Feiten over buitenlandse studenten graag!

08 maart 2018Leestijd: 2 minuten
Nederlandse studenten vrezen voor hun plek in de collegezaal. Foto: Ronald van den Heerik

Buitenlandse studenten komen in groeiende aantallen naar Nederland, maar de universiteiten, hogescholen en overheid zijn schimmig over de voor- en nadelen. Dat mag zo niet doorgaan.

Moeten Nederlandse studenten voortaan met buitenlandse studenten concurreren om een plaatsje in de collegezaal? Is het nodig om al die colleges in het Engels te geven? Wat verdienen universiteiten eigenlijk aan Chinezen? Hoeveel kost het de Nederlandse samenleving om  studenten van overal uit Europa op te leiden?

Vragen genoeg, maar antwoorden ho maar. Uit naam van het hoge ideaal van ‘internationalisering’ werven hogescholen en universiteiten actief buitenlandse studenten, maar tegelijk boren ze daarmee nieuwe bronnen van inkomsten aan.

Buitenlandse studenten

Lees de berekening door Arthur van Leeuwen van kosten en baten internationalisering universiteiten

Het probleem: zelfs in de jaarverslagen is niets te vinden over de kosten en baten. En uit Den Haag komen slechts vrome ‘bezorgde geluiden’ over de gevolgen voor Nederlandse studenten.

Hoe omvangrijk inmiddels de deelname van buitenlandse studenten is, laat vandaag de Volkskrant zien op basis van cijfers van de Nuffic – de organisatie die internationalisering bevordert en faciliteert. Met onder meer de uitkomst dat er bijna 90.000 buitenlandse studenten zijn, en dat die bij 210 studies een meerderheid vormen.

Europese studenten kosten 300 miljoen euro per jaar

Elsevier Weekblad dook eerder (lees: Cadeautje voor Europa) in alle beschikbare cijfers en berekende dat alleen de universiteiten al in 2016 ruim 112 miljoen euro binnenhaalden met studenten van buiten Europa.

En dat de Europese studenten inmiddels een kostenpost zijn van 300 miljoen euro per jaar. Maar daarover heerst een diep stilzwijgen.

Hoog tijd voor openheid dus. Dat is in het belang van Nederlandse studenten, van de belastingbetaler en uiteindelijk van de hogescholen en universiteiten zelf als die geloofwaardige pleitbezorgers willen blijven van het eigen hoge ideaal. Internationalisering? Graag met droge ogen en de boekhouding op tafel.