Onderzoek dat ministerie naar de mond praat, is ontoelaatbaar

07 december 2017Leestijd: 2 minuten
Ferdinand Grapperhaus Foto:ANP

Natuurlijk mogen beleidsambtenaren en bewindslieden zich niet bemoeien met de uitkomsten van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek door eigen instituten. Dat gebeurde wel bij het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. Maar het is naïef om te denken dat een protocol dergelijke beïnvloeding volledig uitsluit, zegt Gerlof Leistra.

Dankzij een klokkenluidster – en de onthulling door Nieuwsuur – weten we dat de top van het ministerie van Justitie, en op de achtergrond minister Ivo Opstelten (VVD), net zo lang druk uitoefenden tot directeur Frans Leeuw van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in 2014 de conclusies van een rapport over het coffeeshopbeleid herschreef. Door die aanpassing leek het kabinetsbeleid wél effectief.

Het is verontrustend dat Leeuw zijn rug niet recht hield en heeft gewezen op het protocol dat de onafhankelijkheid van zijn instituut garandeert. Een wetenschapper die een loopje neemt met de waarheid om zijn bazen naar de mond te praten, heeft elk gezag verloren.

Hij analyseert razendsnel en is recht voor zijn raap. Lees hier het profiel van minister van Justitie en Veiligheid Ferdinand Grapperhaus.

Grapperhaus heeft veel uit te leggen

Nog verontrustender is dat secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid Siebe Riedstra niet keihard ingreep na de klacht van de klokkenluidster. Daarmee ontstaat de verdenking van een doofpot en heeft de kersverse justitieminister Ferdinand Grapperhaus (CDA) veel uit te leggen over de gang van zaken op zijn ministerie. Hij zal garanties moeten geven die herhaling voorkomen.

Toch wekt het ook weer geen verbazing dat er sprake is van (poging tot) beïnvloeding. Het WODC huist in hetzelfde pand als het ministerie van Justitie en Veiligheid en de medewerkers staan er op de loonlijst. Het ministerie kan door de vraagstelling onderzoeken sturen. Maar het is ongehoord dat Leeuw onder druk conclusies wijzigt, al helemaal zonder overleg met de onderzoekers. Hoe betrouwbaar zijn die rapporten als er in de eindfase zo mee wordt geknoeid? Ook andere rapporten van het WODC zijn opeens verdacht.

Is de affaire rond het WODC uniek, of gebeurt ambtelijke en politieke beïnvloeding ook bij andere ‘onafhankelijke’ onderzoeksinstituten en adviescolleges van ministeries? De klacht van de klokkenluidster verdient nader en breder onderzoek, maar dan door een onafhankelijke partij.