Rutte strooit met geld van volgende kabinetten

17 september 2019Leestijd: 3 minuten
Wopke Hoekstra met miljoenennota. Foto: ANP.

Burgers gaan er volgend jaar – eindelijk – flink op vooruit. Het kabinet Rutte trekt zowaar de portemonnee voor lastenverlichting. Maar wie goed kijkt, ziet vooral oude wijn in nieuwe zakken. Nieuwe belastingverhógingen liggen in het verschiet, schrijft Joris Heijn.

De VVD leek onder leiding van Mark Rutte een nieuw soort laissez faire-liberalisme te hebben ontwikkeld. Groeit de economie als kool, maar gaat de helft van de bevolking er toch jaar op jaar op achteruit? Laat maar op zijn beloop. Wat dat betreft is de rijksbegroting voor 2020 die op Prinsjesdag werd gepresenteerd, een verademing. Eindelijk worden er miljarden vrijgemaakt om de lasten van burgers te verlichten.

De doorsneekoopkracht stijgt daardoor volgend jaar met 2,1 procent, schat het Centraal Planbureau. Dat is de op twee na grootste stijging sinds 1997, merkt het planbureau daarbij op.

Koopkrachtbonanza

Geniet maar van die koopkrachtbonanza volgend jaar. Want het kabinet heeft daarmee wel veel van zijn kruit verschoten – en dat van volgende kabinetten trouwens ook.

Een flink deel van de lastenverlichting die het kabinet de afgelopen weken bij elkaar heeft gesprokkeld, is eigenlijk het naar voren halen van al eerder beloofde belastingverlagingen voor 2021. Die waren op haar beurt weer het naar voren halen van wéér eerder gedane beloftes. Namelijk dat de belastingen zouden worden verlaagd, als compensatie voor het versoberen van de hypotheekrenteaftrek.

Het enige ‘nieuwe’ geld voor burgers, is 800 miljoen euro aan hogere arbeidskorting op de belasting. Vrij mager voor een kabinet dat raamt dat de belastinginkomsten volgend jaar met ruim 9 miljard zouden stijgen.

Hogere uitgaven

Bovendien stijgen de uitgaven van het rijk volgend jaar voor het eerst in tien jaar weer als percentage van de economie, vooral door het klimaat- en pensioenakkoord. Dat verkleint de ruimte om de lasten in de toekomst te verlagen – er zijn immers steeds meer belastinginkomsten nodig als de uitgaven stijgen. Dat is de paradox van de afgelopen jaren geweest: het kabinet verlaagde de uitgaven, maar de inkomsten stegen. Dat kwam onder meer doordat de gaskraan dichtging (dus waren er meer belastinginkomsten nodig), en de begroting een overschot kreeg (meer belastinginkomsten, dan uitgaven).

Volgend jaar verhoogt het kabinet de lasten voor bedrijven, om de lastenverlichting voor burgers te betalen. ‘Fiscaal jojobeleid’, noemde MKB-Nederland voorman Jacco Vonhof dat terecht. Bedrijven was immers een lastenverlaging beloofd. En het is ook geen structurele oplossing: want die belasting van bedrijven komt vroeg of laat bij burgers terecht. Is het niet omdat de lonen minder hard omhoog gaan, dan wel doordat producten duurder worden.

Eerst het zoet, dan het zuur

Rutte haalt bovendien het ‘zoet’ wel naar voren, maar het ‘zuur’ niet. Dat komt de komende jaren nog. Hoge inkomens kunnen de hypotheekrente de komende jaren steeds minder aftrekken van de belasting. De start van de hoogste belastingschijf groeit niet mee met de inflatie, waardoor steeds meer mensen dit hogere tarief gaan betalen. De ‘wet-Hillen’ wordt de komende jaren steeds verder versoberd, waardoor huiseigenaren met een lage, of geen hypotheekschuld, steeds meer belasting gaan betalen.

Beleggers en mensen met vakantiehuisjes kunnen de komende jaren ook een flinke belastingverhoging tegemoet zien, kondigde staatssecretaris van Financiën Menno Snel een paar weken geleden aan. Zelfstandig ondernemers zien de komende jaren steeds weer een stukje van hun zelfstandigenaftrek verdwijnen.

Geniet dus maar van komend jaar. Er komen nog genoeg belastingverhogingen aan.