Pensioensector onderschat risico van invaren

03 juli 2021Leestijd: 4 minuten
FNV-bijeenkomst na klappen pensioenakkoord. Foto: ANP

Door de pensioenhervorming moet 2.000 miljard euro vermogen in het nieuwe stelsel worden ‘ingevaren’. Volgens hoogleraar Europees pensioenrecht en advocaat Hans van Meerten leidt dat tot onoverkomelijke juridische problemen en moet de verantwoordelijke minister van Sociale Zaken op zoek naar alternatieven. 

Nederland zit midden in een enorme pensioenhervorming. De pensioenregelingen schijnen onbetaalbaar te zijn. En dat moet veranderen. EW  heeft daaraan al uitvoerig aandacht besteed.

Hans van Meer

Hans van Meerten (1974) is bijzonder hoogleraar Europees pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht. Hij is tevens advocaat/adviseur en vertegenwoordigt met name partijen die meer invloed in pensioenfondsen willen.

De pensioenherziening behelst voor een belangrijk deel het zogenoemde invaren, dat kort gezegd inhoudt dat de uitkeringsovereenkomsten massaal zullen worden omgezet naar premieovereenkomsten. Dit is nogal wat, het om te zetten pensioenvermogen bedraagt inmiddels zo’n 2.000 miljard euro.

Invaren is een inbreuk

Dit invaren wordt een groot probleem bij het ontwikkelen van het nieuwe pensioenstelsel. De reacties op het concept-wetsvoorstel waren overwegend (zeer) negatief. Dit is diefstal, zo laten de meeste reacties zich samenvatten. En inderdaad, bij vele belanghebbenden, juristen en economen leven grote zorgen over de noodzaak en houdbaarheid van invaren.

Een groot probleem bij invaren is hoe de inbreuk op het Europese eigendomsrecht wordt gerechtvaardigd. Het veranderen van een uitkeringsovereenkomst naar een premieregeling is een aantasting van het Europese eigendomsrecht die niet makkelijk zal kunnen worden gerechtvaardigd. Immers, het juridisch contract verandert. Dat de uitkomst hetzelfde kan zijn, doet niet ter zake.

Angst voor claims door invaren

Veel pensioenfondsen zijn bang voor juridische claims als zij invaren (want zij zijn uiteindelijk hiervoor aansprakelijk als het fout gaat). De angst voor claims wordt verder versterkt door de omstandigheid dat het individuele bezwaarrecht uit artikel 83 Pensioenwet (PW) voor wat betreft het invaren buiten werking wordt gesteld. Dat maakt de inbreuk op het eigendomsrecht nog moeilijker te rechtvaardigen.

Ik vind dit onbegrijpelijk. Kennelijk kan het Nederlandse invaren wél, in tegenstelling tot alle andere landen. Geldt dan hier het eigendomsrecht niet?

Ik was dan ook verheugd dat eind juni het rapport verscheen van Netspar (een pensioendenktank van de sector en de overheid) over buitenlandse ervaringen met het omzetten van bestaande pensioenrechten. Ik vind namelijk al heel lang dat de Nederlandse pensioenpolder veel te veel naar binnen is gericht.

Maar mijn vreugde sloeg al snel om in verbazing naar aanleiding van een interview met een van de auteurs van het rapport, professor Onno Steenbeek, die tevens is verbonden aan APG, de grote pensioenuitvoerder achter ambtenaren- en onderwijzerspensioenfonds ABP.

Invaren is in het buitenland simpelweg onmogelijk

Terwijl in het rapport zelf de Nederlandse manier van invaren (met bevriezing van het individuele bezwaarrecht) door buitenlandse deskundigen wordt afgeraden, valt in het interview met Steenbeek te lezen: Wat Steenbeek vooral verraste: het zogeheten “invaren” waarvoor Nederland kiest, is in het buitenland simpelweg onmogelijk.’ Maar, vervolgt Steenbeek zelf: Op het moment dat je hun pensioenrechten zou omvormen naar pensioenvermogen, stapt men naar de rechter. Bij ons werkt dat anders, omdat we in Nederland een sociaal contract met elkaar hebben.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ik vind dit onbegrijpelijk. Kennelijk kan het Nederlandse invaren wél, in tegenstelling tot alle andere landen. Geldt dan hier het eigendomsrecht niet?

De sociale partners hebben begin deze eeuw eindloon omgezet naar middelloon. Dat lijkt op invaren, en sterkt de sector in het geloof dat invaren nu ook weer kan. Het is een argument dat Steenbeek ook aanvoert. Toch snijdt dit argument geen hout.

Bij deze operatie is het karakter van de pensioenregeling niet gewijzigd, het bleef een uitkeringsovereenkomst. Bij invaren gebeurt dat wel. Bovendien, deze omzetting van eind- naar middelloon is niet collectief op rechtmatigheid getoetst. Of dit de rechterlijke toets kan doorstaan, blijft onzeker. Dat de toezichthouder hiermee heeft ingestemd, zegt mij niet zoveel. Zo stemde De Nederlandsche Bank ook in met overdrachten waarbij eenvijfde van de pensioenaanspraken verdween.

Invaren mag van de wet. Dus het mag?

Een ander argument waarom de sector denkt dat invaren kan, is omdat het gerechtvaardigd wordt geacht door de wetgever. Inderdaad, het maken van een inbreuk op grondrechten is soms toegestaan. Zo stelt de regering – en enkele deskundigen – zelfs dat er geen sprake is bij invaren van ‘ontneming’ van eigendom, maar van ‘regulering’ en wordt de betaalbaarheid van het systeem aangedragen.

Maar hoe geloofwaardig is dit alles? Immers, sinds 2002 is het korten minimaal zes keer uitgesteld en is de grens waarbij pensioenfondsen moeten korten (fors) naar beneden bijgesteld. Het argument ‘betaalbaarheid van het systeem’ kan dus weliswaar valide zijn, maar verliest kracht als (om politieke redenen) het korten op pensioen herhaaldelijk is en wordt uitgesteld.

Kortom, de argumenten voor invaren overtuigen niet. De belangen zijn zoals gezegd enorm. Als ik minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees (D66) was, zou ik maar heel snel alternatieven voor invaren ontwikkelen. Deze zijn al aangedragen, onder anderen door mijzelf.

Nog steeds vind ik het een charmante oplossing om de bestaande rechten te ‘parkeren’ in een aparte entiteit en de nieuwe aanspraken daarvan los te koppelen, met behoud van een individueel bezwaarrecht. Dit wordt door de sector echter afgedaan als ‘te complex’. Ik denk dat dit wel meevalt: verscheidene pensioenfondsen voeren nu al verschillende regelingen uit. En zo complex als het Nederlandse invaren is dit bij lange na niet.