Werk Albert Speer jr. is totalitair. Bouw liever burgerlijk!

28 september 2017Leestijd: 3 minuten
Albert Speer jr. ontwierp het Olympische Stadion in Peking - bron:AFP

Albert Speer jr. is vorige week overleden. Hij was ėėn van de belangrijkste en meest getalenteerde architecten en stadsplanners ter wereld. Maar met zijn veelal totalitaire werk heeft Eric Hendriks niets. Bouw liever traditionele herenhuizen, vindt hij.

Het portfolio van Speer jr. omvat megaprojecten als de Expo 2000 in Hannover, het Olympische Park voor de spelen van 2008 in Peking en het naderende wereldkampioenschap voetbal in Qatar. Zijn vader, de beruchte naziarchitect, ontwierp het manifestatieterrein van de NSDAP in Nuremberg (bekend van Riefenstahls Triumph des Willens) en het Olympisch Stadion voor de Berlijnse spelen van 1936.

Na de oorlog ontliep Hitlers architect de doodstraf maar net, omdat hij als minister van Bewapening miljoenen West-Europeanen als slaven in de Duitse oorlogsindustrie had laten werken. Junior had weinig contact met Senior, distantieerde zich van diens nationaal-socialisme en verklaarde zichzelf progressief liberaal. Toch ontstond er op thematisch vlak een vreemde familietraditie.

China wilde spierballen aan wereld tonen

De meest frappante parallel is het olympische park in Peking. Speer jr. leverde het masterplan van het gehele terrein, inclusief de 15 kilometer lange as-boulevard. De Chinese partij-staat wilde in 2008 zijn spierballen aan de wereld tonen als nieuwe wereldmacht. De vorige keer dat een totalitaire partij-staat zichzelf op die manier als wereldmacht aankondigde was in Berlijn in 1936. En dan pakken ze als hoofdontwerper uitgerekend de zoon van de man die het Olympische Stadion in Berlijn ontwierp. Vervolgens komt de zoon met een Neurenbergs as-model aanzetten. Het zou allemaal slechts een ironisch toeval zijn.

Dat park voelt in ieder geval erg totalitair. Ik was er laatst. Alles is groot, leeg, grauw of juist agressief fel, onversierd, zonder menselijk maat. Lege ruimtes zijn onmenselijk groot; ramen zo hoog dat je er niet horizontaal door naar buiten kunt kijken. Het intimideert en verkleint het individu. Nu heb je nog andere elementen in dat park. Er staan langs de as allerlei met elkaar vloekende, absurdistische gebouwen ontworpen door een ratjetoe aan architectenbureau’s: het Vogelneststadion, een blauw kubusvormige gebouw, een gebouw in de vorm van een draak. Maar die absurdistische speelsheid maakt het geheel alleen nog onmenselijker. Het is een soort mix van jaren 30 totalitarianism en de Utrechtse Uithof. Indrukwekkend, maar niet mooi, inspirerend of prettig.

Grootvader Speer ontwierp prachtige art nouveau

Hoe anders zijn de burgerlijke herenhuizen van grootvader Albert Friedrich Speer (1863-1946). Voordat totalitaire intimidatie en modernistisch cynisme hun intrede deden, ontwierp de grootvader prachtige art nouveau. Ik heb zijn huizen jarenlang bewonderd in de tijd dat ik in Mannheim woonde zonder te weten dat een Speer ze had ontworpen. Net als onze Nederlandse herenhuizen stralen ze warmte uit, verhouden ze zich harmonisch tot hun omgeving en geven ze burgers een comfortabel, zelfs waardig, gevoel.

Achter architectonische stijlen schuilen visies op mens en maatschappij. Architectuur is niet onschuldig, bezit vaak een politieke en ethische dimensie. Het ontstaat uit een bepaalde maatschappelijke visie en beïnvloedt vervolgens het leven en levensgeluk van mensen. Het gaat mij er dus zeker niet om om de hooggetalenteerde Speers af te katten, maar om dat we kritisch en vanuit een groot maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel naar architectuur moeten kijken.

Nadenken in Nederland over architectuur

Zeker in Nederland moeten we meer nadenken over wat voor architectuur ons gelukkig maakt en aansluit bij wie we willen zijn. We hebben in Nederland gelukkig geen totalitaire architectuur, maar helaas wel allerlei andere soorten van lelijke, kille moderne architectuur. Ik betwijfel dat dat bijdraagt aan het geluk en de waardigheid van de Nederlandse burgers.

Traditionele herenhuizen lijken me beter. Laatst wierp iemand me voor dat ik zo belachelijk aan het doorschieten ben, dat ik straks zelfs nog herenhuizen zou willen laten bouwen in Amsterdam-Noord. Maar waarom niet? Ik wil wel herenhuizen in Amsterdam-Noord – minstens even mooi als de ouden en bouwtechnisch verbeterd. Zo bouw je als je het welzijn van burgers op de eerste plek zet.