Asielbeleid Nederland zal leiden tot grote spanningen in de samenleving

26 mei 2023Leestijd: 3 minuten
DRUKTE BIJ AANMELDCENTRUM TER APEL. FOTO: HUISMAN MEDIA/HH/ANP

De asielcrisis wordt dieper. En zolang een groot deel van Den Haag het niet over de instroom wil hebben, is een asielbeleid dat wél werkt nog ver weg. De asielketen verandert zo in een soort pardonneerketen, schrijft Gertjan van Schoonhoven.

Het was begin deze maand een onthutsend schouwspel in de Tweede Kamer. Om precies te zijn: in de vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris die verantwoordelijk is voor het asielbeleid van Nederland, had de Kamer net een heel pakket van data gestuurd die de onhoudbaarheid van de huidige asielinstroom alarmerender dan ooit vaststelden. Voor dit jaar, volgend jaar én de komende jaren geldt: de asielketen kan deze aantallen niet aan. Het COA niet en de IND ook niet. En toch ging het er in de eerstvolgende Kamercommissie urenlang niet over.

De linkse oppositiepartijen en ook coalitiepartijen D66 en ChristenUnie negeerden het onderwerp instroom glashard, in bijna demonstratieve eendracht. Eindeloos lang ging het – ingestoken door de Amsterdamse GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink – over de financiering van de bed-bad-brood-opvang voor illegalen (‘uitgeprocedeerde asielzoekers’). En toen was ieders spreektijd op.

Veel partijen willen niet praten over instroom

Het signaal was niet mis te verstaan. Op wat rechtsere en radicaal-rechtse partijen na, wil de Kamer het blijkbaar niet eens hébben over de asielinstroom. En zo wel, dan hooguit om te pleiten voor nóg meer opvang, met nog meer dwang vanuit de Rijksoverheid – want dat is waar de ‘spreidingswet’ voor staat – waarover veel partijen zo enthousiast zijn. Maar niet om zelfs maar te onderzoeken of de instroom kan worden teruggebracht tot beheersbare proporties.

Uiteraard staat het politici vrij hun prioriteiten te kiezen. Maar het beeld was niet fraai. Aan de linkerkant partijen die het eigen geweten en vluchtelingenbelangen boven het nationaal belang stellen, en daarbij de indruk wekken aan de leiband te lopen van alles wat asieladvocaat of vluchtelingen-ngo is. (Stemmen ‘zonder last’, zoals de Grondwet voorschrijft? Hmm.) Aan de andere kant een partij als de PVV, die met haar racistische retoriek elk debat over vreemdelingenbeleid bij voorbaat besmet. En daar tussenin dan nog wat Kamerleden van partijen die het wel op een normale manier erover willen hebben, maar uit coalitiebelang niet doorbijten, of te klein zijn om echt relevant te zijn.

Rechtvaardig beleid is niet langer houdbaar

Wie wil weten hoe een land eruitziet dat politiek zo hopeloos is verdeeld dat het wezenlijke nationale crises niet eens meer bespreekt, laat staan oplost, die moet eens een asieldebat bekijken. Je ziet een land dat zijn probleemoplossende vermogen kwijt is. Te veel partijen, links en rechts, die liever van hun grote gelijk getuigen dan bestuurlijk vuile handen maken.

Dat biedt weinig hoop voor een einde aan deze ‘asielcrisis’. Wat zich aftekent, is de ineenstorting van een asielketen die in elk geval nog probéérde om de ‘echte’ vluchteling van de ‘onechte’ te onderscheiden, wat recht deed aan een intuïtief gevoel van rechtvaardigheid bij veel mensen. Dat principe is bij deze aantallen gewoon niet houdbaar. De asielketen verandert de facto in een soort pardonneerketen. ‘Efficiëntie’ en ‘menselijke maat’ gaan het helemaal maken in het asielbeleid van Nederland.

Meer centrale dwang, met alle spanningen van dien

Asielactivisten die altijd al vonden dat ‘geen mens illegaal is’, kunnen zich verheugen. Het bureaucratische hek is straks onder de aantallen bezweken. Maar zonder risico is deze ontwikkeling niet. De overheid wil, terecht, geen buitenslapers in Ter Apel en ook geen zwervende asielzoekers in straten elders. Ook terecht. Maar zonder een beheersbare instroom zal ze dat onherroepelijk steeds vaker moeten bereiken op basis van centrale dwang, in plaats van lokaal draagvlak. Dat is hét recept voor grote spanningen in de samenleving.