Hoe moeten we de islamistische vijand bestrijden?

07 juli 2017Leestijd: 4 minuten
IS Foto: ANP

In het oude deel van Mosul is een afschuwelijke oorlog gaande. De strijd tegen het islamitische terrorisme wordt er met de dag heviger. IS-strijders verzetten zich met alles wat ze hebben. De stad is nog steeds niet volledig bevrijd van de jihadisten. En in de omgeving van Raqqa is de strijd pas begonnen. Er is nog een lange weg te gaan, voordat Raqqa is verlost van de jihadisten.

Niet alleen in het Midden-Oosten, ook in onze westerse steden wordt gestreden tegen jihadisten. Wekelijks worden in Europa terreurverdachten gearresteerd. Het gaat niet vanzelf. De islamisten melden zich niet vrijwillig bij de politie.

Deze week werd bekend dat in België een arsenaal wapens in beslag is genomen. Afgelopen dinsdag ontdekte de politie tijdens een reeks van huiszoekingen in een garagebox in de Brusselse gemeente Anderlecht drie Kalasjnikovs, vijftien laders voor Kalasjnikovs, een riot gun, drie handvuurwapens met munitie, radio’s, kogelwerende vesten, een blauw zwaailicht en twee politie-uniformen.

Jihadisten houden zich schuil in multiculturele wijken

Het Belgische succes is niet toevallig. Dat is het resultaat van de samenwerking met de Franse inlichtingendiensten. Deze wapens zouden worden gebruikt voor aanslagen in of buiten België. De Belgische politie en veiligheidsdiensten zijn op zoek naar een aantal verdachten die connecties hadden met het Brusselse netwerk. Dat netwerk richtte vorig jaar een bloedbad aan in Brussel. Deze verdachten lopen nog steeds vrij rond.

De jihadisten zijn overal. Ze houden zich schuil in de multiculturele wijken waar veel moslims wonen. De Fransen vrezen dat jihadisten op de Franse nationale feestdag quatorze juillet (14 juli) een of meerdere aanslagen plegen in de Franse steden. In 2016 richtte op die dag een islamitische terrorist in Nice een bloedbad aan: met een vrachtwagen reed hij op feestvierende massa. Daarbij kwamen ruim 80 burgers om het leven.

Dag en nacht zijn de Europese politiediensten en inlichtingendiensten bezig met het ontmantelen van jihadgroepen of het uitschakelen van individuen die een aanslag kunnen plegen. De antiterreurstrijd is de meest intense en omvangrijke strijd in Europa. Dit is een nieuwe realiteit voor de Europese politiediensten. Nooit zijn de Europese staten op eigen grondgebied op zo’n groot schaal met terrorisme geconfronteerd. De grootste complexiteit van de strijd tegen het islamitische terrorisme is dat de verdachten zich in bepaalde wijken kunnen verbergen. Ze worden niet verraden door hun omgeving.

Elke dag bekeert wel iemand zich tot het jihadisme

En het houdt niet op. Waarom? Omdat iedere dag elders in Europa, iemand zich bekeert tot het jihadisme: dweilen met de kraan open. De Volkskrant schreef deze week over een onderzoek naar Nederlandse Syriëgangers. Uit het dataonderzoek is gebleken dat 55 procent van Marokkaanse komaf is. Ook hier voeren ze de lijsten aan.

De dawa (uitnodiging tot islam) werpt zijn bittere vrucht af: ‘Onder de Nederlandse jihadgangers die sinds 2012 afreisden naar Syrië en Irak zijn relatief veel bekeerlingen: 17 procent. Dat percentage is zeven keer zo hoog als het aandeel van bekeerlingen in de gehele Nederlandse moslimgemeenschap.’

Zo zie je maar de verbinding tussen dawa en jihad. De bekeerlingen vormen een groot gevaar, ook voor andere westerse landen. Een Nederlandse bekeerling kan ongestoord naar Amerika of andere westerse gebieden afreizen voor het plegen van een aanslag. Zij zijn voor andere landen moeilijk traceerbaar. De godsdienstvrijheid is momenteel het gevaarlijkste grondrecht ter wereld. Maar de salafistische dawa gaat ongestoord verder. Politici doen daar niks tegen.

Van alles is geprobeerd om de vijand te accommoderen

Continu zijn we bezig de vijand te begrijpen. We moeten weten wat hun drijfveren zijn. Regelmatig hoor ik de vraag waarom ze ons haten. Maar de vijand vertelt zelf over de aard, omvang en de ernst van de jihad tegen het westen. Kennelijk hecht het westen weinig waarde aan de verklaringen van jihadisten. Al sinds 9/11 verdiepen generaties politici en beleidsmakers zich in de islamitische vijand.

Er is van alles en nog wat geprobeerd: de islamvriendelijke boodschap (oud-president Barack Obama en oud-minister Piet Hein Donner), investering in de oude wijken (oud-minister Ella Vogelaar), meer ruimte voor de islam in de publieke ruimte (bijna alle westerse politieke partijen) et cetera. Desondanks worden nog altijd niet-westerse moslims en bekeerlingen gerekruteerd voor de jihad.

[tweet_box design=”box_04″ float=”right” width=”40%”]De politie verdient onze steun en ons respect in de strijd tegen terrorisme[/tweet_box]

We begrijpen precies wie en wat de vijand is. Het zijn islamisten. Ze zijn bereid om tot het uiterste te gaan bij het bestrijden van afvalligen, ongelovigen en Europa. Wat we moeten leren, is hoe de vijand moet worden bestreden. Dat is de taak van politie en inlichtingendiensten. Maar ook de immigratiediensten moeten leren de vijand te bestrijden, door ze uit te zetten.

Zonder inzet van politie en inlichtingendiensten zouden er veel meer aanslagen zijn gepleegd in Europa. Daarom verdienen politie- en inlichtingenfunctionarissen ons respect en onze steun. Zij moeten worden geëerd voor hun inzet in de strijd tegen het islamitische terrorisme.