Hugo de Jonge reguleert huur, maar lost het probleem niet op

Minister Hugo de Jonge komt met een uitgebreid plan om de huren voor de middeninkomens te beschermen. Theo van Vugt vindt dat de minister niet het echte probleem aanpakt.

Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting wil dat huurders in de toekomst beter worden beschermd. Verhuurders in de vrije sector mogen in zijn nieuwe wetsvoorstel vanaf 2024 niet meer vragen wat ze willen voor een huurhuis. Het puntenstelsel wordt uitgebreid en voor de huizen tot 187 punten gaat een maximale huurprijs van 1.123,13 euro gelden.

Ook mogen de huren straks niet meer stijgen dan de gemiddelde cao-loonstijging plus 0,5 procent. Tot voor kort was de toegestane huurstijging gekoppeld aan de inflatie. Maar omdat die vorig jaar rond de 10 procent lag, is gekozen voor een nieuwe aanpak.

Micromanagement in optima forma

De plannen voor de maximale huurverhoging zijn onderdeel van een groter pakket aan plannen. De verwachting is dat tienduizenden bestaande huurwoningen goedkoper worden. Huizen die door slechte isolatie of achterstallig onderhoud de huurprijs niet waard zijn, moeten in huur omlaag. De huurprijs van ruim 300.000 woningen kan dan met gemiddeld 190 euro per maand omlaag, zo verwacht de minister. En als verhuurders dat niet doen, kunnen ze van de gemeentes forse boetes krijgen.

Zo ingrijpen in de huurmarkt is micromanagement in optima forma. Het land schreeuwt vooral om huizen, maar gaat de minister het tekort hiermee oplossen? Nee, vastgoedbeleggers voorspellen dat door de plannen het woningtekort juist groter wordt. Grote investeerders willen niet meer in huurhuizen investeren, omdat die te weinig opleveren.

Topman Jos Baeten van verzekeraar ASR sprak zich onlangs fel uit tegen de huurplannen van de minister. ASR is een grote institutionele belegger in huizen.