Waarom de EU blootstaat aan de despotische verleiding

26 september 2016Leestijd: 4 minuten
Juncker, voorzitter van de Europese Commissie - knuffelt een van zijn gasten - bron: EPA

Professor Luuk van Middelaar, oud- speechschrijver van Herman Van Rompuy, hield afgelopen week zijn oratie in Leiden: ‘De Europese Unie en de gebeurtenissenpolitiek’. Een mooie titel, vindt Afshin Ellian. Hoe de EU riskeert ten prooi te vallen aan despotisme.

De leiders van de Europese Unie (EU) zijn niet in staat om een geloofwaardig verhaal te vertellen. De geloofwaardigheid hangt hier nauw samen met de legitimiteit. Hier staat dus niet het waarheidsgehalte van pro-EU-beweringen ter discussie. Nee, het gaat om de vraag of hun plannen en beleid draagvlak hebben onder Europese burgers. Wanneer de geloofwaardigheid het gezag continu aantast, kunnen deze autoriteiten in autoritaire personen en instellingen veranderen.

De EU bestudeerd door juristen

Luuk van Middelaar, de voormalige speechschrijver van Herman Van Rompuy, oud-voorzitter van de Europese Raad, is benoemd tot hoogleraar ‘Grondslagen en Praktijk van de Europese Unie en haar Instellingen’ aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Hij draagt een lange titel, maar geen onzinnige. De EU wordt voornamelijk bestudeerd door juristen, alsof de EU niets anders is dan een juridisch instituut of beter gezegd, alsof de EU een niet-politieke instelling is.

Relatief weinig filosofen, sociologen, politicologen en zelfs economen hebben zich beziggehouden met de Unie. De EU verschijnt aan de universiteiten als een juristenbolwerk. Van Middelaar is daarentegen een filosoof die terecht de juristen wil confronteren met de praktijk en de grondslagen van de EU. Dat is zonder meer een compliment waard. Van Middelaar is dan ook een degelijk denker.

Turkije-deal als belangrijkste compromis

Professor van Middelaar hield afgelopen week zijn oratie in Leiden: ‘De Europese Unie en de gebeurtenissenpolitiek’. Een mooie titel. Hij maakt een onderscheid tussen regelpolitiek en gebeurtenissenpolitiek. Bij de regelpolitiek gaat het om het vaststellen van wetten en beleid. De regelpolitiek pacificeert, depolitiseert volgens Van Middelaar de onderliggende politieke tegenstellingen in een concreet vraagstuk.

Dat is hoe alle democratische staten werken: de meerderheid zet de compromissen om in regels. In tegenstelling tot de EU-wetgeving zijn de nationale compromissen overzichtelijk en helder. Binnen de EU staan de compromissen juist ver af van de burgers. Het belangrijkste compromis van de laatste tijd was de Turkije-deal – een voorbeeld van een helder compromis. Hiermee zeg ik niet dat het een goed compromis was.

De oorsprong van het begrip gebeurtenis

Bij de gebeurtenissenpolitiek wil men greep krijgen op onvoorzienbare gebeurtenissen. Een paradoxale uitdrukking. Volgens Van Middelaar speelt ‘deze vorm van politiek handelen zich niet af binnen een bepaalde orde, maar wel als deze als zodanig op de proef wordt gesteld’. De grensoverschrijdende ongelukken, het islamitische terrorisme of het migrantenvraagstuk behoren tot het domein van het onvoorspelbare.

Het woord gebeurtenis verwijst in de filosofie van de twintigste eeuw naar Martin Heideggers begrip ‘Ereignis’. In navolging van deze Duitse denker gebruiken andere filosofen zoals Jacques Derrida en Claude Lefort dit begrip. Het is jammer dat Van Middelaar in zijn oratie nergens verwijst naar de oorsprong van het begrip ‘gebeurtenis’.

Noodzakelijke openheid

Met het woord ‘gebeurtenis’ wordt eigenlijk verwezen naar de noodzakelijke openheid in de menselijke aangelegenheden als geschiedenis of politiek. Daarentegen dachten marxisten dat er geen openheid in de geschiedenis bestaat, omdat de geschiedenis als vooruitgang naar een bepaald punt – te weten de emancipatie – wordt beschouwd. Zodoende was het vanuit het perspectief van de Sovjet-Unie buitengewoon helder waar de geschiedenis zal eindigen.

Maar de al uitgedachte en geregisseerde geschiedenis is natuurlijk geen geschiedenis. De geschiedenis bestaat uit gebeurtenissen. Daarin ligt precies de openheid, oftewel de toekomst, besloten. De totalitaire ordes hebben derhalve geen toekomst. Het was Heidegger die de filosofen leerde dat de toekomst, letterlijk naar ons toekomt, als iets dat onverwacht is.

Zorgen moet je niet ontkennen

Van Middelaar besteedt aan de grondslag van het begrip ‘gebeurtenis’ geen aandacht. Maar dat is precies waar het om gaat. In de gebeurtenis schuilt de mogelijkheid tot openheid, het toekomstige, het onvoorspelbare, het onverwachte. De EU wordt niet alleen door de gebeurtenis op de proef gesteld, het onverwachte wil vaak ook het systeem doorbreken.

De gebeurtenis bestaat soms ook uit bezorgdheid. De politici die deze zorgen ontkennen of onderdrukken, begrijpen niet hoe de gebeurtenispolitiek werkt. Een reflectie op dit thema is cruciaal voor het begrijpen van de onmacht van de EU-bestuurders: de gebeurtenissenpolitiek is immers, in tegenstelling tot de regelpolitiek, een existentiële toestand.

Ten prooi vallen aan despotisme

De EU kan zich alleen de gebeurtenissenpolitiek eigen maken als de autoriteiten ook de eigen persoonlijke ondergang in een gebeurtenis zouden aanvaarden. Iemand als Jean-Claude Juncker – de voorzitter van de Europese Commissie – bijvoorbeeld is daartoe niet in staat.

De EU riskeert daarom ten prooi te vallen aan het despotisme.

De Europese politici die uit vrees voor het onvoorspelbare ‘de gebeurtenis’ willen ontwijken, zullen zichzelf vroeg of laat tegenkomen. Want wie de gebeurtenissenpolitiek niet kan bedrijven, zal als despoot eindigen. Wie niet als despoot wil eindigen, zal zijn gezag toch echt moeten ontlenen aan de Europese burgers.