Hoe immigratiecritici kunnen leren van de klimaatbeweging

13 september 2019Leestijd: 3 minuten
Een Syrische vrouw met kinderen in een vluchtelingenkamp in het oosten van Syrië - AFP

Immigratiecritici moeten volgens Lex Cornelissen inspiratie halen uit een onwaarschijnlijke bron: de klimaatbeweging. Terwijl klimaatactivisme een paar jaar terug nog een links paradepaardje was, beweegt nu ook centrum-rechts gewillig mee: er is een consensus ontstaan over apolitiek geachte wetenschappelijke feiten. Een soortgelijke wetenschappelijke consensus kan ook worden bereikt over immigratie.

De strijd tegen klimaatverandering is van oudsher een typisch links thema. Belangen vanuit het bedrijfsleven, de landbouw en de automobilist zorgden ervoor dat rechts zich in het verleden tegen klimaatmaatregelen heeft verzet, ook als die volgens de klimaatbeweging wetenschappelijk aantoonbaar noodzakelijk waren. Klimaatverandering bleef zo altijd een politieke kwestie, in plaats van een objectieve langetermijnbedreiging.

Dit artikel is ingezonden door Lex Cornelissen (1993). Cornelissen studeert geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij specialiseert zich in moderne geschiedenis en Oost-Europa.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Elsevier Weekblad.

Tegenstanders van klimaatbeleid konden in het gezicht van wetenschappelijke claims drie dingen doen: (de invloed van de mens) ontkennen, bagatelliseren (‘het zal zijn vaart niet lopen’) of benadrukken dat andere factoren, zoals de economie of hoge kosten, belangrijker zijn dan groene maatregelen. In Nederland koos rechts overwegend voor deze laatste tactiek. Zo riep VVD-leider Mark Rutte in 2012 dat windmolens niet op wind draaien, maar op subsidie. Groen is misschien goed, maar te duur, was de redenering.

Sinds het Regeerakkoord van kabinet-Rutte III is deze houding veranderd. Partijen als VVD en CDA willen klimaatverandering aanpakken, ondanks negatieve effecten voor hun achterban. In plaats van een min of meer gelijke hoeveelheid steun voor en tegen klimaatbeleid is er nu een semi-consensus. Partijen als Forum voor Democratie en PVV zijn weliswaar nog tegen, maar de balans is weg.

Immigratiedebat lijkt op het klimaatdebat

Het immigratiedebat is op dit moment wél in balans tussen links en rechts. Immigratiecritici gebruiken echter, net als de klimaatbeweging in de jaren negentig, wetenschappelijke onderzoeken om de objectieve noodzaak van hun beleid aan te tonen. Zo verwijzen ze naar het onderzoek van wiskundige dr. Jan van de Beek en voormalig CBS-demograaf dr. Jan Latten, die aantoonden dat Nederland met de actuele immigratietrends tot zeker 2100 een groeiende bevolking zal kennen, met een steeds lager percentage autochtone Nederlanders. Of ze verwijzen naar het onderzoek van dr. Ruud Koopmans, wiens onderzoek grote vraagtekens zet bij de effectiviteit van integratiebeleid voor immigranten.

Lees ook het essay over de bevolkingsgroei van Jan van de Beek en Jan Latten: De saamhorigheid staat op het spel

De manier waarop voorstanders van een ruimhartig migratiebeleid omgaan met een confrontatie met de (vermeende) wetenschappelijke realiteit, lijkt op de traditionele tactieken van rechtse critici van klimaatbeleid. Sommigen ontkennen het probleem volledig, net als de stevigste klimaatsceptici deden. Immigratiehistoricus prof. dr. Leo Lucassen stelt bijvoorbeeld dat de huidige immigratietrends niet uitzonderlijk zijn en niet de gevolgen zullen hebben die Van de Beek en Latten voorspellen.

Linkse politieke partijen lijken minder stellig: een VVD-motie over het instellen van een scenario-onderzoek naar de demografische toekomst van Nederland is vorig jaar met steun van de linkse immigratie-ondersteunende partijen aangenomen. D66-minister Wouter Koolmees kwam toen echter met een onderzoeksopdracht met aandacht voor de demografische toekomst omtrent wonen, zorg, arbeidsmarkt en allerlei andere onderwerpen, maar niet voor immigratie. Net als de VVD bij klimaatvraagstukken altijd hamerde op het belang van de hardwerkende Nederlander, kiest links er dus ook voor weliswaar te accepteren dat er een wetenschappelijke kern van het verhaal is, maar dat andere factoren een belangrijker rol spelen.

Potentie voor consensus

Desalniettemin onderschrijft links hiermee de noodzaak van onderzoek. De potentie is daarmee aanwezig dat links uiteindelijk niet meer om de door henzelf geaccepteerde feiten heen kan, net als centrum-rechts dat niet meer kon in de discussie over klimaatverandering. Om dit te bereiken, moeten immigratiecritici bij de feiten blijven en die voor zich laten spreken. Als er genoeg onafhankelijk geachte wetenschappelijke onderbouwing is, kunnen de meer gematigde immigratievoorstanders uiteindelijk worden gedwongen om te doen waartoe de feiten nu eenmaal leiden.

Concluderend kunnen immigratiecritici door de geschiedenis van het klimaatbeleid optimistisch zijn over hun eigen agenda. Maar succes is niet gegarandeerd: als immigratiecritici niet bij de feiten blijven, maar worden verleid tot puur ideologische retoriek, kunnen immigratievoorstanders dat gebruiken om immigratie en demografie ideologisch te houden en zo voorkomen dat er een consensus ontstaat. Of immigratiecritici die uitdaging aankunnen, zal komende jaren blijken.