Veiligheidsraad? Steek geld liever in Defensie

13 mei 2017Leestijd: 4 minuten
Het konvooi van de Turkse minister Kaya wordt tegengehouden door de politie in Rotterdam - Foto: ANP

Een adviesraad van het kabinet adviseert om nog een extra adviesraad op te richten. Dat klinkt al meteen verdacht, schrijft Elseviers politiek redacteur Eric Vrijsen.

Deze week kwam de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) met het rapport ‘Veiligheid in een wereld van verbindingen’ ermee op de proppen: ook Nederland moet een Nationale Veiligheidsraad instellen.

Grote landen hebben al een Veiligheidsraad

In grote landen als de Verenigde Staten beschikt de president over zo’n veiligheidsraad. Hij verzamelt in tijden van crisis een paar ministers, enkele generaals, de chefs van de spionagediensten en een batterij experts om zich heen. Binnen enkele uren moet de president beslissen over een crisis en aan de bedrukte gezichten van zijn medestanders kun je zien hoe moeilijk en spannend dat is. Zo’n raad hakt overigens niet alleen in crisissituaties knopen door, maar stippelt op rustige momenten ook het veiligheidsbeleid voor de komende jaren uit.

De WRR vindt dat Nederland ook een Veiligheidsraad moet krijgen, die onder leiding van de premier zal vergaderen over de binnenlandse en buitenlandse bedreigingen van de nationale veiligheid.

Oproep tot instellen van taaie bureaucratie

In een crisissituatie komen de direct betrokken ministers nu ook al bijeen in de zogenoemde ‘onderraden’ van de ministerraad. Zo zijn er de ‘Raad voor Inlichtingen en Veiligheid’ plus de ‘Ministeriële Commissie Veiligheid’. Er zijn weinig voorbeelden dat de ministers dan niet met elkaar meedenken; weigeren samen te werken en verstrikt raken in stammenoorlogen.

De WRR meent echter dat die onderraden niet voldoen, omdat ‘er te weinig afstemming is tussen de binnenlandse en buitenlandse veiligheid’. Bovendien is er geen aansluiting ‘met kennisinstituten en de academische wereld om het strategische veiligheidsbeleid van impulsen te voorzien’. En in de derde plaats heeft Den Haag behoefte aan ‘een zichtbaar forum waarop de relatie tussen interne en externe veiligheid tot uitdrukking komt’.

Zou het? Deze argumenten lezen als een oproep tot het instellen van een taaie bureaucratie. Dat komt de snelheid van handelen doorgaans niet ten goede.

Alleen voorbeelden van hoe het goed gaat

De WRR geeft ook geen voorbeelden hoe het fout gaat in de huidige vergaderstructuur. Weet u nog die mislukte actie in de Libische burgeroorlog in 2011? Vanuit het fregat Hr Ms Tromp steeg een Lynx-helikopter op om in de havenstad Sirte een Nederlandse ingenieur en een Zweedse vrouw te bevrijden uit een levensbedreigende situatie. Er ging van alles mis, maar niet doordat premier Rutte en enkele van zijn ministers die zondagmiddag in de ‘Ministeriële Kerngroep Speciale Operaties’ hadden zitten suffen. Het verband tussen ‘interne veiligheid en externe veiligheid’ hadden ze heus wel voor ogen.

Of neem de gebeurtenissen op 17 juli 2014, toen een Maleisische Boeing 777, met 198 Nederlanders en 100 anderen onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur, boven Oost-Oekraïne uit de lucht werd geschoten. Binnen enkele uren kwamen de premier en zijn direct betrokken ministers, plus ambtelijke autoriteiten met spoed bijeen in het hypermoderne crisiscentrum op het ministerie van Veiligheid en Justitie.  Dat organisatiemodel werkte toen naar behoren. Sommigen zeggen zelfs: uitstekend.

Rutte en consorten gebruikten in die MH17-crisis de ambtelijke structuur van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Die functionaris en zijn staf werden in het leven geroepen toen in 2004 duidelijk was dat politie, justitie en inlichtingendiensten teveel naast elkaar heen werkten bij de terrorismebestrijding. De ‘terrorisme-tsaar’ bracht daarin verbetering en zijn instituut ontwikkelde zich in een paar jaar tijd in de richting van crisismanagement. Op die fatale 17 juli bleek dat nuttig.

Waarom dan ook nog een Nationale Veiligheidsraad optuigen? Met een bijbehorend Planbureau voor de Veiligheid, zoals de WRR ook wil?

Proportionele middelen tegen Turkse provocatie

De WRR noemt 11 maart 2017. Wat was er toen ook alweer? Oh ja, de rel in Rotterdam om de Turkse minister Kaya die hier niet welkom was, maar toch de Erdogan-aanhangers wilde opjuinen. De WRR ziet in deze affaire een duidelijk voorbeeld van ‘grensoverschrijdende spanningen’ en redeneert: ‘Veiligheid kan niet meer worden gevonden in de verschansing tegen agressie van buitenaf, maar vereist beleid dat berust op inzicht in de vele verbindingen tussen “binnen” en “buiten”. Dat is eigen aan de wereld waarin wij leven.’

Fraai geformuleerd, maar die Turkse provocatie werd met proportionele middelen tegemoet getreden: een anti-terreureenheid ging rondom de Mercedes van minister Kaya staan en zij mocht er niet uit. Een Nationale Veiligheidsraad bleek in die koortsachtige uren niet nodig. En abstracte theorieën over ‘binnen en buiten’ al helemaal niet.

Defensie ernstig verwaarloosd

De WRR stelt in zijn 218 pagina’s dikke rapport vast dat Nederland zijn defensie ernstig verwaarloost. Dat klopt. Volgens de WRR was dat niet gebeurd als er een Nationale Veiligheidsraad was geweest. Maar dat is niet bewezen.

De WRR wil dat het huidige defensiebudget van 8 miljard euro fors stijgt. Het moet met veel meer miljarden omhoog dan de toekomstige coalitiepartijen in hun verkiezingsprogramma’s hadden staan. Want Nederland is economisch sterk afhankelijk van het buitenland en dus moet Den Haag zich echt aan de NAVO-afspraken houden. Goed punt.

Meer opinie, elke dag in je inbox? Meld je aan voor Elseviers nieuwsbrief >>

De soldaten hebben geen munitie; veel pantserwagens staan stil wegens gebrek aan onderdelen; de marine moet het ene schip kannibaliseren om het andere op missie te kunnen sturen; de F16’s vertonen scheuren in de beplating en de Koninklijke Luchtmacht kan al lang niet meer helpen IS te bombarderen. Laat het nieuwe kabinet snel besluiten om de krijgsmacht op te lappen. Dat is  harder nodig dan het herinrichten van het vergadercircuit rond premier Mark Rutte en de vorming van een extra veiligheidsbureaucratie.