Als Hongarije of Israël maatregelen neemt tegen buitenlandse bemoeienis, schreeuwt Brussel moord en brand. Maar als Europese politici soortgelijke voorstellen doen, zwijgen de scherpslijpers, schrijft Robbert de Witt.
De eindeloze campagne die de regering van de Hongaarse premier Viktor Orbán voert tegen de schatrijke filantroop George Soros, leidt tot een even eindeloze stroom beschuldigingen vanuit Brussel.
Robbert de Witt
Robbert de Witt (1978) is Buitenlandredacteur bij Elsevier Weekblad. Hij blogt wekelijks op donderdag over mondiale ontwikkelingen en de gevolgen ervan voor Nederland en Europa.
Volgens Orbán probeert Soros zijn regering en zijn land te ondermijnen door te pleiten voor (ongebreidelde) immigratie. Onder druk verplaatste Soros zijn Open Society Foundations al van Boedapest naar Berlijn. De Central European University, ook een initiatief van Soros, zag zich eveneens gedwongen om haar deuren in Boedapest te sluiten.
Volgens critici in Brussel is het een schande dat Orbán een hetze voert tegen deze Joodse Amerikaan van Hongaarse afkomst. De anti-Soros-campagne zou een zoveelste aanval op vrijheid en democratie zijn en voortkomen uit xenofobie en antisemitisme. Dat laatste wijst Orbán van de hand. Hij benadrukt dat zijn regering zich juist als een van de weinige Europese landen vierkant achter Israël opstelt.
Publieke opinie beïnvloeden in Israël
Vergelijkbaar met de anti-Soros-campagne in Hongarije heeft ook de Israëlische regering maatregelen genomen tegen buitenlandse organisaties die het regeringsbeleid ondermijnen. Maatregelen die evenzeer op Brusselse verwijten konden rekenen.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout
Uw sessie is verlopen
Wilt u opnieuw inloggen