Haagse internationalisten zijn de ware provincialen

21 mei 2017Leestijd: 3 minuten
Foto: ANP

Nederlandse politici zijn maar wat bang om voor provinciaal te worden uitgemaakt. Liever kwalificeren ze zich als kosmopoliet, wereldburger of internationalist.

Dat is allemaal mooi en aardig, maar buiten de landsgrenzen gelden andere mores dan in Nederland. In het ‘internationale’ Den Haag wordt dat maar slecht begrepen en daardoor maakt de regering telkens brokken. Drie voorbeelden en de lessen die daaruit maar niet worden getrokken.

Wees niet afhankelijk van bondgenoten op militaire missies buiten Europa: neem eigen middelen mee

De Nederlandse militaire missie in Mali van 290 soldaten moet het doen zonder Nederlandse luchtsteun. De regering vond in december vorig jaar met steun van de Tweede Kamer dat de Duitse toezegging voor luchtsteun voldoende was om de missie te verlengen. De les van Srebrenica in 1995 is kennelijk vergeten. Daar ontbeerde Nederland het luchtwapen en vertrouwde het op kennelijke toezeggingen van bondgenoten. Hoe het afliep, is genoegzaam bekend: de toegezegde luchtsteun kwam niet, zo’n 8.000 moslims werden geëxecuteerd.

Als in Mali Nederlandse militairen luchtsteun nodig hebben, moeten ze maar hopen dat Berlijn Duitse levens wil riskeren. Dat dit niet zeker is, bleek in Afghanistan. Angelsaksische soldaten snakten diverse keren naar Duitse bijstand, maar Duitse soldaten wilden en mochten in eerste instantie nauwelijks van hun basis af. De Britten, Canadezen en Australiërs, die doden en gewonden te betreuren hadden, waren woest.

De les: als de regering toch zo’n missie wil uitvoeren, zorg dan ter plekke voor voldoende militaire middelen, zoals helikopters, en zorg dat Den Haag zelf aan de knoppen zit. Blijf anders thuis.

Naar kleintjes wordt niet geluisterd: alleen daden hebben impact

Gerrit Zalm (VVD) ontplofte bijna als minister van Financiën toen de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder in 2003 het euro-stabiliteitspact brak. Dat nota bene de Duitsers dit zouden doen, hadden ze in Den Haag nooit gedacht. Ook minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) was boos, ditmaal op de Europese Commissie die de euro-regels maar niet handhaaft. Een decennium verder, dezelfde boosheid.

Lees ook – Pieter Omtzigt: ‘ECB moet rekening houden met Nederland’

Ook de Italiaanse president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank (ECB) kreeg Nederlandse boosheid over zich heen. Hij vertelde de Tweede Kamer vorige week minzaam dat hij zijn mandaat  breekt en dat de afgevaardigden de boom in kunnen met hun kritiek. De Tweede Kamer heeft niets te zeggen over de ECB en demonstreerde in de sessie met Draghi vooral de eigen machteloosheid en naïviteit. Kennelijk wilde en wil het maar niet tot Zalm, Dijsselbloem en de Tweede Kamer doordringen dat Nederland zich in 1991 in Maastricht monetair heeft overgeleverd en de ECB door de Zuid-Europese meerderheid in de eurozone wordt gedomineerd.

De les: regels gelden niet, slechts het recht van de sterkste en eventueel de brutaalste geldt. Nederland is niet de sterkste, het kan alleen de brutaalste zijn door bijvoorbeeld steunpakketten te saboteren. Dat is het enige machtsmiddel in Haagse handen, niet boosheid waar de groten en meerderheden vooral om lachen.

De wereld hangt van wantrouwen aan elkaar: leer van de Belgen

De Nederlandse Spoorwegen betaalden een voorschot aan de Italiaanse treinbouwer AnsaldoBreda voor de Fyra. België, dat ook drie treinen bestelde, stortte het aankoopbedrag op een speciale rekening. Het geld zou pas aan de Italianen toevallen als de treinen waren geleverd en goed bevonden. Dat laatste bleek niet het geval, waarop de Belgen al hun geld terugkregen. Nederland was het geld in eerste instantie kwijt en kreeg slechts met moeite een deel terug.

De les: Nederland is een high trust-society, het gros van de wereld is dat niet. Handel internationaal daarom zoals low trust-society België.

Internationalisten kijken door Nederlandse bril

Zomaar een paar voorbeelden van de laatste jaren waarbij Nederlanders vol goede moed willen meedoen op het internationale toneel, naïef zijn door te vertrouwen op afspraken en hun neus stoten aan de realiteit. De gemaakte brokken zijn natuurlijk de schuld van de buitenlanders. Die houden zich, zoals Draghi, Schröder, onder meer de Fransen in Srebrenica en de Italianen met de Fyra, niet aan de afspraken.

Je mag veronderstellen dat de zelfbenoemde internationalisten in Den Haag en elders dit inmiddels hebben begrepen. Maar het lijkt erop dat ze de wereld maar blijven bekijken door een Nederlandse bril. Nieuwe brokken en de daaropvolgende potsierlijke boosheid dreigen zo telkens opnieuw.