Typisch Nederlands dat krabbelaar Tichelaar het veld moest ruimen

02 maart 2017Leestijd: 2 minuten
Tichelaar Foto: ANP

Vanaf  het moment dat het Dagblad van het Noorden en de Volkskrant met hun onthulling kwamen dat de CdK in Drenthe, Jacques Tichelaar, zijn schoonzuster een opdracht had toegespeeld, kon het maar op één manier eindigen: met het vertrek van de commissaris van de Koning.

Dat hij zelf werkelijk alles deed om het proces te versnellen en nog onontkoombaarder te maken, is bijvangst. Iedere expert kan vertellen dat je na zo’n onthulling meteen diep moet buigen, schuld bekennen, volledig opening van zaken geven, liefst nóg een zonde opbiechten en tot in de eeuwigheid excuus aanbieden en zeggen dat je het nóóit meer zult doen.

In Frankrijk mocht Fillon gewoon blijven

Onze Jacques ontkende, loog en verklaarde: ‘Bij een volgende gelegenheid  zou ik op exact dezelfde wijze handelen.’ Hij werd emotioneel en ging wild om zich heen slaan. Hij deed me onweerstaanbaar denken aan een verdachte over wie mijn vader – die rechter was – mij als jongetje vertelde. Die verdedigde zich ten einde raad met: ‘Edelachtbare, ik héb het niet gestolen. En bovendien was het geen 1.000 gulden, maar 500!’ Exit Jacques Tichelaar.

En dat om een opdracht van 3.105 euro, maar de ex-CdK is dan ook ‘een kleine krabbelaar, zoals woordacrobaat Ruud Lubbers ooit staatssecretaris Piet van Zeil vertederd noemde. Ik heb trouwens niet begrepen waarom degene die de opdracht niet heeft gekregen later met 3.500 euro is afgekocht. Dat moeten de onthullers-journalisten nog maar eens uitleggen.

In Frankrijk had presidentskandidaat François Fillon jarenlang zijn echtgenoot op de payroll: voor vele honderdduizenden euro’s gemeenschapsgeld werd ze geacht niets te doen. Op dezelfde dag dat Tichelaar werd weggebonjourd, maakte Fillon bekend dat hij voor de onderzoeksrechter moet verschijnen, maar gewoon doorgaat als kandidaat voor het hoogste ambt.

Een heel andere cultuur bij het openbaar bestuur

In nogal wat landen van ‘onze’ Europese Unie is corruptie aan de orde van de dag en dan gaat het over heel andere bedragen. Buiten Europa is corruptie het normaalpatroon, waaraan Nederlandse bedrijven overigens van harte meedoen. Het schatrijke Saudische koningshuis steekt geen poot voor je uit onder de 100 miljoen euro, weten we sinds kort dankzij ons bedrijfsleven met VOC-mentaliteit.

Maar dat is iets anders dan ons openbaar bestuur. Daar moet een hoogwaardigheidsbekleder vertrekken vanwege een beetje nepotisme – terwijl die schoonzuster haar opdracht misschien wel prachtig heeft uitgevoerd. Misschien zijn dat wel onze normen en waarden die we moeten koesteren, meneer Pechtold.