Terlouw spreekt namens zwijgende meerderheid die gezeur zat is

02 december 2016Leestijd: 2 minuten
Jan Terlouw bij de Wereld Draait Door Foto: VARA

Er is weinig reden om het verleden te idealiseren. Vroeger: dat is babysterfte en enge ziektes waartegen geen medicijnen waren; stinkende schoorstenen en duizenden doden in het verkeer; vrouwen die niet mochten werken, rangen en standen waaraan niet te ontsnappen viel en een neerbuigende houding jegens minderheden.

En tja, wellicht dat er hier en daar straten waren waar uit alle brievenbussen touwtjes hingen. Maar sociale cohesie heeft ook zo z’n benepen, neerdrukkende kanten.

Veel af te dingen aan nostalgisch ideaalbeeld

Er is dus heel veel af te dingen op het nostalgische ideaalbeeld dat Jan Terlouw, schrijver van legendarische kinderboeken en oud-leider van D66, deze week neerzette van het Nederland van vroeger in een veelbesproken en veelbekeken uitzending van De Wereld Draait Door. Maar dat zijn woorden veel ontroering hebben losgemaakt, is niet zo verbazingwekkend – en een teken des tijds.

Het lijkt er op dat een groeiende groep Nederlanders het een beetje beu is, al dat gezeur, gescheld en geklaag; al het doemdenken en het zwart maken; al die de ondergangsscenario’s  en sombere voorspellingen in mainstream media, sociale media en ook de politiek.

Dominant in het Nederland van nu – en elders is het niet veel beter – is een verstikkend somber wereldbeeld. Links én rechts maakt zich er schuldig aan. De ene kant draagt nogal agressief uit dat de wereld langzaam maar zeker onder water loopt, en dat alle witte Nederlanders racisten zijn en er niks deugt van ons verleden. De andere kant draagt met evenveel agressie uit dat Nederland onder de voet wordt gelopen door hordes duistere buitenlanders die onze fraaie cultuur en verworvenheden het liefst zo snel mogelijk de nek omdraaien. En dat alle politici en media in het complot  zitten.

Zwijgende meerderheid moet zich melden

Voorheen tamelijk stille bevolkingsgroepen doen er al evenzeer aan mee. Ouderen hebben het in Nederland nog nooit zo goed gehad – maar tegen alle feiten in, is een ouderenpartij groot aan het worden die haar achterban naar de mond praat met al te sombere verhalen.

Uit de bijval die Terlouw krijgt, zou je de conclusie kunnen trekken dat er tegenover de luidruchtige minderheid van klagers, zeurders, schelders, somberaars en complotdenkers een zwijgende meerderheid staat die zijn pleidooi voor wat meer vertrouwen, hoop en positief denken van harte onderschrijft. Er is vast van alles te verbeteren aan Nederland – maar laten we niet overdrijven.

Misschien moet die zwijgende meerderheid zijn zwijgen eens wat vaker doorbreken.