De grootste pijn van de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China wordt gevoeld in de Europese Unie (EU), schrijft Bram Boxhoorn. Vooral Duitsland moet op de blaren zitten.
De Pruisische militair en strateeg Von Clausewitz (1780-1831) beweerde in zijn boek Vom Kriege dat oorlog de voortzetting is van politiek met andere middelen. De huidige handels- en valutaoorlog tussen de Verenigde Staten en China kent (gelukkig) geen dodelijke slachtoffers.
Bram Boxhoorn
Bram Boxhoorn is historicus en directeur van de Atlantische Commissie. Hij is tevens gastdocent bij Webster University, Leiden. Boxhoorn schrijft wekelijks een blog voor Elsevier Weekblad over buitenlandse politieke kwesties.
Beide landen geven momenteel in deze ‘oorlog’ geen duimbreedte aan elkaar toe. De Verenigde Staten hebben op papier de beste kaarten in handen doordat China beschikt over het grootste handelsoverschot met de Verenigde Staten. Door de Amerikaanse importheffingen die zich maar blijven opstapelen, vallen de Chinese economische groeicijfers inmiddels fors lager uit. De Amerikaanse Centrale Bank (FED) op zijn beurtzag zich genoodzaakt uit voorzorg de rente te verlagen, ondanks een nog steeds redelijk draaiende economie en een lage werkloosheid.
Winnaars en verliezers
De algemene opvatting onder economen is dat er in een handelsoorlog alleen maar verliezers zijn. Het Internationaal Monetair Fonds waarschuwde daar onlangs ook voor. Maar volgens een recent rapport (‘The Winners and Losers of the US-China Trade War’, Atlantic Council, Washington) beginnen zich langzamerhand wel degelijk winnaars en verliezers af te tekenen.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout
Uw sessie is verlopen
Wilt u opnieuw inloggen