Frans-Duits verdrag is veel meer dan symboolpolitiek

28 januari 2019Leestijd: 4 minuten
Angela Merkel en Emmanuel Macron in Aken

De ceremonie in Aken op dinsdag 22 januari stond bol van symbolen. Maar aan het verdrag liggen enkele serieuze ideeën en voorstellen ten grondslag

De aanstaande Brexit houdt de Europese politiek nog steeds in een stevige houdgreep. Het ontregelende effect van de Brexit op het gehele Europese politiek, niet alleen in Brussel dus, is groot. Hoe anders moet het deze week getekende verdrag van Aken tussen Duitsland en Frankrijk worden gezien?

Het zestien pagina’s tellende document is een waardige opvolger van het Élysée-vriendschapsverdrag tussen beide landen uit 1963. De ondertekening ervan door de toenmalige leiders, Konrad Adenauer en Charles de Gaulle, maakte een einde aan een lange periode van vijandschap tussen de twee buurlanden. Door nauwe samenwerking na te streven, zou aan de historische rivaliteit een einde moeten worden gemaakt. Dat is goed gelukt. Op de Europese politiek-diplomatieke as Berlijn (voorheen: Bonn) – Parijs valt veel aan te merken, maar van enige vijandschap tussen beide naties is geen sprake meer.

Ook naakte belangen spelen een rol

Er werd afgelopen week hier en daar geschamperd dat het nieuwe verdrag nietszeggend is en weinig toevoegt, maar dat klopt niet. De ondertekening van het nieuwe verdrag heeft een bredere strekking dan zijn voorganger uit 1963. Het is namelijk veel meer dan een bestendiging van de vriendschapsband tussen twee landen of van de stevige persoonlijke vriendschap tussen beide leiders Angela Merkel en Emmanuel Macron. Natuurlijk hebben zij elkaar hard nodig: de vriendschappelijke relaties met hun omliggende landen zijn momenteel niet altijd even hartelijk. Zo heeft Macron een permanente vete met de Italianen over immigratie en houden de relaties tussen Merkel en de regeringsleiders in Warschau, Londen, Moskou en Washington ook niet bepaald over.

Lees ook dit commentaar van Jelte Wiersma: Europese gedachte ver te zoeken bij hypocriete grootmachten

Maar het gaat niet alleen om het maken van vrienden, ook naakte belangen spelen een rol. Als we met een dergelijke bril naar het verdrag kijken, wat lezen we dan? Allereerst is het verdrag overduidelijk een poging de Europese Unie te stutten en een tegenwicht te bieden aan nationaal (of nationalistisch) en eurosceptisch denken, inclusief de Brexit.

Dit element van tegenwicht bieden is niet zo vreemd, want de kern van het Europabeleid van beide landen draait juist om verdere Europese integratie – door de Fransen een tijdje geleden omgedoopt tot de term ‘Europees project’. De Europese Unie is voor beide landen een primair instrument om hun buitenlands politieke invloed uit te oefenen en te vergroten. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat zij het bij voorbaat over alles eens zijn. Sommige SPD-afgevaardigden wensen bijvoorbeeld de Franse zetel in de Veiligheidsraad te ‘delen’; dat stuitte echter op een Frans veto en staat dus niet in het verdrag.

Compromis tussen een verdergaande Franse wens en Duitse terughoudendheid

Een tweede belangrijk element van gemeenschappelijk belang in het verdrag betreft de passage over gemeenschappelijk buitenlands  en veiligheidsbeleid. Het verdrag van Aken spreekt over de verdere verdieping van de samenwerking op deze beleidsterreinen.

Een Frans-Duitse veiligheidsraad wordt in het leven geroepen om een gemeenschappelijke militaire cultuur te ontwikkelen, die onder meer kan bijdragen aan een Europees leger. Uiteraard ontbreekt ook de mantra van een zelfstandige Europese defensiecapaciteit niet.  Tevens wordt voorzien in een gemeenschappelijke defensie-eenheid voor militair ingrijpen elders.

De uiteindelijke tekst van het verdrag is op dit punt een compromis geworden tussen een verdergaande Franse wens en Duitse terughoudendheid. Er waren op dit gebied vooral meningsverschillen tussen de Duitse coalitiepartijen SPD (Heiko Maas, Buitenlandse Zaken) en CDU (Ursula von der Leyen, Defensie) over de vraag hoe vergaand en onder wiens verantwoordelijkheid zo’n militaire eenheid moet kunnen optreden. Vooral dat laatste ligt nog steeds gevoelig in de Bondsdag, die op dit gebied geen (soevereine) bevoegdheden uit handen wil geven.

Plaatsen Parijs en Berlijn zich onder Amerikaanse bescherming?

Een derde belangrijk element betreft een wederzijdse bijstandsclausule, die naast die van de Europese Unie en het Noord-Atlantische verdrag van de NAVO komt. De twee laatste clausules worden in het verdrag herbevestigd, hetgeen de buitenlandredacteur van Le Figaro deed verzuchten dat met dit verdrag Parijs en Berlijn zich onder Amerikaanse bescherming plaatsen. Een dergelijke opmerking zal niet zo snel in de Duitse pers worden aangetroffen.

Kortom, het verdrag van Aken ontbreekt niet aan symboliek. De ceremonie in Aken stond op zichzelf al bol van symbolen, inclusief een hoge Duitse onderscheiding voor de Franse president Macron. Maar aan het verdrag liggen enkele serieuze ideeën en voorstellen ten grondslag, die veel verder gaan dan symboolpolitiek. Dat is in hun beider belang. Het is namelijk niet meer of minder dan een poging de regie over Europese politieke samenwerking, respectievelijk integratie weer in eigen handen te nemen en richting te geven. Wie wil, kan zich aansluiten. Wel op Frans-Duitse voorwaarden uiteraard, als medicijn in onzekere internationale (Europese) verhoudingen.

Het Europese project wordt wel eens vergeleken met een doordenderende trein, door niets of niemand af te remmen en met bestemming an ever closer union. Het verdrag van Aken voldoet volledig aan deze metafoor. De vraag is of deze trein niet meer en meer op de hier verguisde Fyra lijkt, die onderweg een deur of stuk plaatwerk verliest. En uiteindelijk de eindbestemming nooit zou bereiken.