieplicht is begrijpelijk, maar een stap te ver

15 november 2019Leestijd: 3 minuten

De Duitse inentingsplicht lijkt een ferm middel tegen de dalende vaccinatiegraad. Toch gaat deze te ver, meent Rob Ramaker. De maatregel schendt het vertrouwen tussen overheid en burger en het is maar zeer de vraag of hij blijvend werkt.

Donderdag stemde de Duitse Bondsdag in met een voorstel dat inenting tegen mazelen verplicht. Ouders die vanaf 1 mei 2020 hun kinderen inschrijven voor een kinderdagverblijf of school moeten bewijzen dat deze zijn gevaccineerd. Voor weigeraars dreigen boetes tot 2.500 euro. Ook medewerkers moeten zich laten inenten.

Door groeiende weerstand tegen inentingen daalt de vaccinatiegraad. Daardoor krijgen potentieel dodelijke ziekten weer kansen. Wat is het beste tegengif?

Vaccinatiegraad door de ondergrens

Afgelopen jaren groeide in westerse landen de argwaan over vaccinaties. Dat is terug te zien in een dalende vaccinatiegraad. En, als direct gevolg, in de terugkeer van vermijdbare ziekten als mazelen. In Duitsland kregen dit jaar tot dusver 501 mensen mazelen, en ook de Verenigde Staten, Italië en Israël kampten met uitbraken.

In Nederland daalde de vaccinatiegraad tussen 2014 en 2018 met circa 3 procentpunt. Ook zakte Nederland door de ondergrens van 95 procent die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wenselijk acht. Hoewel de daling lijkt gestuit en internationaal bezien de vaccinatiegraad hoog blijft, leidt deze ontwikkeling tot veel maatschappelijke discussie.

‘Bescherming tegen mazelen is kinderbescherming’

Het is moeilijk te begrijpen dat mensen vrijwillig afzien van vaccins die alleen in Nederland al tienduizenden levens redden. Een stap die bovendien kinderen in gevaar brengt die te jong of zwak zijn voor inenting. Het is dan ook begrijpelijk dat de Duitse maatregel als aantrekkelijk wordt beschouwd. Het is een ferme, duidelijke stap.

‘Bescherming tegen mazelen is kinderbescherming,’ zei de verantwoordelijke Duitse minister van Gezondheid Jens Spahn (CDU). Volgens Spahn gaat de maatregel niet ten koste van de vrijheid van de niet-vaccineerders. Maar garandeert het juist de vrijheid van kinderen om veilig op te groeien.

Ruim zeven op de tien Nederlanders zijn voor de invoering van een vaccinatieplicht. Tegelijkertijd heeft eenderde van de ouders geen vertrouwen in de informatie van de overheid over de noodzaak van inenten.

Invoelbaar maar toch geen goed idee

Hoe invoelbaar ook, toch zou Nederland de maatregel niet moeten navolgen. Een plicht is een te forse ingreep in de vrijheid van burgers die vaak ernstige (religieuze) bezwaren koesteren tegen vaccinatie. Soms is het ongemakkelijk, maar het is goed dat minderheden bescherming genieten tegen de dwang van de meerderheid. Ieder maakt immers op bepaalde onderwerpen deel uit van een minderheid.

Dat betekent niet dat de afkeuring over deze keuze niet mag blijken. Het is goed dat niet-vaccineerders de gevolgen ervaren. Maar daarvoor zijn nog tal van minder vrijheidsbeperkende maatregelen mogelijk. Zo nam de Tweede Kamer in oktober een initiatiefwet aan van D66-Kamerlid Rens Ramaekers die kinderdagverblijven het recht geeft ongevaccineerde kinderen te weigeren. Dit geeft kinderdagverblijven rugdekking en ouders keuzevrijheid. Ook valt te denken aan een korting op de kinderbijslag.

‘Softe’ maatregelen zo slecht nog niet

Ook is het maar de vraag of een harde hand helpt. Elsevier Weekblad sprak eerder dit jaar tal van experts die verantwoordelijk zijn voor het Rijksvaccinatieprogramma of dagelijks werken met jonge ouders. Het enthousiasme voor een plicht bleek gering. Er is geen overtuigend bewijs dat zo’n maatregel duurzaam de vaccinatiegraad verhoogt.

Gedwongen inenten gaat te ver, maar stevige maatregelen zijn nodig, betoogt Elsevier Weekblad-redacteur Bram Hahn

Verder wijzen kinderartsen erop dat zij over tal van onderwerpen contact hebben met ouders. Zij vrezen dat een vaccinatieplicht het onderling vertrouwen schaadt. Hierdoor zouden ze minder bereikbaar zijn voor adviezen over voeding en andere belangrijke aspecten van de opvoeding. Ook hier zijn nog tal van andere opties mogelijk. Zo wordt volop geëxperimenteerd met vaccinatieconsulten en betere gesprekstechnieken.

Het klinkt allemaal uiterst ‘soft’. Net als het beleid van staatssecretaris Paul Blokhuis (ChristenUnie), die inzet op dialoog en voorzichtige stapjes. Toch zou dit op de lange termijn weleens effectiever kunnen zijn dan een ferme plicht. Zeker in een polderland als Nederland.