Bespaar me de politieke ‘verbazing’ over Griekenland

19 november 2017Leestijd: 3 minuten
'Alexis Tsipras. Foto: AFP'

De Tweede Kamer is ‘onthutst’ over een rapport over de gang van zaken rond de zogeheten ‘noodhulp’ voor Griekenland. Nou valt dat onthutst wel mee; onze volksvertegenwoordiging kan ook nog ‘geschokt’ zijn en zelfs ‘verbijsterd’. Alarmfase 2 of 3 dus, op een schaal van 5. En deze Kamerreacties gelden zonder uitzondering zaken die de Kamer allang wist, althans had behoren te weten.

De Griekse schuldencrisis begon in 2009 toen Griekenland zelf liet weten dat alle officiële cijfers met heel veel korreltjes zout genomen moesten worden, bereikte het ene hoogtepunt na het andere (en wij elke avond kijken naar plaatjes van het gelige Parlementsgebouw in Athene), totdat na het laatste hoogtepunt in 2015 alles onder controle leek. Niet in de laatste plaats dankzij ‘onze’ Jeroen, die met zijn Hollandse rechtlijnigheid als enige opgewassen leek tegen de Griekse powerplay van de firma List&Bedrog (premier Tsipras en minister Varoufakis). Dat mocht ook wel, want dwars door het rookgordijn van getallen bleek dat Griekenland was geholpen met 386 miljard euro, dankzij een eendrachtige samenwerking van de Europese Centrale Bank, het Internationaal Monetair Fonds en het Europese noodfonds ESM. Dat bedrag van 386 miljard euro betekent ongeveer 35.000 euro per Griek, zeg zo’n anderhalve euroton per gemiddeld gezin.

Maar al dat geld is natuurlijk niet aan gezinnen gegeven, maar aan het land. Om schulden af te betalen, om te investeren, om belastingen en pensioenen te hervormen en al het soort dingen waardoor een land structureel de toekomst beter aan kan. We hebben het hier over een land met ongeveer de grootste belastingontduiking binnen de Europese Unie en bijna de laagste pensioenleeftijd, terwijl de mensen ouder worden dan waar ook – dat betekent dus het hoogste aantal improductieve jaren.

Griekse arbeider verdient meer dan Duitse collega

Door al die indrukwekkende instellingen, met hun legioenen briljant genoemde economen, is er onvoldoende op toegezien dat al die miljarden besteed werden aan doelen waardoor Griekenland structureel sterker werd. De Griekse arbeider verdient meer dan zijn Duitse collega, blijkt uit menige statistiek, en toch zal niemand bestrijden dat Duitsland economisch wat sterker is. Een andere vergelijking. Met Ierland ging het in de voorbije crisis economisch ook heel slecht. Ierland heeft zelf draconische maatregelen getroffen – met betrekkelijk weinig steun van buitenaf – en nu is het inkomen per hoofd in Ierland hoger dan zelfs in Nederland, dat heel hoog staat.

De onthutste Tweede Kamer gaat nu een debat voeren. Daarin zal ook weer geschokt worden gereageerd als voor de zoveelste keer wordt meegedeeld dat we nauwelijks een cent zullen terugzien van die vele miljarden die we als Nederland hebben bijgedragen. Een motie om in de toekomst in een vergelijkbare situatie alleen mee te doen als er keiharde garanties zijn dat het geld optimaal zal worden besteed, zal het niet halen, vanwege onze ‘internationale solidariteit’ (minister Wopke Hoekstra moet even goed voor de spiegel oefenen op deze twee woorden tot hij de Rutte-uitspraak te pakken heeft).

En binnenkort zal de Kamer weer ‘geschokt’ zijn als de Rekenkamer of de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid laat weten dat door de migrantengolf het inkomen per hoofd niet omhoog is gegaan en ons gemiddelde opleidingsniveau evenmin. En ‘verbijsterd’ als het KNMI officieel rapporteert dat er in december minder daglicht is dan in juni.