Boeren zijn terecht gefrustreerd

01 oktober 2019Leestijd: 1 minuut
Boeren protesteren op het Malieveld in Den Haag onder de naam #Agractie. Foto: ANP

Tweede Kamerleden waren er snel bij om begrip te tonen voor de woedende boeren die vandaag hun stem laten horen in Den Haag. Het zal niet genoeg zijn om het vertrouwen terug te brengen. Boeren hebben het gevoel dat het stikstofdebat over hun rug wordt gevoerd, schrijft Marijn Jongsma.

D66-Kamerlid Tjeerd de Groot heeft de lont in het kruitvat gestoken met zijn voorstel om de veestapel te halveren. Die proefballon deed weinig recht aan de complexiteit van het probleem, en ook aan de inspanningen van de sector om de milieuvriendelijker te werk te gaan in een markt waarin de prijzen voortdurend onder druk staan.

De frustraties zitten diep. Het bezetten van het Malieveld zal de kloof tussen stad en platteland niet dichten. Het is dan ook hoog tijd dat er een duidelijk plan komt voor de agrarische sector.

Lees ook: Boerenprotest: ‘Wij zijn geen dierenmishandelaars en milieuvervuilers’

Dat wil niet direct zeggen dat de overheid de portemonnee moet trekken om de krimp van de sector te financieren. Uiteindelijk zijn boeren ondernemers, en bij ondernemen hoort risico. Steun dient pas in beeld te komen in die gevallen waarin agrarische ondernemers – en hun financiers – niet hadden kunnen weten dat hun bedrijfsmodel onhoudbaar zou worden.

Intussen heeft de politiek de plicht om samen met de boeren duidelijkheid te scheppen voor de toekomst. Tussen gratuite steunbetuigingen en een halvering van de veestapel is nog een wereld te winnen.